Sem 1 4de jaar kringloop

Question 1

voedselketen

Answer 1

geeft de voedsel relatie voor als een keten van organisme ,waarbij elk organisme een voedselbron is voor het volgende organisme.

Question 2

voedselweb

Answer 2

geeft verschillende voedselbronnen van meerdere organisme in het ecoysteem weer

Question 3

trofisch niveau’s

Answer 3

de plaats van de organisme in het voedselketen.

Question 4

autotroof

Answer 4

= producenten
- maken zelf hun voedsel aan
( anorganische energiearme stoffen -> organisch energierijke stoffen)

Question 5

heterotroof

Answer 5

= consumenten
- consuptie organische stoffen

Question 6

types heterotroof

Answer 6

herbivoor, carnivoor, omnivoor, bacterievoor, detritivoor

Question 7

reducenten

Answer 7

= bacterie en schimmels
- consumeren resten van de consumenten en producenten
( organische resten van elk trofisch niveau)
-mineralisaite

Question 8

mineralisaite

Answer 8

afbraak tot anorganische stoffen
( opnieuw beschikbaar voor prod,)

Question 9

voedsel piramide

Answer 9

kwantitatief voorstelling
= hoeveelheid

Question 10

piramide van aantal

Answer 10

= aantal individuen per trofisch niveau

Question 11

toppredator

Answer 11

is het laatst consument in de voedselketen die geen vijhanden heeft.

Question 12

nadeel?
( aantal)

Answer 12

• soms moeilijk om aantal te bepalen
• naamgeving van de trofische niveaus -> afwijkende vorm

Question 13

piramide van biomassa

Answer 13

biomassa= totale heoveelheid van organisch everbinding of droge massa (kg)

Question 14

nadeel?
(biomassa)

Answer 14

twee organisme zelfde biomassa maar andere organische verbindingeni

Question 15

piramide van energie

Answer 15

-> hoeveelheid chemische energie in biomasssa per trofiche niveau zit

-> hoeveelheid energie die door de ecosysteem stroomt