Self-categorization and social indentity theories Flashcards

1
Q

Sociaal vergelijkingsproces

A

eigenschappen en gedrag worden vergeleken met de eigenschappen en het gedrag van anderen.

Dit wordt gedaan door ZELFCATEGORISATIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Zelfcategorisatie

A

ik ben dik, dun, lang, lief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gedragsveranderaar kunnen het streven van een … gebruiken om iemand gedrag te
veranderen.

A

positief zelfbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zet een gedragsveranderaar het streven naar een positief zelfbeeld in om gedrag te veranderen?

A

door bijv. rolmodellen in te zetten, sociaal vergelijkingsmateriaal in te zetten en feedback te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale identiteitstheorieën positief

A

mensen kunnen hun positieve zelfbeeld krijgen door degelijke lidmaatschappen.

Bijv. je associëren met je nationale voetbalclub als die het goed doen, maar voor de rest er nooit naar kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociale identiteitstheorieën negatief

A

je je bijv. identificeert met criminelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Identificatie met een groep kan een…

A

sterk sturende werking hebben op gewenste of ongewenste gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gedragsverandering kan volgends de Sociale identiteitstheorieën tot stand komen door een verandering in

A
  • Lidmaatschap van een groep
  • Belangrijke eigenschappen van de groep
  • De identificatie met de groep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sociaal netwerkanalyses

A

een netwerkanalyse maken van individuen en de relaties tussen die individuen, kan grip geven op de samenstelling van de groep en op onderlinge relaties binnen de groep.

Dit gebruiken gedragsveranderaar om te kijken met wie er samengewerkt moet worden om verandering in de groep te realiseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly