schopenhauer Flashcards
1
Q
romantiek
A
gevoel en individualiteit boven feiten en objectiviteit
2
Q
nicht ich
A
begrenzer van het ich
3
Q
zichzelf-zetten van het ich
A
het ich is een autonoom wezen door scheiding van nicht-ich
4
Q
de wereld als wil en voorstelling
A
alles wat we ervaren en kennen zijn verschijningen van onze geest, de wil is diepere realiteit
5
Q
vrijheid van de wil
A
onze handelingen vloeien voort uit onze omstandigheden en karakter, wil zelf is metafysisch vrij maar in de fenomenale wereld kan dit niet
6
Q
ding an sich afhankelijk of onafhankelijk van het ich
A
afhankelijk