SCHISIS Flashcards

1
Q

inleiding

A

velofarynx = gestalt : samenwerking van een aantal structuren in de keel
velofaryngale stoornissen : samenwerking fout loopt
- palatoschisis = verhemeltespleet
- hypernasaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

relevante anatomie

A
  • m. palatoglossus –> neertrekken velum
  • m. palatopharyngeus –> vernauwen farynx
  • m. uvulae –> bulging posterieure deel van het nasale oppervlak van het velum
  • m. levator veli palatini –> velaire elevatie
  • m. salpingopharyngeus –> elevatie larynx
  • m. tensor veli palatini –> openen BvE
  • m. constrictor pharyngis superior –> constrictie bovenste deel larynx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

motorische innervatie

A
  • n. glossopharyngeus (IX) –> spieren velofaryngale afsluiting
  • n. vagus (X) –> spieren velofaryngale afsluiting
  • n. hypoglossus (XII) –> m. palatoglossus
  • n. trigeminus pars mandibularis (V) –> m. tensor veli palatini
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

relevante fysiologie

A

velofaryngale afsluiting => klepwerking

  • in rust –> afsluiting (in- en uitademen door de neus)
  • actief –> opening : op- en achterwaartse beweging van het middelgedeelte van het zachte verhemelte –> contact met posterieure en laterale farynxwanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschillen tussen - algemeen

A
  • individuen
  • functies
  • fonetische contexten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verschillen tussen - individuen

A

4 types afsluiting
- coronaal –> vrijwel uitsluitend activiteit van het velum (horizontale afsluiting)
- saggitaal –> laterale farynxwanden (verticale afsluiting)
- circulair –> eisen evenveel op
- circulair met posterieure farynxwand (wal van Passavant)
=> i.f.v. operatie of chirurgie
voorkomen afsluitingen (meest naar minst)
- normaal : coronaal –> circulair met post farynxw –> sagittaal –> circulair
- abnormaal : coronaal –> circulair met post farynxw –> circulair –> sagittaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschillen tussen - functies

A
  • reflexmatige activiteiten : sterkere, grovere en grotere bewegingen dan niet-reflexmatige activiteiten
  • niet-pneumatische activiteiten : plaats waar velofaryngale afsluiting ontstaat hoger dan pneumatische activiteiten
  • niet-pneumatische activiteiten : sluiting over de totale verticale lengte van de laterale farynxwanden, pneumatische activiteiten : vooral mediale bewegingen ter hoogte van het velum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verschillen tussen - fonetische contexten

A
  • hoe hoger de intra-orale druk, hoe hoger de velofaryngale afsluiting –> consonanten hoger dan bij vocalen, explosieven & fricatieven hoger dan bij semivocalen & liquidae
  • hoe hoger de relatieve verticale positie van dat deel van de tong dat zorgt voor de constrictie, hoe hoger de velofaryngale afsluiting –> hoge/gesloten vocalen hoger dan bij lange/open vocalen
    => moeilijkheidsgraad in training opbouwen : nasalen –> lange/open vocalen –> hoge/gesloten vocalen –> semivocalen en liquidae –> plosieven en fricatieven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

etiologische classificatie

A
velofaryngale insufficiëntie
- onherstelde gehemeltespleten
- mechanische interferentie
- post-chirurgische insufficiëntie
- ablatieve palatale lesies
velofaryngale incompetentie
- primaire motorische/neuromotorische controle 
- motorische associatie/motorisch programma
velofarynaal foutief leerpatroon
- klankspecifieke nasale emissie
- doofheid/slechthorendheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

spraak bij velofaryngale stoornissen - algemeen

A

soorten fouten

  • ontwikkelingsfouten
  • fonologische fouten
  • obligatoire fouten
  • bruikbare compensaties
  • foutieve compensaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

spraak bij velofaryngale stoornissen - obligatoire fouten

A

= fouten rechtstreeks het gevolg zijn van een anatomisch/fysiologisch deficit –> correctie v. deficit zorgt voor correctie van fout

  • hypernasaliteit = excessieve nasaliteit t.g.v. onvoldoende of afwezige velofaryngale sluiting tussen oro- en nasofarynx –> abnormaal nasale resonantie bij de productie van vocalen en stemhebbende consonanten
  • hyponasaliteit = verminderde normale nasale resonantie tijdens de spraak t.g.v. blokkade ter hoogte van de nasofarynx of de neusholte
  • denasaliteit = totale obstructie van de nasale luchtweg –> absoluut geen nasale resonantie meer mogelijk is
  • nasale emissie = excessief nasale luchtstroom t.g.v. onvoldoende/afwezige velofaryngale afsluiting tussen oro- en nasofarynx
  • nasale turbulentie = fricatief geluid dat ontstaat als luchdruk geperst wordt door een partieel open velofaryngaal mechanisme
  • zwakke orale consonanten
  • fouten door dentale maloclussies, orthodontische apparaten…
  • cul-de-sac resonantie = geluidskwaliteit van resonerende lucht in een éénzijdig afgesloten caviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

spraak bij velofaryngale stoornissen - foutieve compensaties

A
  • foutieve articulatorische compensaties
  • foutieve fonatorische compensaties
  • algemene posteriorisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly