Schimmels En Bacteriën Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Verspreiding ( schimmels )

A

De schimmelsporen worden met de wind verspreid en komen daardoor vrijwel overal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ziekteverwekker ( schimmels )

A

Bepaalde schimmels kunnen de mens ziek maken. Bijvoorbeeld voetschimmel en een andere huidschimmel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verspreiding ( bacteriën)

A

Bacteriën komen vooral voor omdat ze worden verspreid door wind en met stofdeeltjes. Waar het vochtig is worden ze actief en vermeerderen ze zich

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Via waar kom je in aanraking met bacteriën

A

Huid, slijmvliezen of via de lucht die je inademt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ziekteverwekker ( bacteriën )

A

Een aantal bacteriesoorten kunnen de mens ziek maken. Als ze eenmaal in je bloed terecht gekomen zijn, kunnen zij zich snel vermeerderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Drogen

A

Door gebrek aan water is geen leven mogelijk ( bijvoorbeeld een beschuit )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afkoelen

A

Bij een lage temperatuur gaan stofwisselingsreacties veel langzamer dan bij een hogere temperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Invriezen

A

Legt het leven in bacteriën en schimmels stil ( diepvriesproducten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Pasteuriseren

A

Door een matige temperatuurverhoging gaan de meeste bacteriën dood en is het voedingsmiddel iets langer houdbaar ( bijvoorbeeld melk )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Steriliseren

A

Daarbij worden door sterke verhitting alle bacteriën gedood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zuurstofloos verpakken

A

Vacuüm verpakken, of met stikstof verpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natuurlijke conserveermiddelen

A

Zuur, zout en suiker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kunstmatige conserveermiddelen

A

Sulfiet in dranken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bacteriën en schimmels behoren tot

A

Reducenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reducenten

A

Breken organische stoffen van dode organismen af tot anorganische stoffen zoals koolstofdioxide, water en mineralen ( verbranding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar behoren planten bij

A

Die behoren bij producenten