samenvatting stack: luchtdichtheid Flashcards

1
Q

luchtdichtheid

A

verminderen van luchtlekken om warmte verlies, vochtproblemen en bouwschade te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doelstelling luchtdichtheid (5)

A
  • beperking warmteverlies
  • voorkomen bouwschade en vochtproblemen
  • optimale werking ventillatie
  • vookomen tocht, stof, pollen en droge lucht
  • minder CO² uitstoot en energieverbruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

μ diffusieweerstandsgetal (mu)

A

Geeft aan hoeveel maal minder dan stilstaande lucht een bepaald materiaal waterdampdiffusie toelaat. hoe kleiner, hoe meer diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

μ1=

A

stilstaande lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

μd equivalente luchtlaagdikte

A

Geeft aan met welke dikte stilstaande lucht een materiaallaag of meerdere lagen samen overeenkomen wat betreft dampdiffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diffusie

A

damptransport moleculaire verplaatsing (hoog ->laag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

convectie

A

luchtstroming drukverschil (T, wind, ventilatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vezelcementplaat (Menusireite) (3)

A
  • onderling niet winddicht
  • dampopen (μd = 0,27 m)
  • oudere platen -> asbest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dubbelwandige kunststofplaat (“biplex”) (3)

A
  • onderling niet winddicht
  • beperkt dampopen (μd = 1 m)
  • niet UV‐bestendig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

houtvezel onderdakplaten (gutex) (3)

A
  • winddicht
  • dampopen
  • isoleren -> onderbrekend koudebruggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onderdakfolies

A

niet winddicht, zorgvuldig afkleven (moeilijk plaatsen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

opbouw daken: HSB

A

= dampopen onderdakfolie, vochtgestuurde dampremmen, volledige isolatie en luchtdichte binnenzijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

opbouw daken: compact plat dak

A

= gebruik vochgestuurde dampremmen vocht beheersen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

correcte dak opbouw hellend dak: vochtgestuurde damprem

A

= dampdicht winter -> dampopen zomer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorwaarden onbehandeld hout (3)

A
  • kwaliteitsvol
  • dampopen onderdak
  • luchtdicht binnenzijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ventilatiesystemen A-C

A

voldoende ventilatie doorheen vertrekken niet gegarandeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ventilatiesystemen D

A

haalt de balansventilatie door de lekstromen met de buitenlucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

maximum bij natuurlijke ventilatie A

19
Q

maximum bij mechanische ventilatie C

20
Q

maximum bij balansventilatie D

21
Q

maximum bij passiefhuis

22
Q

volgende elementen zijn luchtdicht (3)

A
  • dampremmen en schermen
  • betonplaat
  • pleisterwerk en houtderivaatplaten (OSB)
23
Q

continue luchtdichting bekomen door middel van: (4)

A
  • kleefbanden
  • lijmen
  • aansluitstroken
  • coatings en folies verbonden
24
Q

Wat wint de bouwheer bij luchtdicht bouwen? (3)

A
  • Een aangename woning
  • Besparing op energiekosten
  • Constructie zonder bouwschade
25
Q

Wat wint de handelaar/ aannemer en ontwerper bij luchtdicht bouwen? (3)

A
  • Succes
  • Succes/tevredenheid geeft vertrouwen
  • Vertrouwen levert nieuwe opdrachten op
26
Q

Wat wint het leefmilieu bij luchtdicht bouwen?

A
  • Minder CO2-uitstoot
  • Een duurzame opbouw
27
Q

koudebrug

A

onderbreking in isolatie

28
Q

luchtlek

A

onderbreking luchtdichting

29
Q

Op wat moet men letten bij het luchtscherm(dampscherm/damprem) v/e hellend dak? (6)

A

1 Nieten of lijmen
2 Overlappingen afkleven met kleefband of lijm
3 Overlappingen die niet op onderliggende structuur vallen ondersteunen
4 Luchtdicht aansluiten op tipgevel & doorboringen
5 Folie voldoende ondersteunen met dwarslatten
6 Naden moeten worden afgekleefd

30
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij balken, gordingen en nok? (3)

A

1 De folie verkleven of verlijmen op de balk (ondersteuningsbalken).
2 Latten kort bij de aansluiting aanbrengen.
3 Wachtfolie aanbrengen rond de balk tijdens de opbouw.

31
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij een dakvlakvenster?

A

1 Breng luchtdichtingstape aan op het schrijnwerk zelf.
2 Zorg dat de tape aansluit op een luchtscherm.

32
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij een tipgevel met een onbepleisterde ondergrond?

A

1 Gebruik een aansluitingsband om de damprem of houtderivaatplaat aan te sluiten.
2 Houd rekening met speling voor uitzetting.

33
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij een tipgevel met een bepleisterde ondergrond?

A

Sluit de damprem aan met luchtdichtingslijm.

34
Q

Realiseren luchtdichtheid dakvoet:

A

massiefbouw

35
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij houtskeletbouw? (2)

A

1 Damprem verbinden met houtderivaatplaten via kleefband of aansluitingskit.
2 Steunlat voorzien bij knik.

36
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij schouwen, ventilatie en zonnepanelen? (3)

A

1 Gebruik speciale manchetten van aangepaste diameter.
2 Gebruik metalen passtukken en brandwerende kit voor warme leidingen.
3 Simpel stukje EPDM kan al voldoende zijn.

37
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij een massiefbouw muurvlak? (3)

A

1 Muren bepleisteren (onbepleisterd metselwerk is niet luchtdicht).
2 Pleisterwerk doortrekken langs plafond.
3 Krimpscheuren dichten met elastische kit.

38
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij een houtskeletbouw muurvlak? (4)

A

1 Gebruik plaatmateriaal dat luchtdicht is.
2 Luchtschermen aanbrengen aan de warme zijde.
3 Aansluitingen met wanden, ramen en vloeren zorgvuldig afwerken.
4 Doorboringen afwerken.

39
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij vensters? (4)

A

1 Gebruik ramen uit klasse 4 (voor passiefwoningen).
2 Schrijnwerk luchtdicht verkleven met luchtdichtingstape.
3 Bij beperkte ruimte naast scharnieren: gebruik opzetstuk met vouwfolie.
4 Multiplex kader mechanisch bevestigen en verkleven.

40
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij aansluitingen van vloeren? (4)

A

1 Pleisterwerk zorgt voor luchtdichting van muren.
2 Aansluiting vloer op pleisterwerk met folie en aansluitstrook.
3 Niet pleisteren tot op de grond (voorkom vochtbrug).
4 Bij gespoten isolatie (bv. PUR) folie kan loskomen.

41
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij doorboringen en vloerbalken? (2)

A

1 Massiefbouw: aandacht voor holle elementen en metalen liggers.
2 Houtskeletbouw: gebruik de balloonmethode of platformmethode.

42
Q

Hoe realiseer je luchtdichtheid bij doorboringen? (2)

A

1 Houtskeletbouw: Vermijd doorboringen zo veel mogelijk (opschuimen is geen oplossing).
2 Massiefbouw: Doorboringen hebben minder impact op luchtdichtheid.

43
Q

Hoe gebruik je kleefband correct voor luchtdichtheid? (5)

A

1 Ondergrond moet droog, stof-, vet- en siliconenvrij zijn.
2 Op ruwe ondergronden: gebruik primer of kit.
3 Kleefband goed aandrukken.
4 Kleefband dient enkel voor luchtdichting, niet voor mechanische krachten.
5 Minimaal 2 cm kleefbaan aan elke zijde van een voeg.