platte daken Flashcards

1
Q

functies plat dak

A

= overspannen v.e. ruimte
=regendichtheid garanderen
= thermische isolatie bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

helling 15°

A

hellend dak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

soorten platte daken

A

= koud dak
= warm dak
= omkeer dak
= compact plat dak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gevolgen condens (5)

A
  • rotten dakvloer
  • corrosie wapening
  • beschadiging - natte isolatie
  • schimmel
  • loskomen gelijmde materialen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

opbouw koud plat dak

A

isolatie bevindt zich onder draagstructuur, vaak met luchtlaag tssn (zowel hout als betonnen dakvloeren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

nadelen koud plat dak (2)

A
  • groot risico condensatie tegen dakvlak door vocht uit binnenruimtes/ nachtelijke onderkoeling
  • thermische spanningen optreden snelle temperatuurswisseling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

nachtelijke onderkoeling

A

= warme oppervlakken stralen energie uit en koelen af tot onder omgevingstemperatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

opbouw warm dak

A

isolatie ligt bovenop dakvloer, ingesloten tussen 2 dampdichte lagen (beton en houten dakvloer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voordelen warm dak (3)

A
  • geen thermische isolatie
  • soms bestaande afdichting behouden blijven
  • weinig risico inwendige condensatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nadelen warm dak

A
  • temperatuurschommeling in afdichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oplossingen voor warm dak

A

coating, grind, groendak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verloopt damptransport bij een warm dak boven een koelruimte?

A

Damptransport gaat van boven naar onder, omdat de buitenlucht warmer is dan de binnenlucht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aandachtspunten afdichting van een warm dak boven een koelruimte? (4)

A

1 Afdichting moet zeer dampdicht zijn (Sd ≥ 1000m bij zeer koude binnenruimtes).
2 Zorg voor een zeer luchtdichte bouwschil.
3 Afdichting zeer zorgvuldig uitvoeren.
4 Bij voorkeur afdichten in twee lagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe verschilt de isolatiedikte van een warm dak boven een koelruimte?

A

De isolatiedikte is groter dan bij een klassiek warm dak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Uit welk materiaal bestaat de dakvloer meestal bij een warm dak boven een koelruimte?

A

De dakvloer is meestal uitgevoerd in staal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

opbouw omkeerdak

A

afdichting wordt rechtstreek op dakvloer aangebracht, gevolgd isolatie (XPS) en grindlaag als ballast dampscherm en afdichting 1 laag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

voordelen omkeerdak (2)

A
  • geen temperatuurschommelingen in afdichting
  • geschikt nieuwe als bestaande daken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

aandachtspunten bij omkeerdak (2)

A
  • voldoende dakhelling (min 2cm/m)
  • vlakke dakvloer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

omvorming van warm dak naar omkeerdak

A

isolatiewaarde onder afdichting moet kleiner zijn dan isolatiewaarde boven afdichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

opbouw van compact plat dak

A

isolatie bevindt zich tussen draagvloer geschikt houten dakstructuur (droog en massief hout)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

kenmerken compact plat dak (5)

A
  • dampopen opbouw
  • geen openingen tussen isolatie en dakvloer
  • min dakhelling 2%
  • niet toepassen permanent beschouwde daken/ vochtige
  • vereist peramnente ventilatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

werking compact dak in winter

A
  • vocht verzamelt zich aan koudste zijde (dakvloer)
  • lage RV rond damprem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

werking compact plat dak in zomer

A
  • vocht migreert naar koudste kant (binnen zijde)
  • RV is hoog: risico op schimmel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

constructief dakvloer kan bestaan uit:

A
  • houten draagstructuur (massief, OSB, multiplex)
  • monolietbeton
  • holle welfsels
  • predallen
  • staal beplating
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke voorwaarden gelden voor de droogheid van een dakvloer? (3)
1 Cementgebonden vloer: blijvende bleke kleur (luchtdroog). 2 Houten dakvloer: vochtgehalte minder dan 15%. 3 Hechting tussen lagen waarborgen om blaasvorming te voorkomen.
26
Hoe wordt de vlakheid van een dakvloer gecontroleerd?
Met een lat van 2 m en 0,2 m.
27
Waarvan is de vlakheid afhankelijk?
Van het soort afdichtingsmembraan, plaatsingswijze en isolatiemateriaal.
28
Welke verschillen zijn er bij de ruwheid van dakvloeren? (3)
1 Met toevoeging van materiaal (lijm, warm bitumen): meer correctiemogelijkheden. 2 Zonder toevoeging: ruwheid is beperkter. 3 Losliggende of mechanische plaatsing: scheidingslaag (niet-geweven textiel) kan nodig zijn.
29
Hoe kan ruwheid worden gecorrigeerd?
Met gemodificeerde mortel, warm bitumen of een gelaste onderlaag.
30
Waarom is cohesie en hechtsterkte belangrijk voor een dakvloer?
Om windbelasting op te vangen en een goede hechting van de bovenste laag te verzekeren.
31
Welke invloed heeft de luchtdichtheid van de dakvloer?
1 Invloed op windbelasting en condens in de dakopbouw. 2 Invloed op de prestatie van het gebouw en condens in de bouwschil.
32
Welke dakvloeren zijn luchtdicht?
Ter plaatse gestort beton is luchtdicht. Andere dakvloeren zijn luchtopen en vereisen een ononderbroken dampscherm (behalve bij een compactdak).
33
minimum helling omkeerdak en compact dak
min 1-2%
34
realiseren helling (4)
- hellende roostering - helling spieën roostering - helling chape - isolatie afschot
35
functie dampscherm
= voorkomen inwendige condensatie
36
plaatsing dampscherm
- los gelegd - gekleefd (meest gebruikt) - gebrand
37
materialen dampscherm (4)
- PE-folie - Bitumen glasvlies - Aluminiumfolie -PVC- folie
38
functie dakisolatie
warmteverlies beperken
39
eigenschappen van dakisolatie (4)
- vormvastheid - stevigheid - gedrag bij vocht - brandgedrag
40
isolatie materialen
- kunstofschuimen: PU, EPS, XPS - minerale materialen: minerale wol, cellenglas - plantaardig; kurk
41
plaatsing dakisolatie (3)
- los gelegd (omkeerdak) - kleven bitumen (synthetische lijm) - mechanische bevestiging
42
metalen dakbedekkingen (4)
-zink - aluminium - koper - lood
43
2 manieren metalen dakbedekkingen geplaatst
- op staande naad - roevendak (duurder)
44
Roevendak=
- Tussen de opstaande randen in metaal houten lat of ander profiel aanbrengen - Hoogte staande naden en roeven ifv van helling dak.
45
bitumineuze afdichting (3)
- teer - bitumen - polymeerbitumen
46
plaatsing bitumen 2 systemen
1 laags systeem: - enkel gemodificeerd bitumen (polymeerbitumen) meerder laags systeem: - eindlaag op basis polymeerbitumen
47
wat zijn dakrollen?
Dragers die in warme bitumenbaden gedrenkt worden
48
totale hechting
- afdichting geplaats verlijming - plaatsing vlamlassen
49
partiële hechting (4)
- voorzien snellas stroken - zelfklevende stroken - noppen - geplaatst op geperforeerde onderlaag
50
Welke soorten dragers zijn er? (5)
- Viltkarton - Juteweefsel - Glasvlies - Glasweefsel - Polyesterweefsel
51
Hoe kunnen bitumenlagen geplaatst worden? (3)
- Losliggend met zware schutlaag -> langste levensduur - Mechanisch bevestigd - Kleven: volkleven of deelkleven
52
plaatsing methodes 3
- kleven - branden - koudkleven
53
kleven
Gietmethode met warme bitumen: -Uitgegoten bitumen dienen als kleefmiddel -oudst gekende methode
54
branden
Verwarming met vlam van asfaltbrander: -coating aan onderzijde v/d rol wordt vloeibaar
55
koudkleven
Gekleefd door aandrukken in bitumineuze koudlijm
56
synthetische afdichtingen
- kunstrubber (EPDM) - polyvinylchloride (PVC)
57
plaatsing synthetische afdichtingen (4)
- Plaatsing verschilt van product tot product - Meestal gelast of gelijmd - Plaatsing volgens voorschriften - Plaatsing door geschoold personeel
58
gespoten systemen
- naadloos - weersbestendig na uitharding
59
lichte schutlaag (4)
- Bescherming tegen UV - Bescherming tegen temperatuurschokken - Verbeteren uitzicht - Algenvorming op afdichting verhinderen (verkleuring regenwater tegengaan)
60
welke soorten lichte schutlaag (3)
- Leischilfers - Verflaag - Metaalbekleding
61
zware schutlaag (5)
- Bescherming tegen UV en isolatie - Bescherming tegen temperatuurschokken - Verbeteren uitzicht - Ballast laag ter bescherming - Beloopbaar maken van dak
62
soorten zware schutlaag (2)
- grind - tegels
63
voordelen groendaken (5)
- Vermindert lawaaihinder - Sponswerking bij regen - Bescherming van UV - Goede brandweerstand - Biodiversiteit
64
Nadelen groendaken
- moeilijk combineerbaar met herbruik regenwater - gewicht - afdichting moeilijk bereikbaar bij occasioneel lek