Samenvatting 3. Beenverbindingen Flashcards

1
Q

Wat gebeurt er bij een gewricht die draait?

A

Dan draait de gewrichtskogel in de gewrichtskom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij welke verbindingen is er geen beweging mogelijk?

A

vergroeid en door een naad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Benoem de onderdelen gewricht

A
  • kraakbeenlaagje
  • gewrichtskom
  • gewrichtskogel
  • kapselband
  • gewrichtskapsel
  • gewrichtssmeer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf de werking van een rolgewricht

A

het ene bot draait in de lengteas om het andere bot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf de werking van een scharniergewricht

A

Alleen heen en terug bewegingen mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de functie van kapselbanden?

A

Extra versteviging om een gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van gewrichtskapsels?

A
  • Houdt de botten op hun plaats
  • Door de gewrichtssmeer is beweging makkelijker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf de werking van een kogelgewricht

A

Draaiende beweging mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de functie van kraakbeenlaagjes?

A
  • Maakt beweging soepeler
  • Voorkomt slijtage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij welke verbindingen is er wel beweging mogelijk?

A

kraakbeen een beetje en bij gewricht veel beweging mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem de 3 soorten gewrichten (manier waarop botten ten opzichte van elkaar bewegen)

A
  • kogelgewricht
  • scharniergewricht
  • rolgewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly