Saar Woordjes 25-01 Flashcards

1
Q

Heersen

A

Veel voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Epidemie

A

Een ziekte die veel mensen tegelijk krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het virus

A

Iets wat in je lichaam komt en waar je heel ziek van kunt worden!❤️

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Besmettelijk

A

Dat zeg je van een ziekte die je makkelijk van een ander kunt krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In contact komen met

A

Dichtbij iemand of iets komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De pijnstiller

A

Een medicijn dat ervoor zorgt dat je tijdelijk minder of geen pijn voelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geen kans geven

A

Zorgen dat iets heel moeilijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op een kier zetten

A

Een klein stukje openzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Binnenkrijgen

A

In je lichaam krijgen door te eten of te drinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Betreffen

A

Over iets over iemand gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly