Runderen (rassen) Flashcards

Blonde d’Aquitaine
Frans vleesras. Licht zandkleurig. Relatief langgerekt, fijn skelet, weinig geboorteproblemen. Nogal mak en leeft lang.

Brown Swiss
Gefokt uit Braunvieh. Hoornloos en doosuier.

Zebu
Herkenbaar aan bult in de nek. Zowel vlees- als melkgericht komt voor.

Aberdeen Angus
Altijd hoornloos en uniform zwart (heel zelden komt rood voor). Klein en typisch geel vet, relatief veel vet. Het vlees is fijnvezelig, zeer vroegrijp.

Vosgienne
Dubbeldoelrund met zwarte grondkleur. Witrug-aftekening (dus automatisch een witte buik!), witte staart en spikkeling rond en aan de randen van de zwarte arealen. Herkomst: Frankrijk.

Jersey
Eenzijdig melkras, tenger, sierlijk en nogal klein. Neiging tot uitpuilende ogen en snoekshoofd. Dikwijls een grote kol, geelbruine reekleur, van licht naar donker. In principe niet bont. Sommige dieren hebben de blackish factor, ze zijn op bepaalde plaatsen donkerder (zie onderste foto). Herkomst: Groot-Brittanië.

Afrikaander
Belangrijk in Zuid-Afrika, kruisingsproduct van Zebu’s. Heeft een zeer uitgesproken ramshoofd. Altijd bruinrood.

Braunvieh
Oorspronkelijk Frans, nu dubbeldoel Alpenvee. Uniform (donker)bruin, bleke ring rond neus en ogen.

Zwartbont Holstein Friesian
Gespecialiseerd melkvee, ontwikkeld in de Verenigde Staten. Hier komen alleen gespecialiseerde rassen voor, geen dubbeldoel. De naam is afgeleid van de Nederlandse provincie Friesland.
Hoogbenig en schraal van uitzicht, de kop is opvallend klein. Grote schofthoogte, toch relatief licht. De achterhand is weinig gespierd, de voorhand in verhouding sterk ontwikkeld.
Haarkleed overwegend zwart platenbont, grote variatie van zwart-wit en wit-zwart. Er bestaat ook de Roodbonte Holstein Friesian.
Melkhoeveelheid zeer hoog, melkbaarheid zeer goed en kalveren gaat gemakkelijk.

Fleckvieh / Simmental
Twee aparte rassen, maar gelijken zo sterk op elkaar dat je ze op het examen niet hoeft te onderscheiden. Meer rood dan wit, wit op specifieke plaatsen zoals op de foto.

Brahman
Belangrijk in Brazilië. Resultaat van kruisingsproducten van Zeburassen. Zeer grote thermische adaptatie. Vroegrijper en meer groeikracht dan de Zebu’s. Er komen zeer veel haarkleuren voor.

Chianina
Het grootste runderras ter wereld, vleesras. Hoogbenig en lange romp. Uniform wit met soms een lichtgrijze tint. De staartpluim en de neusspiegels zijn zwart. De huid is donker gekleurd en schijnt door het zeer kortharige haarkleed. De kalveren worden roodgeel geboren en blijven dit ong. 2 maanden. Kleine hoornen, laatrijp, grof skelet en weinig vet. Ongevoelig voor hoge temperaturen. Herkomst: Italië.

Meat Shorthorn
Vleestype, vroegrijp, kort, gedrongen en hoekig. Heeft reltief veel vet.

Belgisch Witblauw
Vleesras, vaak met (gedeeltelijk) blauwgrijze haarkleur. Soms komt zwartbont voor. 95% is nu dikbil. Bijna 100% van de bevallingen via keizersnede.

Nederlands Zwartbont
Dubbeldoeltype, vaak met een kogeluier. Dit ras is betrokken geweest bij de opbouw van de Holstein Friesian en is later hier weer mee ingekruist.

Pinzgauer
Rustiek kastanjebruin bergras, dubbeldoel. Volledig gekleurde kop en witrugaftekening (dus automatisch een witte buik).

Maine-Anjou
Frans dubbeldoelras met duidelijke nadruk op vlees met weinig vet. Roodbont, veel rood, weinig wit. Gekleurde kop met kol. Dikbillen komen voor, maar niet frequent.

Chalorais
Zuiver vleesras. Laat rijp, lange, dikwijls doorgezakte rug. Dikbillen komen voor. Altijd wit tot roomkleurig, roze neusspiegel, bleke klauwen. Herkomst: Frankrijk.

Nederlands Roodbont of Maas-Rijn-IJssel
Nederlands dubbeldoelras met de nadruk op melk.

Kempisch Roodbont

Rood West-Vlaams
Lokaal dubbeldoelras met de nadruk op vlees. Uiers niet al te best. Vroeger kwamen er enkele dikbillen voor. Altijd uniform rood.

Salers
Uniform donkerrood met krulhaar. Frans dubbeldoelras. Dikwijls is de aanwezigheid van het kalf nodig om de koe te kunnen melken.

Scottish Highland Cattle

Limousin
Lichter, fijner, hoekiger en kortere rug dan Chalorais. Zuiver vleesras zonder dikbillen. Roodgeel tot tarwekleurig.
Gehard, lange levensduur, nogal moeilijk hanteerbaar, soms agressief. Zeer weinig geboorteproblemen, fijnvezelig vlees, nauwelijks vervet.








