Runderen (rassen) Flashcards

1
Q
A

Blonde d’Aquitaine

Frans vleesras. Licht zandkleurig. Relatief langgerekt, fijn skelet, weinig geboorteproblemen. Nogal mak en leeft lang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q
A

Brown Swiss

Gefokt uit Braunvieh. Hoornloos en doosuier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q
A

Zebu

Herkenbaar aan bult in de nek. Zowel vlees- als melkgericht komt voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A

Aberdeen Angus

Altijd hoornloos en uniform zwart (heel zelden komt rood voor). Klein en typisch geel vet, relatief veel vet. Het vlees is fijnvezelig, zeer vroegrijp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

Vosgienne

Dubbeldoelrund met zwarte grondkleur. Witrug-aftekening (dus automatisch een witte buik!), witte staart en spikkeling rond en aan de randen van de zwarte arealen. Herkomst: Frankrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A

Jersey

Eenzijdig melkras, tenger, sierlijk en nogal klein. Neiging tot uitpuilende ogen en snoekshoofd. Dikwijls een grote kol, geelbruine reekleur, van licht naar donker. In principe niet bont. Sommige dieren hebben de blackish factor, ze zijn op bepaalde plaatsen donkerder (zie onderste foto). Herkomst: Groot-Brittanië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A

Afrikaander

Belangrijk in Zuid-Afrika, kruisingsproduct van Zebu’s. Heeft een zeer uitgesproken ramshoofd. Altijd bruinrood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A

Braunvieh

Oorspronkelijk Frans, nu dubbeldoel Alpenvee. Uniform (donker)bruin, bleke ring rond neus en ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A

Zwartbont Holstein Friesian

Gespecialiseerd melkvee, ontwikkeld in de Verenigde Staten. Hier komen alleen gespecialiseerde rassen voor, geen dubbeldoel. De naam is afgeleid van de Nederlandse provincie Friesland.

Hoogbenig en schraal van uitzicht, de kop is opvallend klein. Grote schofthoogte, toch relatief licht. De achterhand is weinig gespierd, de voorhand in verhouding sterk ontwikkeld.

Haarkleed overwegend zwart platenbont, grote variatie van zwart-wit en wit-zwart. Er bestaat ook de Roodbonte Holstein Friesian.

Melkhoeveelheid zeer hoog, melkbaarheid zeer goed en kalveren gaat gemakkelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A

Fleckvieh / Simmental

Twee aparte rassen, maar gelijken zo sterk op elkaar dat je ze op het examen niet hoeft te onderscheiden. Meer rood dan wit, wit op specifieke plaatsen zoals op de foto.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A

Brahman

Belangrijk in Brazilië. Resultaat van kruisingsproducten van Zeburassen. Zeer grote thermische adaptatie. Vroegrijper en meer groeikracht dan de Zebu’s. Er komen zeer veel haarkleuren voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

Chianina

Het grootste runderras ter wereld, vleesras. Hoogbenig en lange romp. Uniform wit met soms een lichtgrijze tint. De staartpluim en de neusspiegels zijn zwart. De huid is donker gekleurd en schijnt door het zeer kortharige haarkleed. De kalveren worden roodgeel geboren en blijven dit ong. 2 maanden. Kleine hoornen, laatrijp, grof skelet en weinig vet. Ongevoelig voor hoge temperaturen. Herkomst: Italië.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

Meat Shorthorn

Vleestype, vroegrijp, kort, gedrongen en hoekig. Heeft reltief veel vet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A

Belgisch Witblauw

Vleesras, vaak met (gedeeltelijk) blauwgrijze haarkleur. Soms komt zwartbont voor. 95% is nu dikbil. Bijna 100% van de bevallingen via keizersnede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A

Nederlands Zwartbont

Dubbeldoeltype, vaak met een kogeluier. Dit ras is betrokken geweest bij de opbouw van de Holstein Friesian en is later hier weer mee ingekruist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A

Pinzgauer

Rustiek kastanjebruin bergras, dubbeldoel. Volledig gekleurde kop en witrugaftekening (dus automatisch een witte buik).

15
Q
A

Maine-Anjou

Frans dubbeldoelras met duidelijke nadruk op vlees met weinig vet. Roodbont, veel rood, weinig wit. Gekleurde kop met kol. Dikbillen komen voor, maar niet frequent.

16
Q
A

Chalorais

Zuiver vleesras. Laat rijp, lange, dikwijls doorgezakte rug. Dikbillen komen voor. Altijd wit tot roomkleurig, roze neusspiegel, bleke klauwen. Herkomst: Frankrijk.

18
Q
A

Nederlands Roodbont of Maas-Rijn-IJssel

Nederlands dubbeldoelras met de nadruk op melk.

19
Q
A

Kempisch Roodbont

21
Q
A

Rood West-Vlaams

Lokaal dubbeldoelras met de nadruk op vlees. Uiers niet al te best. Vroeger kwamen er enkele dikbillen voor. Altijd uniform rood.

21
Q
A

Salers

Uniform donkerrood met krulhaar. Frans dubbeldoelras. Dikwijls is de aanwezigheid van het kalf nodig om de koe te kunnen melken.

22
Q
A

Scottish Highland Cattle

23
Q
A

Limousin

Lichter, fijner, hoekiger en kortere rug dan Chalorais. Zuiver vleesras zonder dikbillen. Roodgeel tot tarwekleurig.

Gehard, lange levensduur, nogal moeilijk hanteerbaar, soms agressief. Zeer weinig geboorteproblemen, fijnvezelig vlees, nauwelijks vervet.

25
Q
A

Hereford

Geïnternationaliseerd vleesras, zeer wijd verspreid. Rode basiskleur, wit op typische plaatsen, zoals op de foto. Indien hoornen, dan zijdelings en in boog naar beneden. Vroegrijp, maar te klein en te vet voor onze markt.

26
Q
A

Santa Gertrudis

Belangrijk in Brazilië, kruisingsproduct van Zebu’s. Vroegrijper en zwaarder dan zuivere Zebu.

27
Q
A

Dexter

Extreem klein, kortbenig vanwege erfelijke dominante invloed. Gewoonlijk zwart, zelden rood. Vleesras dat in kleine kuddes leeft. Kop goed ontwikkeld, ruige krullerige vacht.

28
Q
A

Piemontees

Het belangrijkste Italiaanse vleesras en het enige Italiaanse ras waar dikbillen voorkomen. Heeft een kenmerkende nekbult en verdonkeringsarealen op het haarkleed. Kalveren worden roodgeel geboren en verdonkeren na een paar maanden naar grijsachtig. Nogal laatrijp, fijne botten, zeer weinig vet en sterk bevleesd.

29
Q
A

Normande

Bonte kop met dikwijls donker omrande ogen. Driekleurig met een soort tijgerstrepen, altijd bonte kop. Frans dubbeldoelras met nogal veel vet.

30
Q
A

Dairy Shorthorn

Dubbeldoel met nadruk op melk.

31
Q
A

Lakenvelder

Meestal zwart met witte band, soms rood met witte band. Oorspronkelijk dubbeldoelras, nu liefhebberijras.

32
Q
A

Groninger Blaarkop

Witte kop met bril rond de ogen (de Hereford heeft dit niet). Meestal zwartbont, soms roodbont. Onderborst, uier en geslachtsdelen zijn wit. Nederlands dubbeldoelras, ondergaat Holsteinisatie.

33
Q
A

Oost-Vlaams Witrood

Lokaal dubbeldoelras, nogal veel rood op de hals, over het geheel meer wit dan rood.