Ruggemergbanen Flashcards
Hoe noem je een axon dat aan dezelfde kant blijft liggen als waar de prikkel wordt gedetecteerd?
Ipsilateraal. Als het axon dan links gelegen is in het lichaam dan zal het ook aan de linkerzijde van de hersenen of ruggenmerg binnentreden.
Wat is er kenmerkend voor onbewuste waarneming?
Dat we maar twee neuronen nodig hebben, de doorschakeling zal plaats vinden naar de cerebellaire cortex.
Wat is er kenmerkend voor bewuste waarneming?
Dat we drie neuronen nodig hebben. Het derde neuron is gelegen in de thalamus en schakelt door naar de hersenschors.
Waar is het tweede neuron altijd gelegen?
In de medulla oblongata of de ruggenmerg.
Wat doet het axon van het tweede neuron altijd?
Naar de contralaterale zijde overschakelen.
Wat is de functie van de thalamus?
Prikkels verzamelen en beslissen of de prikkels doorgaan naar andere gebieden. Wanneer prikkels doorgaan dan bepaald ook de thalamus naar waar welke gebieden dit doorgeschakeld wordt.
Welke 3 types van ruggenmergbanen vallen onder het algemene somatische afferente gedeelte?
- Bewuste proprioceptie en epikritische informatie. Dit is bewuste informatie.
- Proprioceptieve informatie die onbewust is.
- Temperatuur en pijn die samen bewuste informatie leveren.
Wat is een ander woord voor proprioceptie en leg het verder uit.
Posities zin. Is het vermogen van een organisme om de positie van de eigen lichaamsdelen waar te nemen. Je bent je bewust van een stand van een lichaamsdeel maar ook of je in beweging bent of stil staat. Dit wordt continue waargenomen.
Welke perifere zenuwen zien we bij bewuste proprioceptieve informatie en epikritische informatie?
We hebben het ganglion spinale en ter hoogte van de kop-regio hebben we het ganglion trigeminale.
Wat doet de lemniscus medialis?
Zorgt voor een switchen naar de contralaterale zijde. Dit is een bundeling van alle axonen die overschakelen, deze kruipt omhoog en gaat rostraal en de axonen gaan toekomen in de thalamus, daar gaat een derde neuron te wachten en deze gaat beslissen of de informatie verder wordt gestuurd of niet.
In wat deelt de n. trigeminus zich op?
In 3 delen, dit gebeurt kort nadat de zenuw uit de schedel is gekomen.
- N. Opthalmicus, voor structuren rondom het oog.
- N. Maxillaris, deze loopt naar de bovenkaak.
- N. Mandibularis, deze loopt naar de onderkaak.
Waar denk je aan bij de n. trigeminus?
Over de sensibiliteit ter hoogte van het hoofd. Het gaat dan over tast, druk, pijn en temperatuur.
We hebben ook een motorisch gedeelte. De kern van het motorische gedeelte is gelegen in het centrale zenuwstelsel.
Welk deel van de n. trigeminus is motorisch?
De n. mandibularis, dit is somatisch efferente informatie.
Wat gebeurt er met de verzamelde informatie van het ganglion trigeminale?
Deze informatie komt toe, via de takken van de n. trigeminus, in het ganglion trigeminale en stuurt de informatie naar een tweede neuron.
Wat is de somatische afferente informatie van de n. trigeminus?
Het gevoelsgedeelte. Dus druk, tast, pijn en temperatuur.
Wat volgt er op de ganglion trigeminus?
- Tractus spinale, dit verloopt via de nucleus tractus spinalis. Voornamelijk voor pijn en warmte.
- Tractus pontis, Nucleus pontis
Is voor het fijn tastgevoel huid, tanden, slijmvliezen, proprioceptie hoofdspieren. - Tractus mesencephali, drukgevoel tandvlees en
dieptegevoel kauwspieren.
Vervolgens wordt deze informatie doorgestuurd naar de hersenschors, op die manier wordt je bewust van de prikkel.
Waar ontstaat de n. trigeminus?
Ter hoogte van de pons. Bij het corpus trapezoidum. Op het verloop van de zenuw zien we het ganglion trigeminale.
In wat deelt de n. opthalimicus zich op?
Deze is enkel maar sensibel, en verloopt naar de oogkas.
- N. Lacrimalis, deze gaat naar de traanklier gaan ter hoogte van de laterale ooghoek/bovenste ooglid.
- N. Frontalis, is een tak die mediaal in de oogkas gaat lopen. Deze gaat naar de sinus, naar het bovenste ooglid en naar de huid van het voorhoofd.
Bij grote huisdieren komt deze aan het oppervlak als de n. supraorbitalis, via het foramen supraorbitalis. - N. Nasociliare, deze tak loopt mediaal en gaat zich ook weer verder vertakken.
• R. communicans
• N. ethmoidalis : Voor tast en pijn ter hoogte van de neus. De n. olfactorius transporteerd geur.
• N. infratrochleari :
• Nn. ciliaris :
Welk ganglion ligt er op het verloop van de n. oculomotorius?
Het ganglion ciliare.
In wat kunnen we de n. maxillaris opdelen en van wat is deze zenuw een onderdeel?
Deze zenuw is onderdeel van de n. trigeminus.
We kunnen deze opdelen in een
- N. Zygomaticus, die zenuw blijft aan de laterale zijde.
We kunnen deze ook weer op delen is in een n. zygomaticus temporalis, deze zenuw gaat naar de oor/hoorn basis en is van belang bij het onthoornen.
We hebben ook de n. zygomaticus facialis, deze gaat zich vertakken in het harde en zachte gehemelte en bij het paard. - N. Infraorbitale, deze gaat in het foramen maxillare duiken en loopt in het infraorbitaal kanaal. Komt naar buiten via het foramen infraorbitale. Dit is een zuiver sensibel deel. Gaat in de neusholte de sinus innerveren, en de tanden van de bovenkant.
Ook de lip en de onderkant van de neus.
Wat is een toepassing van de n. infraorbitalis?
Een dier op deze manier fixeren, door het opzetten van een praam. Dit is zeer pijnlijk, het dier wilt dus wel stil staan.
Het risico is dat dit te lang gebeurt en daardoor de zenuw te hard gekneusd is en het gevoel volledig verdwenen is.
Vertel alles wat je weet over de n. mandibularis
Dit is een onderdeel van de n. trigeminus. Deze is naast sensibel ook motorisch.
We vinden motorkernen terug ter hoogte van de pons. De zenuwvezels vertakken in de m. masseter en de m. temporalis.
Wat zie je bij een defect van de n. mandibularis?
Een dropped jaw, dit is een afhangende mond.
Welke takken zie je bij het sensibele deel van de n. mandibularis?
- N. Buccalis, deze gaat het slijmvlies van de wangen innerveren.
- N. Auriculotemporalis, deze gaat naar het oor en de slaapstreek. Gaat naar de uitwendige gehoorgang en voorkant van de oorschelp. Stuur bij dieren met een hoorn ook takjes naar de hoorn toe.
- N. Alveolaris inferior, deze gaat naar de tandalveolen in de onderkaak. Gaat doorheen het foramen mandibulare en gaat takjes naar de tanden sturen. En komt via het foramen mentale naar buiten. Daar loopt die zenuw verder als de n. mentalis.
Gaat daar de kin en de onderlip innerveren. - N. Lingualis, Is een zenuwbundel in de tong, deze bevat niet enkel stukjes van de n. mandibularis maar ook van andere zenuwen. (deze staan in voor smaak)
Gaat pijn, tast en temperatuur transporteren.
Hoe kun je de n. trigeminus testen?
Door middel van het ooglid reflex. Wanneer de n. temporalis aangedaan is gedurende een lager tijdstip dan zullen we ook atrofie zien van de m. temporalis.
Hoe voer je een ooglid reflex uit?
Door mediaal te tikken ter hoogte van het oog.
De bezenuwing wordt hier uitgevoerd door de n. trigeminus. Lateraal wordt dit uitgevoerd door de n. opthalmicus. Het efferente luik is de n. facialis.
Welke zenuwen verdoof je bij het onthoornen?
De n. zygomaticus temporalis en de n. auriculotemporalis.
Welke kopzenuw is de 5e kopzenuw?
N. trigeminus.
Welke kopzenuw is de 6e kopzenuw?
De n. abducens
Wat weet je over de ‘componenten’ van de n. abducens?
Dat deze zuiver motorisch is.
Waar vinden we de n. abducens terug?
Ter hoogte van het verlengde merg.
Wat is de functie van de n. abducens?
Bezenuwen van een oogspier, die de oogbol naar lateraal trekt.
Welke zenuw is de 7e kopzenuw?
De n. Facialis
Wat is een abnormale posturale reactie?
Dit zijn abnormale reacties op de plaatsingsreflexen. Er is dan iets mis met de proprioceptie.
Wat heb je nodig voor doelgerichte en preciese beweging?
Proprioceptieve informatie en informatie vanuit het vestibulair apparaat.
Voor wat staat de afkorting LMN en waar zijn deze gelegen?
Dit staat voor lagere motorneuron en deze zijn gelegen in de ventrale hoorn van het ruggenmerg. Ze zorgen voor activatie van de strekspieren.
Voor wat staat de afkorting UMN en waar zijn deze gelegen?
Dit staat voor hogere motorneuron, deze zijn gelegen in de hersenschors (Is dus een bewuste activiteit). Zorgen voor een inhibitie van de LMN. Omvat het pyramidale en extra-pyramidale systeem.