Romeinen en de wet (KA6) Flashcards

1
Q

Welke drie nieuwe ideeën hebben we nu in dit tijdvak behandeld (inclusief deze powerpoint).

A
  1. Polis (6e eeuw politieke herinrichting) en Logos (5e eeuw)
  2. Sofisten en Sokraten (5e eeuw) Bloeiperiode
  3. Een nieuw soort wet (3e eeuw Romeinen) STOA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat hebben Plato, Socrates en Aristoteles met elkaar gemeen?

A

Plato was een leerling van Socrates.

Plato was weer de leraar van Aristoteles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke andere gedachte had Aristoteles over een Staat t.o.v. Plato?

A

Een goede staat is niet afhankelijk van goede mensen (theorie van Plato) maar van goede wetten.
Wetten gebaseerd op de rede.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke manier van denken hadden de Grieken over hun burgers? En waarom konden de Romeinen deze manier van denken niet veroorloven?

A
  • De burger was een inwoner van de Polis
  • Daarnaast had je andere Grieken
  • (VER) Daarna kwamen barbaren

Romeinen konden zich deze manier van redeneren niet veroorloven omdat zij een rijk bestuurden dat groter was dan een Polis. Grieken waren eerder tevreden met hun grondgebied (Spartanen hadden de Peloponnesos), Romeinen wilden meer grondgebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was de STOA? En welk uitgangspunt hadden zij?

A

Filosofische stroming uit de hellenistische periode (rond 300 v.C.)

Je kunt de wereld opdelen in twee delen:

  • De wereld van het individu, zijn handelingen, gevoelens, emoties, etc.
  • Het individu moet zijn handelingen, emoties, etc. onder controle houden.
  • De wereld van de rest.
  • Hier heeft het individu geen controle over en dus moet je je daar niet negatief door laten beïnvloeden. Je moet ze gewoon accepteren (stoïcijns ondergaan).

NB: De hellenistische periode is een mengeling van alle culturen. Als leider
geen rekening houden met alle emoties en meningen. Gewoon alles stoïcijns ondergaan. Anders kun je niet leiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

STOA was ook een soort geloof. Hoezo?

A

*Twee geloofsuitgangspunten:

  • Er is een God die de aarde bestuurd en deze God is redelijk en goed.
  • God staat tot de mens als een vader tot een kind.
  • Praktisch uitwerking is:
  • God is redelijk en Goed en die heeft wetten gemaakt > natuurlijke wetten overplaatsen naar een maatschappij (bv hoofd, hart en handen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de relatie tussen God en Mens

A
  • God = rede(lijk), God is denken, GOD LOGOS
  • Mens = denkt ook, mens heeft rede, mens heeft verstand (logos).

De mens kan God dus begrijpen door na te denken (logisch te redeneren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is dan de wet?

A
  • God bestuurt de wereld
  • God heeft een Plan
  • universele wetten en die zijn goddelijk dus onveranderlijk en eeuwig. Hier mag je niet tegenin gaan.
  • Dit is het beste Criteria voor het Romeinse Recht.
  • Ultiem rationeel (dus goddelijk)
  • Universeel en onveranderlijk

Universeel = het geldt voor IEDEREEN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat vervangt deze wet kijkend naar de Polis? En waarom moest De Wet komen binnen het Romeinse Imperium?

A

Hij vervangt het verantwoordelijkheidsgevoel* van de Polis (en van andere kleine staten).

*burgerschapsidee (burger = je had rechten en plichten t.o.v. een groep gelijken in de Polis / Er was geen scheiding tussen privé en publiek)

Het Romeinse Rijk bestond uit heel veel gebieden/gebiedjes met hun stammen, volkeren, inwoners, etc.
Die moesten op de één of andere manier een eenheid worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De STOA loopt helemaal door in de Romeinse tijd. Welke drie punten kwamen in de Romeinse tijd goed naar voren?

A
  • Eenheid van het menselijke ras.
  • Gelijkheid van alle mensen
  • Gelijkwaardigheid van man en vrouw

*Ideaal als uitgangspunten voor een wereldrijk!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

BONUS: Wat gebeurde er met het oude ideaal van de sofisten?

A

Het oude ideaal van de sofisten ‘kosmopolitisch burgerschap’ werd overgenomen door de stoa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurde er na De Wet met elk volk dat veroverd werd?

A

Elk volk dat werd veroverd kwam onder het Romeins Recht te vallen en daar konden –op één volk na (de Joden, zij wilden de Keizer niet erkennen)- al deze volkeren goed mee leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly