Griekenland: De Polis en Logos (KA4) Flashcards

1
Q

Welke volkeren (Rijken) bestonden er tussen 9000 – 1200 v.C. rondom het Nabije Oosten / Mesopotamië.

A
Diverse beschavingen
Jericho
Sumeriërs,
Akkadiërs
Assyriërs
Babyloniërs
Egyptenaren
Hethieten (strijdwagens)
Minoërs (knossos, creta, handel)
Myceniërs (de eerste Grieken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

A) Wanneer was er sprake van chaos?

B) Waardoor werd deze chaos veroorzaakt? (3)

A

1200 v.C. – 1000 v.C.
Periode van verwoesting.
Geen enkele beschaving overleefde.

Redenen:

*Klimaatverandering: droger
Minder voedsel, grote schaarste

*Invallen van zeevolkeren
Een eindeloze serie aanvallen van rovergroepen.
Vernietigt alle vormen van handel

*Aardbevingen
Verwoestingen
Boze goden, religieuze problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

A) Welke nieuwe Rijken ontstaan er? En wanneer?

B) Geef per Rijk enkele kenmerken weer.

A

1000 v.C. – 750 v.C

Als alles kapot is, komen er nieuwe kansen voor nieuwe mensen met nieuwe ideeën.

*Neo-Assyrische Rijk 900 - 600 v.C. (Bijbel)
Privé ondernemerschap (handel)

*Neo-Babylonisch Rijk 600 - 539 v.C. (Bijbel)
Wijsheidliteratuur
Astronomy

*Persische Rijk 557 – 500 v.C. 
Moreel Dualisme (goed en kwaad)

*Israëlische stammen
Monotheïsme (op basis van een verbond)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

A) Wat waren de Grieken kwijt geraakt tussen 1200 en 1000 v.C.?
B) Hoe woonde het merendeel van de mensen en waar leefden zij van?

A

Wat waren de Grieken kwijt geraakt tussen 1200 en 1000 v.C.?

  • Kennis van lezen en schrijven
  • 99% van de handel
  • Erg veel mensen, daling populatie
  • Geen steden meer
  • Akkerbouw was sterk gereduceerd

*Het gros van de mensen woonde in kleine nederzettingen en leefden van de veeteelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In het Donkere tijdperk krabbelden weer veel zaken op! Noem een aantal voorbeelden en gevolgen.

A

1000 – 750 v.C.

Handel komt weer langzaam op gang

*Veel contacten met het Midden-Oosten
*Grieken nemen het Phoenicische alfabet over en leren weer lezen en schrijven
*Grieken leren de kunst van het ijzerbewerken
-Er ontstaat een kleine rijke elite
Creëert een nieuwe vorm
van politiek/macht

Oligarchie/aristocratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zagen de nieuwe ideeën van de elite er uit?

A
  • De nieuwe elite wilde de macht niet afstaan, dus er kwamen geen koningen meer.
  • Hoge status en hoge bestuursfuncties verkreeg je door uitzonderlijkheid (arete), uitzonderlijke prestaties.
  • Dit alles vond plaats in een nieuwe politieke, sociale en culturele eenheid: de Polis!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

A) Wat werd bedoeld met het idee: Burgerschap?
B) Wie werden er juist wel en juist niet bedoeld als burgers?
C) Hoe zag de stadsraad eruit?
D) Hoe werd de stadsstaat geregeerd?

A

Nieuw idee: BURGERSCHAP

A)

  • i.p.v. onderdanen
  • Het was iets dat je deelde
  • Net als familie
  • Soort band
B) 
Alle burgers zijn gelijk (voor de wet)
*Burgers zijn autochtone mannen van 20+
-Geen burgers zijn: vrouwen, vreemdelingen en slaven.
-Mannen zijn burger door geboorte.

C)
Alle 20+ (Sparta 30+) mannen vormen samen de stadsraad.
De invloed van deze stadsraad neemt in de loop der tijd toe, vooral in Athene.

D) Burgers regeren de stadsstaat.
Diverse functies
Gekozen (begin), aristocratie
Geloot (later), democratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt bedoeld met moreel burgerschap?

A

*Burgerschap is een plicht

  • Nauwelijks scheiding tussen privé en publiek.
  • Politiek is een sociale plicht
  • Actieve rol

*Voorwaarden

Vrijheid, vrije meningsvorming en –uiting, recht op informatie, etc. (Hedendaagse grondrechten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg uit waarom de stadstaat als ideaal werd gezien.

A
  • De stadstaat was een gemeenschap wiens leden een harmonieus leven leden, wiens leden allen een actieve rol in het bestuur speelden, waar niet gediscrimineerd werd op basis van afkomst of rijkdom en waar ieder lid zijn talenten kon ontplooien.
  • Helaas werden openbare functies niet betaald, en daardoor kwam er van het ideaal niet veel terecht. (Tot Pericles betaalde functies invoerde)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

A) vanaf wanneer ontstond het nieuwe idee over de Orde?

B) Wat is het verschil tussen het basisidee en het nieuwe idee.

A

A) Vanaf ca. 600 v.C.- heden

B) Basisidee: Mythe
-Godenverhalen verklaren de wereld

Nieuw idee: Logos
Het verstand verklaart de wereld
Ionische natuurfilosofen hebben geen goden meer nodig om natuurverschijnselen te verklaren.
4 elementenleer
Reden: contacten met het oosten (Perzië)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is analogie? Wat vroegen filosofen zich af?

A
  • Deze orde is ook in de natuur
  • In de maatschappij is een vorm van orde
  • Filosofen vroegen zich af: Is er een verband tussen de orde in de natuur en die in de maatschappij?
  • Ja, Logos
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent Logos?

A

Logos = ordenend principe

-Dat zit in de natuur
-Dat zit dus ook in de natuurlijke mens
*Noemen we verstand
Logos herkent logos.
-Ons verstand herkent andere ordenende principes.

*Onze logos heeft de Polis gecreëerd, wat dus ook een geordend principe is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe dacht Plato over hiërarchie? Zijn zij allen gelijkwaardig?

A

Antwoord: Plato: Nee, de meest natuurlijke staat is de beste staat.

Analogie hoofd, hart, handen.

Heeft het tot 1789 volgehouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly