Romantik (1795 - 1830) Flashcards

1
Q

Aan welke tijden was de romantiek gelijk?

A

De romantiek was parralel aan de klassieke periode en het was een soort voortzetting van de periode van Sturm & drang –> dus gevoel speelde speelde een grote rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een centraal motief voor de romantiek?

A

ze wilde ontsnappen uit de realiteit omdat ze erg ontevreden waren met hun eigen wereld door politieke ontevredenheid en maatschappelijke ongelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was het doel van deze periode?

A

Ze verlangen naar het onbekende, naar het verre, naar het zuiden en naar de dromen en verering van de Duitse middeleeuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de literatuur en kenmerken in deze periode.

A

Vooral sprookjes, novelle, roman en poezië. de kenmerken waren dat ze een open oog hadden voor de natuur en het volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie was een schrijver in deze tijd?

A

Grimm eichendorf, novalis (die Blaue Blume –> die stond erg symbool in de romantiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly