Rijm Flashcards
1
Q
volrijm
A
is als de beklemtoonde klinker en daarop volgende medeklinkers rijmen (gewone rijm)
2
Q
halfrijm
A
is als alleen de klinkers of de medeklinkers rijmen
3
Q
assonantie/klinkerrijm
A
goed/bloem, zwaar/spaak, slecht/pek
4
Q
alliteratie/medeklinkerrijm
A
… en een zucht van de ziedende zee
5
Q
rijk rijm
A
rijmwoorden zijn gelijk of klinken gelijk
6
Q
eindrijm
A
rijm aan het einde van de zin
7
Q
binnenrijm
A
2 woorden midden in een versregel rijmen
8
Q
midderijm
A
woorden in de versregel rijmen op woorden op dezelfde plaats in de
volgende versregel
9
Q
voorrijm/beginrijm
A
de eerste lettergrepen van achtereenvolgende versregels rijmen
10
Q
slagrijm
A
aa aa aa aa
11
Q
gepaard rijm
A
aabb ccdd
12
Q
gekruist rijm
A
abab cdcd
13
Q
omarmend rijm
A
abba cddc