Rijbewijs 1: Voertuig en rijbewijs Flashcards
het grondgebied
terrein waarover een staat, persoon enz. gezag uitoefent
territory
territory over which a state, person, etc. exercises authority
op de avond van wettelijke feestdagen
on the evening of legal holidays
voorzien
voorzag, heeft voorzien
De banden van een voertuig mogen alleen van sneeuwkettingen worden voorzien bij sneeuw of ijzel. De wet voorziet geen bepaalde periode.
to provide/to forecast or anticipate
The tires of a vehicle may only be fitted with snow chains in snow or ice. The law does not provide for a specific period.
verhelpen (=zorgen voor)
verhielp, heeft verholpen
Hij vond een oplossing en verhielp het probleem.
to remedy
He found a solution and remedied the problem.
in de eerste behoeften voorzien
provide for the first needs
daarin heeft de wet niet voorzien = dit is niet wettelijk geregeld
the law has not provided for this (= this is not regulated by law)
dadelijk
dadelijke hulp
Kom dadelijk naar hier!
immediate
Een bestuurder die achteruit rijdt moet de veiligheidsgordel niet dragen.
A driver reversing should not wear the seat belt.
gebreveteerd rijschoolinstructeur
certified driving school instructor
de MTM van de sleep (auto + aanhangwagen)
the GVM of the tow (car + trailer)
tow (буксир)
achterstevoren
je hebt je trui achterstevoren aan
backwards
you have your sweater on backwards
op de voorstoel plaatsen
put in the front seat
uitgeschakeld
turned off
vrijgesteld van de …
exempt from the …
personen met een medische vrijstelling.
persons with a medical exemption.
de insnijding van de banden
the incision of the tires
de tekening van de hoofdgroeven moet ten minste 1,6 mm diep zijn;
the drawing of the main grooves must be at least 1.6 mm deep;
in de meeste banden zijn slijtage-indicatoren aangebracht;
wear indicators are fitted in most tires;
het linnen mag op geen enkele plaats zichtbaar zijn.
the linen must not be visible in any place.
heringesneden banden
re-cut tires
de bandenspanning (bandendruk)
tire pressure
overschrijden
(overschreed, heeft overschreden)
zijn bevoegdheid overschrijden
to exceed
to exceed one’s authority
spijkerbanden
studded tires
rijstrook - rijstroken
lane (s)
zijn bestemd voor
are meant for
snelheidsplaat
speed plate
autosnelweg
motorway
van bespannen voertuigen
of stretched vehicles
met een onbeperkt vermogen
with unlimited power (мощностью)
onderbreken
(onderbrak, heeft onderbroken)
middenin afbreken: zijn werk onderbreken
in de rede vallen
to interrupt (interrupted, has interrupted)
abort in the middle: interrupt his work
interrupt
afbreken (brak af, heeft, is afgebroken)
1 door breken scheiden: een woord afbreken =een of meer lettergrepen ervan op de volgende regel zetten
2 door breken gescheiden worden; = breken
3 ontleden van samengestelde scheikundige verbindingen
4 plotseling ophouden met: de onderhandelingen afbreken
5 slopen, omverhalen
6 afkammen: iem. afbreken
break down (broke off, has, has broken down) 1 break apart: break a word = put one or more syllables of it on the next line 2 separated by breaking; = break 3 decomposition of compound chemical compounds 4 suddenly quit: break off the negotiations 5 demolish, knock down 6 combing: iem. breaking down
de randvoorwaarde
bijkomstige voorwaarde waaraan voldaan moet zijn
boundary condition
ancillary condition that must be met
het jobdoelwit -(witten)
job target
geschikt voor de job
schikken (schikte, heeft geschikt)
1in orde brengen
2 een conflict tot een oplossing brengen, doordat iedereen wat toegeeft
3 ordenen; stoelen om de tafel schikken
4 zich schikken in iets berusten
5 gelegen komen: schikt vanmiddag drie uur je?
suitable for the job
to arrange (arranged, has arranged)
1 put in order
2 resolve a conflict, because everyone admits something
3 arranging; arrange chairs around the table
4 to settle in resignation
5: does three o’clock suit you this afternoon?
het woonwerkverkeer
commuting
te inzetten (zette in, heeft ingezet) 1. te plaatsen in; tussenin voegen 2. bij een verkoop het eerste bod doen 3. op het spel zetten: geld inzetten 4. beginnen 5. aanheffen 6. in actie brengen: troepen inzetten; zich inzetten (=opkomen voor)
to deploy
- to be placed in; insert in between
- Make the first offer at a sale
- stake: bet money
- Begin
- preamble
- put into action: deploy troops; to commit (= stand up for)
aanleren
(leerde aan, heeft aangeleerd)
zich door leren eigen maken: een taal aanleren
to teach
mastery by learning: learning a language
zich eigen maken
to assimilate
omruilen
(ruilde om, heeft omgeruild)
voor iets anders in ruil geven
exchange
give in return for something else
behalen
(behaalde, heeft behaald)
acquire (with effort)
rijbewijs te BEHALEN
achieve
to gain (with effort): to gain a victory OBTAIN driver's license
