rekenen hfst 6 Flashcards
1
Q
afschrijvingskosten
A
afschrijvingskosten=
(aanschafprijs - restwaarde) : aantal gebruiksjaren
2
Q
verkoopprijs
A
verkoopprijs=
inkoopprijs + brutowinstopslag
3
Q
consumentenprijs
A
consumentenprijs=
verkoopprijs + btw
4
Q
btw in de consumentenprijs
A
verlaagd btw= consumentenprijs : 109 x 9
normaal btw= consumentenprijs : 121 x 21
5
Q
omzet (verkoopopbrengst)
A
omzet=
afzet x verkoopprijs
6
Q
brutowinst en nettoresultaat
A
brutowinst= omzet - inkoopwaarde nettoresultaat= brutowinst - bedrijfskosten
7
Q
arbeidsproductiviteit
A
arbeidsproductiviteit=
totale productie per periode : aantal werknemers