hfst 6.4

Question 1

vaste kosten

Answer 1

kosten de gelijk blijven en dus niet veranderen of je nu meer of minder produceert zoals:
+huur van het bedrijfspand
+de afschrijving van je machines
+lonen van personeel in vaste dienst

Question 2

variabele kosten

Answer 2

die veranderen wel mee als je meer of minder produceert voorbeeld: grondstoffen

Question 3

productiecapaciteit

Answer 3

dat is de maximale hoeveelheid die een bedrijf kan produceren

Question 4

productiecapaciteit

Answer 4

dat is de maximale hoeveelheid die een bedrijf kan produceren

Question 5

de omvang van de productiecapaciteit wordt bepaald door

Answer 5

+ het aantal mensen dat in het bedrijf werkt
+ het aantal uren dat zij werken
+ de hoeveelheid kapitaalgoederen (zoals machines) die je gebruikt worden
ideaal is dat je productiecapaciteit in je bedrijf voor 100% benut

Question 6

arbeidsproductiviteit

Answer 6

is de productie pp in een bepaalde tijd

Question 7

arbeidsproductiviteit laten toenemen

Answer 7

dat kan door:
+ nieuwe technologie, bijv het gebruik van robots
+ een goede arbeid verdeling waarbij iedereen zich specialiseert in taken
+ scholing zoals cursussen waardoor je je werk beter kunt doen
+ prestatieloon je krijgt extra loon als je meer gepresteerd hebt
+ betere arbeidsomstandigheden en werksfeer

Question 8

maatschappelijke opbrengsten

Answer 8

meer productie is niet alleen belangrijk voor het bedrijf zelf. het heeft ook gevolgen voor de samenleving als dat positieve gevolgen heeft spreek je van maatschappelijke opbrengsten
voorbeeld: meer productie kan bijvoorbeeld meer banen opleveren

Question 9

maatschappelijke kosten

Answer 9

meer productie kan ook negatieve gevolgen hebben die noem je maatschappelijke kosten
bijv milieu schade veroorzaken zoals meer co2 uitstoot

Question 10

maatschappelijk verantwoord ondernemen

Answer 10

zij houden dan bij hun productie rekening met gevolgen voor mens en milieu