referentiewaardes Flashcards
1
Q
Schaap
A
A: 10-30
P: 70-90
T: 38.5-40.0
2
Q
vleesvarken
A
A: 15-25
P: 80-90
T: 39.0-40.0
3
Q
Paard
A
A: 8-14
P: 28-40
T: 37.4-38.0
4
Q
temperatuur ezel
A
36.5-37.5
5
Q
temperatuur veulen
A
pasgeboren: 37.2-38.9
tot een maand: 37.5-38.5
6
Q
rund
A
A: 10-30
P: 50-80
T: 38.0-39.0
7
Q
temperatuur kalf
A
38.5-39.5 (zowel pasgeboren als tot een jaar)
8
Q
biggen 8-12 weken
A
A: 20-30
P: 100-110
T:-
9
Q
pasgeboren biggen
A
A: 50-60
P: 210-230
T: 39.0-39.5
10
Q
volwassen varkens
A
A: 8-18
P: 65-75
T: 38.0-39.0
11
Q
hond
A
A: 10-30
P: 60-120
T: 38.0-39.0
12
Q
konijn
A
A: 32-60
P: 120-325
T: 37.5-39.5
13
Q
biggen 1-8 weken
A
A: 25-40
P: 120-130
T:-
14
Q
kat
A
A: 20-40
P: 120-180
T: 38.5-39.0