Gezelschapsdieren algemeen Flashcards
1
Q
Fixatie hond
A
- Muilkorf/Muilband
- Sfinx houding
- facelift (hond op de grond)
- zijligging
- zitten
2
Q
algemeen onderzoek volgorde
A
ademhaling pols temperatuur huid, beharing en hornige structuren slijmvliezen lymfeknopen
3
Q
Ademhaling
A
Diepte
Type
ritme
frequentie (hond 10-30, Kat 20-40)
4
Q
Pols
A
Kwaliteit -equaliteit -amplitude -kracht -vorm -vulling regelmaat uitval frequentie (hond 60-120, kat 120-180) symmetrie
5
Q
lichaamstemperatuur
A
Let ook op: staarttonus reinheid perineum stand anus anusreflex tonus recti aanklevende feces temperatuur (hond 38.0-39.0, kat 38.5-39.0)
6
Q
Huid
A
kleur bloedingen leasies dikte oplichtbaarheid sensibiliteit turgor temperatuurextremiteiten oedeem
7
Q
Beharing
A
type kleur glans aansluiting alopecia dichtheid losse haren ectoparasieten
8
Q
hoorn
A
huid-hoorn overgang grootte vorm kleur pijnlijkheid aard van oppervlak
9
Q
slijmvliezen welke?
A
Sclera, conjunctiva, mondslijmvlies
10
Q
slijmvliezen wat?
A
Sclera: kleur, vaatinjecties Conjunctiva: kleur, vochtigheid, bloedingen, leasies Mondslijmvlies: kleur, vochtigheid, bloedingen, leasies, CRT
11
Q
lymfeknopen beoordelen op?
A
grootte vorm consistentie verplaatsbaarheid pijnlijkheid
12
Q
welke lymfeknopen
A
Lnn. mandibularis (te voelen)
lnn. retropharyngeaal (niet te voelen)
Lnn. prescapulair
Lnn. axilaris (niet te voelen)
Lnn. axillaris accesorius (mogelijk niet te voelen)
Lnn inguinalis superfacialis (bij teef niet te voelen)
Lnn. poplitei