RBTO Flashcards

1
Q

Wat is GOO?

A

Gericht op het vinden van een snelle en bevredigende oplossing

GOO staat voor Gericht op Oplossingsgericht Onderhandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de doelen van GOO?

A
  • Partijen de mogelijkheid geven tot een bevredigende oplossing
  • De relatie tussen partijen normaliseren
  • Besluit hoeft niet altijd onrechtmatig te zijn
  • Gezamenlijk een oplossing vinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voor welke zaken is GOO geschikt?

A

Alle zaken mits instemming van beide partijen om samen te werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt het GOO-proces?

A
  • CRvB stuurt GOO-brieven in geselecteerde zaken
  • Beide partijen geven aan dat ze GOO-behandeling wensen
  • Partijen moeten bereid zijn om informatie te delen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat biedt GOO?

A
  • Zitting zonder tijdsdruk
  • Snelle behandeling met 1 rechter
  • Rechter als bemiddelaar
  • Directe mondelinge uitspraak als er geen oplossing kan worden gevonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van de rechter in GOO?

A
  • Geeft voorlopig oordeel
  • Bemiddelt
  • Helpt bij het vinden van een oplossing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet een juridisch adviseur in GOO?

A
  • Adviseert over juridische aspecten
  • Zoekt naar ruimte voor onderhandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn ervaringen met GOO?

A
  • Burgers staan positief tegenover GOO
  • Bestuursorganen zijn soms terughoudend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn redenen voor terughoudendheid bij bestuursorganen?

A
  • Ongeschikte zaken
  • Angst voor dwangsom
  • Overtuiging dat gewone zitting ook geschikt is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de evaluatiepunten van GOO?

A
  • Zaken komen sneller op zitting
  • Partijen zijn tevreden over GOO-rechter
  • Hoog percentage schikkingen (93%)
  • Meer werkplezier bij CRvB-medewerkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn aandachtspunten bij GOO?

A
  • Lengte van de zitting
  • Informatievoorziening voorafgaand aan de zitting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de Harvard onderhandelingstechnieken?

A
  • Scheiden van de mensen van het probleem
  • Focussen op belangen in plaats van posities
  • Zoeken naar oplossingen in het belang van beide partijen
  • Gebruik van objectieve criteria
  • Duidelijke alternatieven voor onderhandelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de lagen van ‘De Schillen’ in conflictanalyse?

A
  • Standpunt
  • Overtuiging, motieven
  • Belangen
  • Persoonlijk belang
  • Kern
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn beperkingen van de klassieke procesvoering?

A
  • Probleem niet altijd opgelost
  • Te strikte interpretatie van rechters
  • Uitspraak doet niet altijd recht aan de zaak
  • Hoge drempel voor kwetsbare groepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Dictum?

A

Het onderdeel van een rechterlijke uitspraak waarin de beslissing wordt gegeven

Het Dictum wordt voorafgegaan door overwegingen van de rechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de vier dicta die een bestuursrechter kan uitspreken.

A
  • Onbevoegd
  • Niet-ontvankelijk
  • Ongegrond
  • Gegrond

Deze dicta geven de verschillende mogelijkheden aan van de rechter bij het oordelen over een zaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat betekent finale geschilbeslechting?

A

De rechterlijke uitspraak maakt duidelijk welk besluit voor de toekomst geldt

Dit betreft de definitieve beslissing van de rechter in een geschil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat houdt het instrument ‘passeren van schending van het recht’ in?

A

De rechter laat een schending van een rechtsregel in stand als aannemelijk is dat alle belanghebbenden niet zijn benadeeld

Dit was tot 2013 alleen mogelijk bij schending van vormvoorschriften.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er bij het instrument ‘vernietigen besluit & in stand laten rechtsgevolgen’?

A

De rechter vernietigt het besluit, maar de rechtsgevolgen blijven bestaan

Dit kan om proceseconomische redenen of vanwege ondoenlijkheid zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt het instrument ‘vernietigen besluit & zelf in de zaak voorzien’ in?

A

De rechter vernietigt het besluit en neemt zelf een nieuw besluit in plaats van het bestuursorgaan

Dit kan alleen als de rechter overtuigd is van de uitkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de ‘bestuurlijke lus’?

A

De rechter stelt het bestuursorgaan in de gelegenheid om het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen

Dit gebeurt voordat hij een einduitspraak doet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de ‘burgerlus’?

A

Een nieuw concept dat de burger de gelegenheid geeft om zijn beroepschrift aan te vullen

Dit is bedoeld om een omissie juridisch te herstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke beginselen moet de rechter altijd in acht nemen bij het kiezen van een instrument?

A
  • Machtenscheiding
  • Deskundigheid

Deze beginselen zijn essentieel voor een rechtvaardige uitspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat houdt een voorlopige voorziening in ?

A

Een voorlopige voorziening is eentijdelijke maatregeldie door de rechter kan worden getroffen tijdens een bezwaar- of beroepsprocedure tegen een besluit van een bestuursorgaan. Het doel is om te voorkomen dat een besluit onomkeerbare gevolgen heeft, terwijl de hoofdzaak nog loopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Soorten voorlopige voorzieningen:

A
  • Schorsing van het besluit:De rechter schorst de werking van het besluit, geheel of gedeeltelijk.
  • Positieve maatregel:De rechter draagt het bestuursorgaan op om een bepaalde handeling te verrichten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Voorwaarden voor het treffen van een voorlopige voorziening:

A
  • Onverwijlde spoed:Er moet sprake zijn van een dringende situatie, gelet op de betrokken belangen. Dit is vaak het geval wanneer het besluit onomkeerbare gevolgen heeft.
  • Connexiteitseis:Er moet een bezwaar- of beroepsprocedure in de hoofdzaak aanhangig zijn.
  • Verzoeker is gerechtigd:Degene die de voorlopige voorziening aanvraagt, moet bevoegd zijn om dit te doen.
27
Q

Hoe beoordeelt de rechter het verzoek

A

De rechter beoordeelt of er sprake is van onverwijlde spoed en of de voorlopige voorziening toewijsbaar is. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de ingrijpendheid van de maatregel, de spoedeisendheid, de onomkeerbaarheid van de gevolgen en de belangen van beide partijen.

28
Q

wat houdt kortsluiting in ?

A

In sommige gevallen kan de rechteronmiddellijk in de hoofdzaak voorzien(art. 8:86 Awb). Dit betekent dat de rechter direct een uitspraak doet over het ingestelde beroep, zonder dat er een aparte procedure voor de voorlopige voorziening nodig is.

29
Q

Hoger beroep

A

Hoger beroep in bestuurszaken wordt in de meeste gevallen behandeld door deAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Uitzonderingen zijn er voor specifieke rechtsgebieden, zoals economische wetgeving, ambtenarenzaken en sociale zekerheid.

30
Q

Devolutieve werking:

A

De zaak wordt in hoger beroep in principeopnieuw behandeld. De hogere rechter heeft dezelfde bevoegdheden als de rechtbank. De partijen bepalen de omvang van het geding.

31
Q

Grondentrechter:

A

Degrondentrechterhoudt in dat een partij in hoger beroep alleen gronden kan aanvoeren die ook in eerste aanleg aan de orde zijn geweest. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft degrondentrechter verlaten, behalve inomgevingsrechtelijke zaken.

32
Q

Brummen-doctrine:

A

De Brummen-doctrine houdt in dat gronden die door de rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud zijn verworpen, niet opnieuw ter discussie kunnen worden gesteld in een nieuw beroep na een nieuw besluit van het bestuursorgaan.

33
Q

Wat is de relativiteitseis in het bestuursrecht?

A

De relativiteitseis houdt in dat de bestuursrechter een besluit niet vernietigt op grond van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. Dit is vastgelegd in artikel 8:69a Awb.

34
Q

Wat is het verschil tussen belanghebbendheid en relativiteit?

A

Belanghebbendheid moet worden onderscheiden van relativiteit. Belanghebbendheid heeft betrekking op de vraag of iemand door een besluit wordt geraakt. Om belanghebbende te zijn, moet een persoon of instantie voldoen aan de OPERA-criteria: objectief, persoonlijk, eigen, rechtstreeks geraakt en actueel belang. Relativiteit daarentegen ziet op de vraag of de ingeroepen rechtsnorm het belang van degene die zich daarop beroept beschermt.

35
Q

Welke toetsen zijn van belang bij de toepassing van artikel 8:69a Awb?

A

Bij de toepassing van artikel 8:69a Awb zijn de congruentietoets en de causaliteitseis van belang.

Congruentietoets: er moet congruentie bestaan tussen de schending van het belang waaraan betrokkene zijn beroepsrecht ontleent (waardoor hij belanghebbende is) en de beweerdelijke schending van de ingeroepen rechtsnorm (beroepsgrond).

Causaliteitseis: er moet voldoende causaal verband bestaan tussen het door appellant ingeroepen belang en de gevolgen die de ingeroepen rechtsnorm probeert te voorkomen.

36
Q

contraire belangen

37
Q

verweven belangen

A

het algemene belang dat een publiekrechtelijke regeling beschermt, valt samen met individuele belangen. Publiekrechtelijke regelingen kunnen een algemeen belang als beschermingsdoel hebben, dat de optelsom kan zijn van een groot aantal individuele belangen (bijvoorbeeld Wet toezicht verzekeringsbedrijf) of van niet tot individuen te herleiden belangen (bijvoorbeeld Natuurbeschermingswet). In sommige gevallen kunnen individuele belangen geraakt worden door aantasting van die algemene belangen, zoals het individuele belang van een goed woon- en leefklimaat dat verweven kan zijn met het algemene belang van natuurbescherming. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak “Tuibrug Hoorn”, waarbij de belangen van appellanten bij behoud van een goede leefomgeving verweven waren met de algemene belangen die de Natuurbeschermingswet beoogt te beschermen.

38
Q

Wat is de correctie Widdershoven?

A

De correctie Widdershoven houdt in dat de schending van een norm die niet de bescherming beoogt van de belangen van een belanghebbende, kan bijdragen tot het oordeel dat het vertrouwensbeginsel of gelijkheidsbeginsel is geschonden. De ABRvS heeft deze correctie toegepast in de uitspraak-Slijtersunie. In de uitspraak-Praxis was echter niet voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de correctie Widdershoven.

39
Q

vereisten voor het indienen van een beroepsschrift

A

Een beroepsschrift moet de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar of beroep is gericht, en de gronden van het beroep bevatten.

40
Q

Informatieplicht

A

Partijen zijn verplicht schriftelijke inlichtingen te geven. De rechter kan sancties opleggen als partijen niet aan deze plicht voldoen. Stukken kunnen om gewichtige redenen worden geweigerd of alleen ter kennisname van de rechter worden verstrekt.

41
Q

Vooronderzoek:

A

Het vooronderzoek dient ter voorbereiding op het onderzoek ter zitting. Comparitie kan worden ingezet als drukmiddel of om de behandeling van de zaak te sturen. Deskundigenadvies kan worden ingewonnen.

42
Q

Tiendagentermijn.

A

Tot tien dagen voor de zitting kunnen partijen nadere stukken indienen. Na deze termijn kunnen alleen relevante feiten en omstandigheden worden ingebracht die de tegenpartij niet onredelijk in haar procesvoering bemoeilijken.

43
Q

Burgerlus

A

De rechter kan de zitting schorsen om de appellant gelegenheid te geven voor nadere toelichting of onderbouwing.

44
Q

Omvang van het geding

A

De bestuursrechter doet uitspraak op basis van het beroepsschrift, de overgelegde stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter zitting. De rechter mag niet buiten het door de eiser begrensde geding treden.

45
Q

Aanvullen van rechtsgronden

A

De rechter mag de door de eiser aangevoerde gronden aanvullen met toepasselijke rechtsregels, inclusief beleidsregels.

46
Q

Ambtshalve toetsing

A

De rechter toetst ambtshalve aan bepalingen van openbare orde, zoals rechterlijke bevoegdheid, bestuurlijke bevoegdheid, de ontvankelijkheid van bezwaar en beroep, en bepalingen van het EVRM en Unierecht die voldoen aan onze opvatting over openbare orde.

47
Q

Niet-ontvankelijk

A

De rechter kan een beroep niet-ontvankelijk verklaren als niet is voldaan aan formele voorschriften, als er geen procesbelang (meer) is, of als de eiser zijn zin heeft gekregen of zijn zin niet meer kan krijgen.

48
Q

Exceptieve toetsing

A

De rechter toetst ambtshalve de verbindendheid van wettelijke regelingen aan algemene rechtsbeginselen. De intensiteit van de toetsing is afhankelijk van de beslisruimte die de wetgever heeft.

49
Q

Proceskosten

A

De bestuursrechter kan een partij veroordelen in de proceskosten van de andere partij. Dit gebeurt echter slechts in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld bij misbruik van procesrecht.

50
Q

Kenmerken van de bezwaarschriftprocedure

A

● De procedure vindt plaats bij het orgaan dat het besluit heeft genomen (art. 1:5 en 7:1 Awb).

● Het is in beginsel verplicht om de bezwaarschriftprocedure te doorlopen voordat je naar de bestuursrechter kunt (art. 8:1, 7:1 en 6:13 Awb).

51
Q

Functies van de bezwaarschriftprocedure:

A

●Rechtsbeschermingsfunctie: biedt de mogelijkheid tot bestuurlijke heroverweging en juridische herbeoordeling van het besluit.

● Leerfunctie: fouten in het besluit kunnen leiden tot leermomenten voor het bestuursorgaan.

●Filter- of zeeffunctie: reduceert het aantal procedures bij de rechter.

●Verduidelijkings- of dossiervormingsfunctie: helpt bij het vormen van een duidelijk dossier voor de bestuursrechter.

52
Q

Uitzonderingen op de hoofdregel (eerst bezwaar):

A

●Rechtstreeks beroep bij de rechter:
○ bij niet tijdig beslissen (art. 7:1 lid 1 sub f Awb)
○ in gevallen genoemd in de Regeling rechtstreeks beroep (art. 7:1 lid 1 sub g jo. Regeling rechtstreeks beroep)
○ bij prorogatie (art 7:1a Awb)

●Administratief beroep bij ander bestuursorgaan (in bijzondere wetten) (art. 8:5 jo. art. 7:1 Awb)

●Voorbereidingsprocedure afdeling 3.4 Awb (art. 7:1 lid 1 onder d Awb)

53
Q

Hoorplicht

A

● Horen is essentieel in de bezwaarschriftprocedure, met enkele uitzonderingen (art. 7:2-7:9 Awb).

● Belanghebbenden moeten de gelegenheid krijgen om stukken in te dienen en te bekijken (art. 7:5 Awb).

● Het horen kan worden gedaan door:
○ Het bestuursorgaan zelf.
○ Een persoon of meerdere personen die niet betrokken waren bij de voorbereiding van het besluit.
○ Een adviescommissie, de onafhankelijke voorzitter of een onafhankelijk lid daarvan.

● Belanghebbenden worden in elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij dit de zorgvuldige behandeling belemmert of er geheimhoudingsverplichtingen zijn (art. 7:6 Awb).

● Er moet een verslag van het horen worden gemaakt (art. 7:7 Awb).

● Het bestuursorgaan beslist of het horen openbaar is (art. 7:5 lid 2 Awb)

54
Q

Beslistermijn

A

:
● Hoofdregel: 6 weken na het verstrijken van de bezwaartermijn (art. 7:10 lid 1 Awb).

● Uitzondering: 12 weken als een commissie ex art. 7:13 Awb is ingesteld (art. 7:10 lid 1 Awb)

55
Q

Heroverweging

A

● Volledige heroverweging ‘op grondslag van het bezwaar’ (art. 7:11 Awb), inclusief rechtmatigheids- en beleidstoetsing.

● Herroeping van het besluit is ook mogelijk op andere gronden, maar de indiener van het bezwaar mag niet in een nadeligere positie worden gebracht, tenzij het bestuursorgaan de bevoegdheid daartoe ook los van de bezwaarschriftprocedure heeft (verbod van reformatio in peius).

● Besluit op bezwaar moet worden genomen op basis van de feiten, het recht en het beleid op het moment van het besluit op bezwaar (ex nunc toetsing), rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen die in het voordeel van de bezwaarmaker zijn.

56
Q

Gegrondheid bezwaar & herroeping besluit:

A

● Artikel 7:11 Awb eist geen beslissing over de gegrondheid van het bezwaar.

● Een gegrond bezwaar hoeft niet altijd tot herroeping van het besluit te leiden, bijvoorbeeld als een motiveringsgebrek kan worden hersteld.

● Redenen voor herroeping:
○ Onrechtmatigheid van het oorspronkelijke besluit.
○ Gewijzigd recht.
○ Doelmatigheidsoverwegingen.

57
Q

Adviescommissie

A

● Niet verplicht.
● Alleen een adviescommissie ex art. 7:13 Awb als de voorzitter onafhankelijk is.

● Overige leden mogen lid zijn van het bestuursorgaan.

●Advies geldt alleen als het is uitgebracht door de voltallige commissie.

●Inschakelen van een commissie heeft gevolgen voor:
○ De beslistermijn (art. 7:10 Awb).
○ De bevoegdheid om te beslissen over terinzagelegging van stukken, afzien van horen en openbaarheid van het horen (art. 7:13 lid 4 Awb).

58
Q

functies bezwaarprocedure

A

● Rechtsbescherming: het biedt burgers de kans om een besluit te laten heroverwegen.

● Leerfunctie: het bestuursorgaan kan van fouten leren.

● Filterfunctie: het aantal zaken dat bij de rechter terechtkomt wordt beperkt.

●Verduidelijking: het dossier wordt voor de rechter verduidelijkt.
Er zijn uitzonderingen op de verplichting om eerst bezwaar te maken:

● Rechtstreeks beroep bij de rechter is mogelijk in specifieke gevallen, zoals bij niet tijdig beslissen of prorogatie.

● Administratief beroep bij een ander bestuursorgaan is mogelijk in bijzondere wetten.

● De voorbereidingsprocedure (afd. 3.4 Awb) biedt een alternatieve route.

59
Q

De hoorzitting is een belangrijk onderdeel van de bezwaarschriftprocedure.

A

Belanghebbenden hebben het recht om gehoord te worden en stukken in te dienen. Het horen kan worden gedaan door het bestuursorgaan zelf, een onafhankelijke persoon of een adviescommissie.

60
Q

De beslistermijn voor het bezwaar is in principe zes weken, maar kan twaalf weken worden als een commissie is ingesteld

A

Het bestuursorgaan moet het besluit volledig heroverwegen, inclusief de rechtmatigheid en het beleid. Herroeping is mogelijk, maar de bezwaarmaker mag niet in een nadeligere positie komen te staan, tenzij de wet dit toestaat (verbod van reformatio in peius).

61
Q

adviescommissie

A

De voorzitter van de commissie moet onafhankelijk zijn. Het inschakelen van een commissie heeft gevolgen voor de beslistermijn en de bevoegdheden van het bestuursorgaan.

62
Q

de bronnen ook de algemene rechtsgang

A

De hoofdregel is bezwaar bij het bestuursorgaan, gevolgd door beroep bij de rechtbank en hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Er zijn uitzonderingen, zoals rechtstreeks beroep bij de rechter en beroep bij gespecialiseerde colleges. Cassatie is in principe niet mogelijk.