random Flashcards

1
Q

wireless transmission

A

data is encoded via modulatie van specifieke frequenties van elektromagnetische golven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fiber-optic cable (Glass or plastic fibers within cables)

A

data is encoded into PULSES of LIGHT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Metal wires within cables

A

Data is encoded into electrical impulses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat doet een hub

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet een router

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat doet een switch

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat doet een modem

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is crosstalk

A

De vervorming van het verzonden bericht door signalen die worden meegevoerd in aangrenzende draden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Encapsulation

A

De netwerklaag encapsuleert de Protocol Data Unit (PDU) van de transportlaag in een pakket. Het encapsulatieproces voegt IP-headerinformatie toe, zoals het IP-adres van de bron (verzendende) en bestemming (ontvangende) hosts. Het encapsulatieproces wordt uitgevoerd door de bron van het IP-pakket.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Flow control

A

Flow control: Dit is een mechanisme binnen netwerken dat ervoor zorgt dat de zender niet meer data verstuurt dan de ontvanger kan verwerken. Het voorkomt overbelasting door de gegevensstroom te reguleren, bijvoorbeeld door gebruik te maken van TCP’s venstertechniek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Access control

A

Access control: Dit verwijst naar de methoden en regels die bepalen wie toegang heeft tot het netwerk of netwerkresources. Het omvat technieken zoals firewalls, toegangsregels en authenticatiemechanismen om te zorgen dat alleen geautoriseerde gebruikers of apparaten verbinding kunnen maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Decoding

A

Decoding: In netwerken verwijst decoding naar het proces waarbij ontvangen data (zoals netwerkpakketten) wordt omgezet naar een leesbaar of bruikbaar formaat. Het omgekeerde proces van encodering vindt plaats op de ontvanger, zodat de data correct geïnterpreteerd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een prefix

A

De prefix omvat de eerste … bits van het ipv6 adres. bij /64 is dat 64 bits. Elk segment van een een ipv6 adres is 16 bits.

vb.
Bij het IPv6-adres 2001:DB8:D15:EA:CC44::1/64 hoort de prefix 2001:DB8:D15:EA::/64.

het adres heeft 8 segmenten hier dus het hele adres is 128 bits.

2001 = 16bits
DB8 += 32bits
D15 += 48bits
EA += 64bits

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

POP(Post Office Protocol)

A

E-mail ophalen en meestal lokaal opslaan (niet ideaal voor meerdere apparaten).

Kenmerken:
De meest gebruikte versie is POP3.
Wanneer een gebruiker e-mails ophaalt met POP3, worden de berichten meestal gedownload naar de lokale computer en van de server verwijderd (tenzij de optie om ze op de server te laten staan is ingeschakeld).
Het is minder geschikt voor gebruikers die toegang tot hun e-mail vanaf meerdere apparaten willen hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

IMAP(Internet Message Access Protocol)

A

E-mail ophalen met synchronisatie (geschikt voor meerdere apparaten).

Doel: IMAP wordt gebruikt voor het ophalen van e-mails van een mailserver.
Kenmerken:
Gebruikers kunnen e-mails op de server bekijken zonder ze te downloaden, wat handig is voor toegang vanaf meerdere apparaten.
IMAP synchroniseert de status van berichten (zoals gelezen/ongelezen) tussen de server en de client.
Meestal gebruikt als alternatief voor POP3 wanneer een gebruiker meerdere apparaten gebruikt om e-mail te controleren.
Versie: De meest voorkomende versie is IMAP4.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

HTTP(Hypertext Transfer Protocol)

A

Webpagina’s en middelen op het internet ophalen.

Doel: HTTP is het protocol dat wordt gebruikt voor het verzenden van gegevens op het World Wide Web.
Kenmerken:
Het regelt de communicatie tussen webservers en webbrowsers.
HTTP ondersteunt het ophalen van webpagina’s, afbeeldingen en andere middelen.
Het protocol is stateless, wat betekent dat elke aanvraag onafhankelijk is van andere aanvragen.
Beveiliging: HTTPS is de beveiligde versie van HTTP, die SSL/TLS gebruikt om de gegevensoverdracht te versleutelen.

17
Q

SMTP(Simple Mail Transfer Protocol)

A

gebruikt om e-mailberichten van de ene mailserver naar de andere te verzenden?

Doel: SMTP wordt gebruikt voor het verzenden van e-mails van de afzender naar de ontvanger of van de afzender naar een mailserver.

Kenmerken:
Het regelt de verzending van e-mailberichten via internet.
SMTP is verantwoordelijk voor het doorsturen van berichten naar de juiste mailserver.
Het protocol is voornamelijk gericht op het verzenden van berichten, niet op het ophalen of beheren van e-mail.
Gebruik: Wordt vaak in combinatie met IMAP of POP gebruikt voor het ontvangen van e-mails.

18
Q

als wat voor stoort protocol staat udp bekend

A

udp is best effort protocol