Module 3: Protocols and Models Flashcards

1
Q

wat zijn de 3 elementen van communicatie

A
  • Er is een bron (zender) zijn.
  • Er is een bestemming (ontvanger) zijn.
  • Er is een kanaal (medium) zijn dat zorgt voor het pad waarover communicatie kan plaatsvinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een communicatie protocol

A

de regels die communicatie volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Common computer protocols must be in agreement and include the following requirements:

A
  • Message encoding
  • Message formatting and encapsulation
  • Message size
  • Message timing
  • Message delivery options
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het doel van message encoding in computercommunicatie?

A

om informatie om te zetten in de juiste vorm voor transmissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn encoding(coderen) en decoding

A

encoding is een proces waarin informatie wordt omgezet naar een andere acceptabele vorm voor verzending. Met decoding keert het proces om zodat de info interpreteerbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe word gezorgd dat een message de juiste grootte is om over het betreffende medum te worden gestuurd

A

de messages die over het netwerk zijn verstuurd worden omgezet in bits. Daarna worden de bits encoded tot een patroon van licht, geluid of elektrische impulses. de ontvangende end device decode dan de message zodat deze interpreteerbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is flow control

A

Beheert de gegevensoverdrachtsnelheid en definieert hoeveel informatie kan worden verzonden en hoe snel het kan worden geleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is response timeout

A

Manages how long a device waits when it does not hear a reply from the destination

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de acces method

A

bepaald wanneer iemand een message kan sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is collision en wat gebeurt er met een verstuurde message wanneer collision plaatsvind

A

This is when more than one device sends traffic at the same time and the messages become corrupt. Some protocols are proactive and attempt to prevent collisions; other protocols are reactive and establish a recovery method after the collision occurs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is Unicast voor soort message delivery methode

A

Message delivery: one to one communication between end devices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is Multicast voor soort message delivery methode

A

Message delivery: one to many, typically not all end devices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is Broadcast voor soort message delivery methode

A

Message delivery: one to all end devices

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de functie van HTTP (Hypertext Transfer Protocol) protocol

A
  • Governs the way a web server and a web client interact
  • Defines content and format
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de functie van TCP(Transmission Control Protocol)

A
  • Manages the individual conversations
  • Provides guaranteed delivery
  • Manages flow control
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de functie van IP(Internet Protocol) protocol

A

Delivers messages globally from the sender to the receiver

17
Q

wat is de functie van Ethernet

A

Delivers messages from one NIC to another NIC on the same Ethernet Local Area Network (LAN)

18
Q

wat is een protocol suite

A
  • A group of inter-related protocols
    necessary to perform a communication
    function
  • Sets of rules that work together to help
    solve a problem
19
Q

welke lagen hebben network protocol suites

A

High layers
Low layers: concerned with moving
data and provide services to upper
layers

20
Q

Noem 4 protocol suites

A
  • Internet Protocol Suite of TCP/IP: most common protocol suite and maintained
    by the Internet Engineering Task Force
    (IETF)
  • Open System Interconnection (OSI) protocol: Developed by the International
    Organization for Standardization (ISO) and
    the International Telecommunications Union
    (ITU)
  • AppleTalk
    *Novell NetWare
21
Q

Wat is TCP/IP

A
  • An open standard protocol suite
    that is freely available to the public
    and can be used by any vendor
  • A standards-based protocol suite
    that is endorsed by the networking
    industry and approved by a
    standards organization to ensure
    interoperability
22
Q

Op welke lagen van het osi model opereert TCP/IP

A

Application
Transport
Internet
Network Acces

23
Q

wat zijn de voordelen van een layered network model

A
  • helpt bij protocolontwerp
  • bevordert concurrentie tussen leveranciers
  • voorkomt dat een technologie die op één laag functioneert, een andere laag beïnvloedt
  • biedt een gemeenschappelijke taal voor het beschrijven van netwerkfunctionaliteit
  • helpt bij het visualiseren van de interactie tussen elke laag en protocollen tussen elke laag
24
Q

Een webclient stuurt een verzoek voor een webpagina naar een webserver. Wat is vanuit het perspectief van de client de juiste volgorde van de protocolstack die wordt gebruikt om het verzoek voor verzending voor te bereiden?

A
  1. HTTP regelt de manier waarop een webserver en client interacteren.
  2. TCP beheert individuele conversaties tussen webservers en clients.
  3. IP is verantwoordelijk voor de levering via het beste pad naar de bestemming.
  4. Ethernet neemt het pakket van IP en formatteert het voor verzending.
25
Q

Wat is het communicatieproces van TCP/IP

A

.