Rampen en crisissituaties Flashcards

1
Q

Doelen medisch interventieplan

A

1 Hulpverleningsmodel strevend naar optimalisatie van de beschikbare hulpverleners en -middelen.
2 Principes hanteren vanuit visie van collectieve hulpverlening, gecoördineerde aanpak.
3 Vermijden dat reguliere medisch sanitaire infrastructuren en diensten overbelast worden.
4 Dagdagelijkse dringende geneeskundige hulpverlening verder verzekeren.
5 Plannen en acties van disciplines in overeenstemming brengen met elkaar.
6 Organisatie van de keten voor medische hulpverlening optimaal beheren om slachtoffers op de best mogelijke wijze te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taken VMP

A

1 Registratie slachtoffers
2 Triage
3 Stabilisering en conditionering
4 Verder verwijzen in medische keten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zones VMP

A
Triagezone IN
- Triage in 1,2,3
- Registratie
Verzorgingszone
- Conditionering
- Medisch toezicht en evaluatie 
Regulatie OUT 
- Regulatie
- Oriëntatie
- Transport
- Registratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Actieve disciplines bij een ramp

A

1: brandweerdiensten
2: medisch sanitaire hulpverlening
3: ordediensten
4: logistieke diensten
5: informatiecel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oorzaken steeds groter wordende patiëntentoestroom

A
1 Fusies ziekenhuizen (centralisatie)
2 Vergrijzing
3 Meer zelfverwijzers
4Maatschappelijke veranderingen
5 Medische consumptiemaatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Taak triageverpleegkundige

A

1 Coördineren
2 Risico inschatten via ABCDE
3 Pijnbestrijding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beïnvloedende factoren op triageproces

A
1 Ouderen
2 Kinderen 
3 Agressieve zorgontvangers
4 O.i.v. ethyl of drugs
5 Urgentiegraad 
6 Regelmatige bezoeker
7 Fast track
8 Werkdruk op spoed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly