PV 1.5 & 1.6 Flashcards

1
Q

Wat zijn drugs?

A

Genotmiddelen die je gedrag beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe verdeel je de types drugs?

A

-Harddrugs: Ze zijn verboden. Zeer gevaarlijk en risicovol voor de gezondheid. (heroïne, cocaïne, xtc, lsd)
-Softdrugs: Ook gevaarlijk maar hebben minder risico. (cannabis, GHB)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sommige drugs hebben een stimulerende effect. Wat betekent dit?

A

Je krijgt meer energie. Ze noemen ze partydrugs omdat als je deze drugs inneemt, je uren lang kan dansen zonder moe te worden. Het heeft een opwekkend effect. (cocaïne, speed)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sommige drugs hebben een verdovend effect. Wat betekent dit?

A

Je voelt slaperig en vergeet je problemen. (heroïne)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er zijn ook bewustzijnsveranderende middelen (trip middelen), leg dit uit.

A

Zo beleef je de wereld om je heen helemaal anders. Je ziet kleuren, geluiden en beelden dat misschien niet echt zijn. (lsd, weed, hasj, paddo’s)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem enkele namen voor cannabis.

A

Marihuana, Hasj, hennepproducten, weed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe gebruik je cannabis?

A

-Je rookt het (blowen)
-Je mengt het met tabak in een lange sigaret (joint),
-Mengen met cakebeslag (spacecake)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de effecten van cannabis gebruiken?

A

-Licht gevoel in je hoofd (high)
-Armen en benen zwaar voelen (stoned)
-Je krijgt honger (vreetkick)
-Slappe lach (lachkick)
- misselijk of duizelig (flippen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem enkele wetten die met alcohol te maken hebben.

A

-Drank- en horeca wet: gaat over het gebruik en verkoop van alcohol. Alleen mensen van 18+ mogen alcohol kopen.
-Wegenverkeerswet: je mag geen auto rijden onder de invloed van alcohol want je kan de tunneleffect hebben.
-Mediawet: je mag geen reclame voor alcohol op tv of radio spelen tussen 6 uur ‘s morgens en 9uur ‘s nachts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem enkele wetten die met roken te maken hebben.

A

-Tabakswet: regels om roken te beperken, om niet-rokers te beschermen. Om roken te verbieden in bepaalde openbare ruimten. Reclame voor roken is verboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem enkele wetten die met drugs te maken hebben.

A

-Opiumwet: Het is verboden om drugs te verhandelen.(kopen en verkopen)
-Gedoogbeleid: uitzondering op de wet. Coffeeshops waar cannabis wordt verkoopt is wel toegestaan in Nederland. In andere landen is cannabis helemaal verboden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent dat alcohol en tabak ‘maatschappelijk geaccepteerd’ zijn?

A

De meeste mensen weinig problemen hebben met het gebruik ervan (door anderen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet de overheid om mensen te informeren over di risico van alcohol en drugsgebruik?

A

Ze geven voorlichting hierover door reclames op de radio en tv te zetten en ook folders uit te delen en posters zetten. Er zijn ook organisaties die onderzoek doen over verslaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar kunnen mensen met drugs & drank problemen gaan om hulp te krijgen?

A

-Familie, vrienden, school of bij je dokter.
-Kindertelefoon kan je ook bellen voor anoniem hulp.
-Centrum voor jeugd en gezin.
-Op Aruba kan je bij FADA gaan. zij helpen mensen met verslaving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is afkicken?

A

Het afkomen van een verslaving. Dit is best moeilijk en soms is het nodig om professionele hulp te vinden om je hiermee te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly