PV 1.1 & 1.2 Flashcards
Wat is gezondheid?
Gezondheid is lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn.
Wat is welzijn?
Je goed voelen.
Wat is lichamelijk welzijn?
Dat je lichaam normaal werkt. Je hebt geen pijn.
Wat is geestelijk welzijn?
Het gaat over je gedachten en gevoelens. Dat dit ook goed en positief is.
Wat is sociaal welzijn?
Dat je goed voelt in je vel, bij andere mensen.
Wat is een handicap?
Een lichamelijk, sociale of geestelijke beperking.
Wat is een erfelijke ziekte?
Als kinderen een ziekte of handicap van hun ouders geërfd.
Noem een paar erfelijke ziektes.
Diabetes, klompvoetje en syndroom van down.
Wat is een aangeboren ziekte?
Een ziekte dat is niet erfelijk maar wel vanaf geboorte aanwezig.
Wat is besmetting?
Besmetting is ziek worden door bepaalde stoffen en ziekteverwekkers uit je omgeving.
Noem twee ziekte veroorzakers.
Vervuilde lucht en vervuilde water.
Hoe kan je ziekten of handicap voorkomen?
Door je leefstijl aan te passen. Letten op voedsel, beweging en goede persoonlijke verzorging.
Noem 2 voorbeelden van gezond gedrag.
Genoeg rusten en slapen. Zorgen voor genoeg lichaamsbeweging door sports.
Leefstijlziekten komen door een slechte leefstijl. Noem twee voorbeelden hiervan.
Cariës door te veel snoepen. Hart- en vaatziekten door te veel vet eten en door te roken en alcohol drinken.
Noem drie voorbeelden van hoe je leefstijl je kanker kan geven.
Huidkanker door felle zon of zonnebank. Maagkanker door te veel gebruik van alcohol. Longkanker door roken.