Psychopathologische symptomen Flashcards
Bewustzijn - somnolent
Patient doezelt weg bij niet aanspreken
Bewustzijn - soporeus
Antwoord niet meer maar voert nog wel eenvoudige opdrachten uit
Bewustzijn - subcomateus
Reageert enkel op pijnprikkels
Bewustzijn - mutisme
SCHIJNLIJK HELDER bewustzijn, maar geeft geen reactie
Bewustzijn - stupor
Reactie op pijnprikkels en heeft ogen open (kan gebeurtenissen volgen), maar heeft hier geen reactie op
Bewustzijn - vernauwd
Beperkt tot het besef, afgeschermd voor andere prikkels
Aandacht - niet te trekken
Kan aandacht niet trekken
Aandacht - niet vast te houden
Kan niet blijven concentreren op 1 ding
Aandacht - hypovigilantie
lang bij 1 prikkel blijven (onvermogen om aandacht op een andere prikkel te leggen)
Aandacht - hypervigilantie
snel naar een andere prikkel (verhoogde afleidbaarheid)
Oriëntatie - desoriëntatie tijd
Verkeerd idee over welk moment het is
Oriëntatie - desoriëntatie plaats
Verkeerd idee over waar de patient zich bevindt
Geheugen - desoriëntatie persoon
Verkeerd idee over wie de patient zelf is
Geheugen - confabuleren
Feiten of gebeurtenissen worden verzonnen in antwoord op vragen
over situaties of gebeurtenissen die niet worden herinnerd door een amnesie
Geheugen - amnesie
Geheugenverlies van autobiografische informatie
Gestoord oordeelsvermogen
Stoornis in realiteitsbesef, zelfinschatting en decorumbesef
Gestoord abstractievermogen
Stoornis in vermogen om te generaliseren, te classificeren en te combineren om vervolgens problemen op te lossen
Gestoorde executieve functies
Problemen met dingen af maken. Impulsief, ondoordacht gedrag. Weinig tot geen zelfinzicht. Belangrijke zaken en onbelangrijke zaken niet kunnen scheiden
Gestoord ziektebesef
Geen besef dat men ziek is
Gestoord ziekte inzicht
Geen besef vand e gevolgen vand e ziekte
Illusie
Onjuiste interpretatie van bestaande prikkel
Hallucinatie
Zintuiglijke waarnemingen, terwijl er in werkelijkheid geen externe prikkeling van het betrokken zintuig plaatsvindt
imperatieve hallucinatie
Stemmen inzet hoofd van de patient die opdrachten geven
Derealisatie
Een subjectief ervaren, vrijwel steeds onaangenaam gevoel van vervreemding, verandering of onwerkelijkheid in de relatie van de patiënt ten opzichte van de omgeving.
Depersonalisatie
Een subjectief ervaren, vrijwel steeds onaangenaam gevoel van vervreemding, verandering of onwerkelijkheid in de relatie van de patiënt ten opzichte van zichzelf of het eigen lichaam.
Vorm denken - vertraagd
Een remming of stilstand van het denkproces
Vorm denken - bradyfrenie
Vertraagd tempo van denken
Vorm denken - gestuwd
Ervaring van een sterk versneld denkproces
Vorm denken - wijdlopig
Onnodige uitweidingen of het zicht verliezen in detail, maar wel met een logische volgorde
Vorm denken - associatie zwakte
Slecht in associaties maken (de clue van het verhaal begrijpen)
Vorm denken - tachyfrenie
Versneld denken
Vorm denken - incoherentie
Het volledig ontbreken van logische
of begrijpbare samenhang in wat de patiënt zegt
Vorm denken - concretisme
er wordt een zeer letterlijke betekenis gegeven aan een abstract denkbeeld
Inhoudelijk denken - gedachte armoede
subjectieve ervaring dat de patiënt weinig invalt, gedachten en ideeën heeft, alsof zijn hoofd leeg is
Vorm denken - neologisme
Een woordnieuwvorming: een door de patiënt zelf bedacht, onbestaand woord dat betekenisloos kan zijn
Inhoudelijk denken - pre-occupatie
veel spreken over beperkte set aan gedachten
Inhoudelijk denken - obsessie
enkel maar aan beperkte set van gedachten denken die zich ook veelal opdringen en egodystoon zijn (niet-eigen)
Inhoudelijk denken - ruminatie
Voortdurend een al dan niet reëel probleem moet overpeinzen, wikken en wegen, zonder dat als regel een constructieve oplossing wordt bereikt
Inhoudelijk denken - betrekkinsgideen
Corrigeerbare neiging om te denken dat zaken speciaal op hem betrekking hebben
Inhoudelijk denken - betrekkingswaan
Niet-corrigeerbare neiging om te denken dat zaken speciaal op hem betrekking hebben
Inhoudelijk denken - paranoïde waan
Vergiftigingswaan, achtervolgingswaan en jaloersheidswaan of ontrouwwaan
Inhoudelijk denken - nihilistische waan
Depressieve waan (leven is niets meer waard)
Inhoudelijk denken - beinvloedingswaan
De overtuiging dat het denkproces zelf wordt beïnvloed, in de zin van een verlies van autonomie over het eigen denken
Stemming - somberheid
Omschreven als mat, gedrukt, verdrietig, bedroefd, neerslach-
tig, huilerig, moedeloos, hopeloos, wanhopig of radeloos
Stemming - anhedonie
Onvermogen om te genieten van en
emotioneel te reageren op gewoonlijk prettige activiteiten of gebeurtenissen
Stemming - apathie
Een gebrek aan nieuwsgierigheid en affectieve motivatie om tot handelen te komen. Leidt tot passiviteit en onverschilligheid
Stemming - angstig
Een gevoel van sterk onbehagen, dreiging en onzekerheid, zonder dat de patiënt kan aangeven waar hij precies bang voor is
Stemming - dysforie
Kan omschreven worden als ontstemd, wantrouwig, prikkelbaar, boos, kwaad of agressief
Stemming - euforie
Overdreven opgewekt of uitgelaten
Affect - incongruent
Affect past niet bij de situatie
Affect - labiel
Herhaaldelijk abrupte wisseling van affect zonder duidelijk aanleiding
Affect - theatraal
Een levendige mimiek, dramatische gebaren, een sterk modulerende spraak en een woordkeuze met veel superlatieven en zelfdramatisering
Affect - vlak
Een verminderd of nauwelijks moduleren met de emotionele betekenis voor de patiënt van het onderwerp dat aan de orde is
Psychomotoriek
Bewegingen die door psychische factoren of mechanismen worden veroorzaakt of gestuurd
Motivatie & gedrag - witzelzucht
onbedwingbare neiging hebt doorlopend woordspelingen te maken, ongepaste grappen, of zinloze verhalen op ongepaste momenten
Motivatie & gedrag - decorumverlies
Patient houdt zich niet meer aan sociale gedragsregels die gebruikelijk zijn voor de situatie en voor de patiënt gezien zijn sociaal-culturele
achtergrond
Motivatie & gedrag - inactiviteit/lethargie
ernstige traagheid in handelen
Motivatie & gedrag - compulsies (dwanghandeling)
herhalende handelingen die tegen de bewust ervaren wil van de patiënt worden uitgevoerd (egodystoon)
Motivatie & gedrag - dranghandeling
ego-syntoon gedrag dat voortkomt uit een innerlijk verlangen
Motivatie & gedrag - impulsieve handelingen
geheel onverwachts, plotseling en snel wordt uitgevoerd, zonder eerst de eventuele schadelijke gevolgen te overwegen en zonder voorafgaand wilsbesluit
Beweginsstoornis - acanthisie
Niet kunnen zitten door innerlijke rusteloosheid
Beweginsstoornis - dyskinesie
Onbedoelde overmatige bewegingen van het lichaam
Beweginsstoornis - dystonie
Onwillekeurige spiercontracties
Beweginsstoornis - catalepsie
Spierverstijving in de ledematen of het gehele lichaam optreedt met minder pijn gevoel en bewustzijn van lichaamsfuncties
Beweginsstoornis - cataplexie
Spierverslapping tijdens bewustzijn
Beweginsstoornis - catatonie
mutisme, flexibilitas cerea, catalepsie en stupor. Vrijwel niet meer kunnen bewegen
Beweginsstoornis - maniërisme
Dwaze, speelse, maar wel schijnbaar doelgerichte bewegingen, zoals huppelen, op de tenen lopen, salueren naar voorbijgangers en overdreven,
gekunstelde karikaturen van gewone bewegingen.
Beweginsstoornis - stereotypie
Het onwillekeurig, repeterend en soms ritmisch maken van dezelfde eigenaardige complexe bewegingen, die géén duidelijk doel hebben en
ophouden bij afleiding, bijvoorbeeld spelen met de vingers, fladderen met de handen, zichzelf steeds aanraken, bekloppen of wrijven.
Hypotenaciteit
snel draad kwijt bij lange antwoorden (kan aandacht niet houden bij 1 onderwerp)
hypertenaciteit
moeilijk overgaan op ander onderwerp (aandacht te lang bij 1 onderwerp)
avolitie
gebrek aan aandrift, waarbij een patiënt het ontbreekt aan het
ontwikkelen van ideeën en energie om tot activiteit te komen