Colleges Flashcards
Aandacht
alertheid (spotlight) = observeren
concentratie
selectieve attentie (multitasken) = exploratie
korte termijn geheugen
werkgeheugen
lange termijn geheugen
declaratief vs niet-decleratief
semantisch vs episodisch
declaratie geheugen
feiten en gebeurtenissen
niet-decleratief geheugen
gewoontes en skills (klassieke conditionering)
semantisch geheugen
feiten en algemene kennis (interesses)
episodisch geheugen
biografische kennis
intelligentie
skills zoals abstract redeneren, probleem oplossen denken, onderscheid verschillen en overeenkomsten
executieve functies
complexe hogere executieve functies die mentale flexibiliteit vereisen.
non-associatief leren
habituatie & sensitisatie
associatief leren
zinloze informatie koppelen aan ‘belangrijkere’ informatie
klassieke conditionering
verandering van een ‘originele’ reflex door de trigger hiervoor te associeren met een andere, ongerelateerde trigger
conditionering
klassiek en operant
operante conditionering
verandering van de kans van een bepaalde response door een associate te vormen tussen de response en een beloning of een straf.
stress fases
alarm fase, weerstandsfase en uitputtingsfase
alarmfase stress
afgifte epinefrine bijnieren
weerstandsfase stress
sympathische reactie daalt
MSO
symptomen in kaart brengen
uitputtingsfase stress
afname reactie door uitputting van de systemen
coping inschatten
via zorgen en behoeften
verklaring zoeken
via biografische informatie
primacy effect
je herinnert eerste woorden vaak goed doordat het geheugen ‘nog niet vol zit’
recency effect
je herinnert laatste woorden vaak omdat het als laatste verteld is
Ivan Pavlov
klassieke conditionering
J.B. Watson
generalisatie
generalisatie
neutrale stimulus combineren met niet-neutrale stimulus
skinner
operante conditionering
negatieve operante conditionering
iets weghalen (straf of beloning) om kans op gedrag toe te laten nemen of juist af
positieve operante conditionering
iets toevoegen (straf of beloning) om kans op gedrag toe te laten nemen of juist af
sociale leertheorie
e leert door observatie van je omgeving en het al dan niet imiteren van het gedrag.