Psycholinguïstiek, Neurolonguïstiek Flashcards

1
Q

John Ridley Stroop: Stroop-effect

A

Conflict id hersenen tussen linke (analytisch en linguïstisch: lezen) en en rechtste (creatief: kleur) hersenhelft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psycholinguïstiek

A

Tbdtdzbm cognitieve en linguïstische processen van taal (logica achter de processen): verwerven, produceren en begrijpen ve taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Neurolinguïstiek

A

Eigenlijke processen id hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Steven Pinker

A

Toonaangevende taalkundige, canadees, cognitiewetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Babytaal

A

Stem verheffen: benaderen vd stem vh kind, geluidsnabootsing: babies kunnen het dan beter plaatsen, herhalingen, vragen zelf beantwoorden, volwassenen als taaldocent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vroeglinguale fase/ vroegtalige periode(1-2,5)

A

De fase waarbij het kind ontdekt dat bepaalde klankcombinaties een betekenis hebben, waarna hij een soort woordenboek zal maken, dat voor ieder kind anders is (woordgeheugen). En het kind zal zijn woordenschat uitbreiden door zelf woorden te maken, niet perfect (woordproductie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Holofrasen

A

Eensoordfase met eenwoordzinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Svarabhaktivocaal

A

Doffe e tussen twee moeilijke medeklinkers plaatsen om uitspraak makkelijker te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Differentiatiefase (2,5-5)

A

Een fase waarbij een kind zijn zinsbegrip en zinsproductie ontwikkeld. Het zal zinsstructuren herkennen en zelf zinnen formuleren, die niet grammaticaal correct zijn (telegramstijl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Homoniem

A

Woorden die dezelfde uitspraak en uiterlijk hebben, maar die een verschillende betekenis hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Prelinguale fase (0-1)

A

De fase waarbij het kind luistert naar geproduceerde klanken waarbij het specifieke klankpatronen en intonatie karakteristieken zal herkennen (klankherkenning). Ook zal het een auditief geheugen ontwikkelen door universeel te brabbelen (6-8maanden) (klankproductie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Afasie

A

Taalstoornis die niet aangeboren is maar tgv ene hersenletsel: ziekte, trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Agrammatisme

A

Moeite met begrijpen van concepten binnen de grammatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly