Psycholinguïstiek, Neurolonguïstiek Flashcards
John Ridley Stroop: Stroop-effect
Conflict id hersenen tussen linke (analytisch en linguïstisch: lezen) en en rechtste (creatief: kleur) hersenhelft
Psycholinguïstiek
Tbdtdzbm cognitieve en linguïstische processen van taal (logica achter de processen): verwerven, produceren en begrijpen ve taal
Neurolinguïstiek
Eigenlijke processen id hersenen
Steven Pinker
Toonaangevende taalkundige, canadees, cognitiewetenschappen
Babytaal
Stem verheffen: benaderen vd stem vh kind, geluidsnabootsing: babies kunnen het dan beter plaatsen, herhalingen, vragen zelf beantwoorden, volwassenen als taaldocent
Vroeglinguale fase/ vroegtalige periode(1-2,5)
De fase waarbij het kind ontdekt dat bepaalde klankcombinaties een betekenis hebben, waarna hij een soort woordenboek zal maken, dat voor ieder kind anders is (woordgeheugen). En het kind zal zijn woordenschat uitbreiden door zelf woorden te maken, niet perfect (woordproductie)
Holofrasen
Eensoordfase met eenwoordzinnen
Svarabhaktivocaal
Doffe e tussen twee moeilijke medeklinkers plaatsen om uitspraak makkelijker te maken
Differentiatiefase (2,5-5)
Een fase waarbij een kind zijn zinsbegrip en zinsproductie ontwikkeld. Het zal zinsstructuren herkennen en zelf zinnen formuleren, die niet grammaticaal correct zijn (telegramstijl)
Homoniem
Woorden die dezelfde uitspraak en uiterlijk hebben, maar die een verschillende betekenis hebben
Prelinguale fase (0-1)
De fase waarbij het kind luistert naar geproduceerde klanken waarbij het specifieke klankpatronen en intonatie karakteristieken zal herkennen (klankherkenning). Ook zal het een auditief geheugen ontwikkelen door universeel te brabbelen (6-8maanden) (klankproductie)
Afasie
Taalstoornis die niet aangeboren is maar tgv ene hersenletsel: ziekte, trauma
Agrammatisme
Moeite met begrijpen van concepten binnen de grammatica