Van Den Vos Reynaerden Flashcards

1
Q

Hoogtepunt Middelnederlandse literatuur

A

Speelt zich af in het Waasland, maakt deel uit vh gemeenschappelijke geheugen, intertekstualiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Intertekstualiteit

A

Verwijzingen van RDV in andere verhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Auteur

A

Mysterie, Willem Die Madoc Maecte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vertalingen

A

Niet oorspronkelijk Nederlands, vertaald vanuit Frans, vertaald nr Latijn, vervolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fabel

A

Antropomorfisme, speaking names

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Antropomorfisme

A

Dieren op menselijke wijzen laten spreken en handelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Speaking names

A

Naam zegt iets over het karakter vh personage: Cuwaert (laf)
Vaak tegenovergesteld: Nobel, Reinaert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Driehoek van Petersen

A

Episch dierendicht/dierenespos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Espos

A

Hoofdpersonage gedraagt zich als een held

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Satire

A

Overkoepelende term om aan maatschappijkritiek te doen: parodie, ironie, sarcasme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Parodie

A

Persiflage, RDV, spottende nabootsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Topos/topoi

A

Vast motief dat voorkomt id inleiding ve ridderroman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Auteur: proloog

A

Wss Willem Corthals (lekenbroeder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eerder werk

A

Madoc (of kind bij willekeurige vrouw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Causa scribendi

A

Reden, bestaat nog niet ih Nederlands

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Moeite

A

Baby weent, werk Madoc, laat er ze nachtrust voor

17
Q

Bron

A

Franse boeken

18
Q

Hulp

A

God moge ons ten zijde staat

19
Q

Opdrachtgever

A

Aleide: geldschieter, acrostichon

20
Q

Voor wie

A

Iedereen die hoofs wilt leven, compliment aan publiek (captatio benevolentiae)

21
Q

Acrostichon

A

De eerse letter(s) van vers(en) vormen een woord

22
Q

Cirkelstructuur

A

Hof-ordo: locus amoenus (aangename plaats), manque, queeste, hoofs/mate, in andere wereld en hof terechtgekomen, orde herstellen (+ keert terug)

23
Q

Lekenbiecht

A

Geen echt biecht, neef is geen deel vd clerus, meer info over de steken die R heeft uitgespookt

24
Q

Schat van

A

Ermenrike

25
Q

Pax naturalis

A

= Natuurlijke vrede: recht vd sterkste, natuurlijke hierarchie vd maatschappij

26
Q

Sconinxs vrede

A

Kiesmatige orde vd maatschappij dmv wetten, koning, gezagshebbers

27
Q

Mundus inversus

A

Omgekeerde wereld, gebruikelijke orde van zaken vesrtoord