pronom possessif Flashcards
de mijne; mannelijk enkelvoud
le mien
de mijne; vrouwelijk enkelvoud
la mienne
de mijne; mannelijk meervoud
les miens
de mijne; vrouwelijk meervoud
Les miennes
de jouwe; mannelijk enkelvoud
le tien
de jouwe; vrouwelijk enkelvoud
la tienne
de jouwe; mannelijk meervoud
les tiens
de jouwe; vrouwelijk meervoud
les tiennes
de zijne/hare; mannelijk enkelvoud
le sien
de zijne/hare; vrouwelijk enkelvoud
la sienne
de zijne/hare; mannelijk meervoud
les siens
de zijne/hare; vrouwelijk meervoud
les siennes
die van jullie; mannelijk enkelvoud
le vôtre
die van jullie; vrouwelijk enkelvoud
la vôtre
die van jullie; mannelijk meervoud
les vôtres
die van jullie; vrouwelijk meervoud
les vôtres
de onze; mannelijk enkelvoud
le nôtre
de onze; vrouwelijk enkelvoud
la nôtre
de onze; mannelijk meervoud
les nôtres
de onze; vrouwelijk meervoud
les nôtres
die van hun; mannelijk enkelvoud
le leur
die van hun; vrouwelijk enkelvoud
la leur
die van hun; mannelijk meervoud
les leurs
die van hun; vrouwelijk meervoud
les leurs
