Probleem 5: Bon Appetit Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Wat houdt de setpoint assumptie in?

A

Men gaat ervan uit dat de motivatie om te eten voorkomt uit een energie tekort, en ziet eten als een methode om de energie levels terug te krijgen naar het setpoint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke 3 componenten bestaat elk setpoint?

A

Setpoint mechanisme : definieert het optimale level, dit kan verschillen per persoon

Detector mechanisme : detecteert afwijkingen van het optimale level.

Effector mechanisme : lost afwijkingen op zodat het setpoint weer bereikt kan worden door bijvoorbeeld te eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Elk setpoint systeem is een negatief feedback systeem. Wat houdt dat in?

A

Veranderingen in 1 richting zal compenserende veranderingen in de tegenovergestelde richting uitlokken.

Dit om homeostase te behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de glucostatische theorie in?

A

Suggereert dat de inname van voedsel wordt gereguleerd door een systeem dat de glucoselevels in het bloed op een optimaal level houdt.

Honger ontstaat wanneer bloedglucose levels onder het setpoint zakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de lipostatische theorie in?

A

Stelt dat afwijkingen van het setpoint komen door een afwijking in het lichaamsvet, en dit drijft de persoon tot eten om de hoeveelheid vet weer aan te vullen tot het gestelde setpoint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke kritiekpunten zijn er op de setpoint theorieën?

A
  • Inconsistent met evolutionaire drijfveren om te eten
  • Beschikbaarheid tot eten is soms inconsistent en onvoorspelbaar
  • Geen verklaring voor obesitas.
  • Geen empirisch bewijs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is diet-induced thermogenesis?

A

Gewichtstoename zorgt ervoor dat het lichaam de energiebronnen minder efficiënt gaat gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is basal metabolic rate?

A

De snelheid waarmee energie wordt benut en waarmee lichamelijke processen in rust worden behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het settling point model in?

A

Lichaamsgewicht schommelt rondom een natuurlijk settling point. Dit is het level waarop factoren die een invloed hebben op lichaamsgewicht in evenwicht zijn.

Volgens deze theorie blijft lichaamsgewicht stabiel zolang er geen langetermijn verschillen zijn in factoren die invloed hebben op het lichaamsgewicht.

  • Als er wel verschillen zijn wordt dit beperkt door negatieve feedback.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt het het leaky-barrel-model?

A

De hoeveelheid water in de slang die het vat binnenkomt, is vergelijkbaar met de hoeveelheid voedsel die een persoon ter beschikking heeft;

De waterdruk bij het mondstuk is vergelijkbaar met de stimuleringswaarde van het beschikbare voedsel;

De hoeveelheid water die het vat binnenkomt is gelijk aan de hoeveelheid energie die het lichaam ontvangt;

Het waterpeil is te vergelijken met de hoeveelheid lichaamsvet;

De hoeveelheid water die door het lek uit het vat stroomt, is gelijk aan de hoeveelheid verbruikte energie;

Het gewicht van de loop op de slang is vergelijkbaar met de sterkte van het verzadigingssignaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt de positive incentive theorie in?

A

Er wordt ervan uit gegaan dat menen gedreven worden door het plezier van eten en niet door interne energietekorten.

Dit wordt de positive incentive value of hedonic value genoemd.

  • eten zou dus hetzelfde werken als seksueel gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom eten mensen?

A

Honger
Behoefte aan kauwen
Behoefte aan proeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het fenomeen conditioned taste aversion?

A

Als je iets nieuws eet en daarna ziek wordt, geven je hersenen het voedsel de schuld voor het ziek worden. De volgende keer dat je hetzelfde weer eet zal het niet meer zo goed smaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat eten mensen?

A

Mensen hebben voorkeur aan zoete, vette en zoute smaken omdat dit vaak rijk is aan energie, vitaminen en mineralen.

Mensen hebben afkeur van bittere smaken, dit komt omdat gifstoffen vaak bitter smaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is pre-meal honger?

A

Je lichaam schreeuwt om energie, en soms krijg je last van malaise (hoofdpijn, misselijkheid en moeite met concentreren) voor de volgende maaltijd.

Wanneer lichaam indicatie krijgt dat er eten aankomt, wil het impact verzachten. Lichaam laat dan insuline vrij en verlaagt het glucose level hiermee.

Pre-meal hunger komt dus door de anticipatie van voedsel en niet door energietekort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is sham eating?

A

Eten zonder doorslikken. Dit toont aan dat signalen van de darmen of het bloed niet nodig zijn om te stoppen met eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe werkt verzadiging?

A

Verzadinging is een functie van de voorgaande ervaring van het eten en niet van de toename in energiebronnen (blijkt uit sham eating).

Maar toch kan verzadiging ook voorkomen uit de darmen en/of bloed die verzadigingssignalen afgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke factoren spelen een rol bij het verzadingingsgevoel?

A
  • smaak
  • signalen darmen en bloed
  • appetizer effect
  • sociale situatie
  • portie grootte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is het appetizer effect?

A

Het eten van kleine hoeveelheden voedsel zorgt voor meer honger.

20
Q

Wat is sensorisch specifieke verzadiging?

A

Wanneer 1 persoon 1 soort voedsel eet, gaat de positive incentive waarde omlaag. Een persoon raakt dan verzadigd voor dit type voedsel, maar wanneer er andere smaken beschikbaar zijn, zal de persoon opnieuw beginnen met eten.

21
Q

Wat zijn de 8 stappen van het metabolisme?

A
  1. Kauwen (enzymen breken koolhydraten af)
  2. Speeksel (maakt voedsel zacht)
  3. Slikken (verplaatsing mond naar maag)
  4. Maag (menging van voedsel met zoutzuur en enzymen)
  5. Dunne darm (proteine, vetten en koolhydraten afbraak)
  6. Enzymen (afbraak eiwitten tot aminozuren, en suiker tot glucose)
  7. Lever (afbraak vet door gal)
  8. Dikke darm (absorptie water en mineralen, vorming ontlasting)
22
Q

Op welke 3 manieren wordt energie aan het lichaam geleverd?

A

Vetten
Aminozuren
Glucose

23
Q

In welke 3 vormen staat het lichaam energie op?

A

Vetten, glycogeen en proteïnen

24
Q

Waarom is vet de voornaamste energie opslag?

A

1 gram vet bevat 2x zoveel energie dan 1 gram glycogeen.
Daarnaast houdt glycogeen veel water vast.

25
Q

Welke 3 stappen heeft het energie metabolisme?

A

Cephalic fase
Absoptive fase
Fasting fase

26
Q

Wat gebeurt er tijdens de cephalic fase?

A

Dit is de voorbereidende fase, begint met geur, beeld of gedachte van eten.
Deze fase eindigt wanneer voedingsstoffen worden opgenomen in het bloed.
Insuline hoog, glucagon laag.

27
Q

Wat gebeurt er tijdens de absorptie fase?

A

Periode waar de opgenomen voedingsstoffen de energie behoefte vervullen.
Insuline hoog, glucagon laag.

28
Q

Wat gebeurt er tijdens de fasting fase?

A

De fase waar alle niet opgeslagen energie van voorgaande maaltijd niet wordt gebruikt.
Wanneer dit niet genoeg is wordt er gebruik gemaakt van reserves.
Glucagon hoog, insuline laag.

29
Q

Voor welke 3 dingen is insuline verantwoordelijk?

A

Het bevordert het gebruik van glucose als primaire energiebron.

Het bevordert de omzetting van de door het bloed overgedragen brandstof in bewaarbare vormen. Glucose wordt omgezet in glycogeen, lipiden in vet en aminozuren in eiwitten.

Tot slot bevordert het de opslag van glycogeen in lever en spieren, van vet in vetweefsel en van eiwitten in spieren.

30
Q

Voor welke 5 dingen is glucagon verantwoordelijk?

A

Glucose heeft moeite om lichaamscellen binnen te dringen zonder een hoog insulinegehalte en is daarom niet langer de belangrijkste brandstof voor het lichaam. Dit bespaart glucose voor de hersenen, omdat insuline niet nodig is voor glucose om de meeste hersencellen binnen te dringen.

De lage insulinespiegels bevorderen ook de omzetting van glycogeen en eiwitten in glucose, deze omzetting wordt gluconeogenese genoemd.

De hoge glucagonspiegels bevorderen het vrijkomen van vrije vetzuren uit het vetweefsel, zodat het als energiebron kan worden gebruikt.

Het bevordert ook de omzetting van vrije vetzuren in ketonen. Deze worden door de spieren gebruikt als energiebron tijdens de vastenfase.

Na een langere periode zonder voedsel gaan de hersenen ook ketonen gebruiken om glucose vast te houden

31
Q

Wat doet CCK

A

Wekt misselijkheid op
Sluit de sluitspier tussen maag en twaalfvingerige darm.
Stimuleert de vagus nerve, stuurt signaal naar hypothalamus, die zorgt voor mini cck die door bloed brein barriere heen kan en verzadigt daarmee het hongergevoel.

32
Q

Wat doen verzadigingspeptiden?

A

Verminderen eetlust

33
Q

Wat doen hongerpeptiden?

A

Zorgen voor grotere eetlust

34
Q

Wat gebeurt er met overbodig glucose?

A

Levercellen converteren het naar glycogeen en vetcellen converteren het naar vet.

35
Q

Wat gebeurt er bij te weinig glucose?

A

Glycogeen wordt terug geconverteerd naar glucose

36
Q

Wat doet leptine?

A

Het is een peptide vrijgelaten door vet.
Doel is om als 2e negatief feedback systeem te dienen voor regulatie van lichaamsvet.

37
Q

Wat is de accurate nucleus?

A

Rol bij zowel honger als verzadiging

Honger gevoelige receptoren gaan via smaakpaden, en van axonen die ghreline vrijlaten.

Veel output van de arcuate nucleus gaat naar de paraventricular nucleus.

38
Q

Wat doet serotonine?

A

Speelt een rol bij verzadiging.

39
Q

Wat doet ghreline?

A

Het is een hongereiwit
Neurotransmitter die invloed uitoefent op hypothalamus die hongergevoel opwekt.

40
Q

Wat doet de paraventricular nucleus?

A

Speelt een rol bij stimuleren verzadiging.
Remt de laterale hypothalamus.

41
Q

Wat doet de lateral nucleus?

A

Bevindt zich in de hypothalamus

Rol bij voeding en smaak, zorgt ook voor controle insuline

42
Q

Wat is hyperphagia en uit welke 2 fases bestaat het? (ratten theorie)

A

Een bilaterale elektrolytische laesie in de ventrale hypothalamus.

Eerste fase is dynamische fase - na de operatie waar ratten weken lang overmatig eten.

Tweede fase is statische fase - hoeveelheid eten neemt af tot net genoeg eten om het level obesitas te behouden.

43
Q

Wat is aphagia? (ratten theorie)

A

Een bilaterale elektrolytische laesie in de laterale hypothalamus.

Dit is stoppen met eten. Gaat vaak samen met adipsia, dat is stoppen met drinken.

44
Q

Wat doet de vagus nerve?

A

Geeft informatie over het uitrekken van de maagwand

45
Q

Wat doet de planchic nerve?

A

Geeft informatie over de voedingstoffen in de maag

46
Q

Wat doet het duodenum (twaalfvingerige darm)?

A

Vet in dit gebied laat oleoylethanolamide (OEA), wat de vagus nerve stimuleert en verteld dat de volgende maaltijd moet worden uitgesteld.

Elk type voedsel in het duodenum laat ook CCK vrij.