Probleem 2 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Noem de 3 soorten eetstoornissen

A
  1. Anorexia
  2. Boulimia
  3. Binge eating Disorder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is anorexia ?

A

Intense angst om aan tekomen, resulterend in laag lichaamsgewicht. Patient ervaart geen schaamte/schuld, is niet bewust van het probleem/ontkent het probleem. Mensen met anorexia ervaren een verstoring in hoe ze hun eigen lichaam zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn de subtypes van anorexia

A
  1. Restricting type
  2. Binge-eating/purging type
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg de restricting type van anorexia uit

A

Sterke controle over calorie inname, zo min mogelijk eten. obsessief bezig zijn met het bijhouden van calorieën, eten weg gooien, niet met mensen in de buurt eten, eten in kleine stukjes snijden, langzaam eten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

leg de binge-eating/puring type van anorexia uit

A

na binge periode het eten proberen te verwijderen uit lichaam. Bijvoorbeeld door laxeermiddelen, overmatig sporten, overgeven of vasten. Verschil met boulimia is enkel het gewicht
(anorexia = ondergewicht, boulimia = geen ondergewicht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg boulimia uit

A

Ongecontroleerde eetbuien (patient heeft vaak normaal lichaamsgewicht) gevolgd door compensatiegedrag (overgeven, overmatig sporten) om niet aan te komen. Komt voort uit het verbieden van eten voor zichzelf, daarna wilt de patient het ‘’verboden’ voedsel → patient ervaart veel schaamte/schuld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg Binge Eating Disorder uit

A

Veel overeenkomsten met Boulimia Nervosa. Bij BED is geen compensatiegedrag aanwezig en worden er geen dieëten gevolgd. BED wordt vaak geassocieerd met overgewicht en/of obesitas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

noem de Verschillen tussen anorexia & Boulimia

A

Boulimia = vaak normaal gewicht, anorexia = ondergewicht.
Anorexia is het percentage van overlijden hoger.
Boulimia wordt eerder toegegeven, anorexia wordt vaker ontkend.
Kans op zelfmoord is groter bij anorexia (mensen met anorexia hebben een intenser negatief zelfbeeld in vergelijking met patienten met boulimia).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de epidemiologie over Eating Disorders

A

Gender: Komt vaker voor bij vrouwen (ratio: 3:1). Vrouwen zijn vaak meer perfectionistisch dan mannen.

leeftijd: 15-19 = meeste kans op Anorexia
20-24 = meeste kans op Boulimia
30-50 = meeste kans op BED

Sexualiteit: Komt vaker voor onder homosexuele mannen. (Komt omdat homosexuele mannen aantrekkelijk gevonden willen worden door andere mannen)

Topsporters: Topsporters/balletdansers hebben hoger risico op Eating Disorder (bijvoorbeeld een bepaald gewicht moeten halen).

Culturen: Komt vaker voor in westerse culturen = meer gericht op een slanke bouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de medische problemen die kunnen ontstaan door een eating disorder

A

hart: Lage bloeddruk hartritme stoornissen, lage hartslag en hartfalen
Hormomen: Menstruatie stopt, moeite met zwanger worden, botverlies, miskraam, laag geboortegewicht en verhoogde kans op postnatale depressie
Haar: Wordt dunner & breekbaar
Nier: Nierstenen en nierfalen
Spieren: Gewrichten en spieren worden slapper
Huid: Sneller blauwe plekken, droge huid, donsachtig haar over lichaam makkelijker vatbaar voor kou

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is amenorroe ?

A

Het stoppen van menstrueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is amenorroe ?

A

Het stoppen van menstruerenw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is cyanose

A

Koude en blauwe vingers en tenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is hypothermie

A

onderkoeld zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is lanugobeharing

A

donsachtig haar op het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is hypotensie

A

lage bloeddruk

17
Q

wat is bradycardie

A

extreem lage hartslag

18
Q

wat is arrythmia

A

onregelmatige hartslag

19
Q

wat is osteoporose

A

broze botten, waarschijnlijk omdat er door amenorroe minder oestrogeen vrijkomt

20
Q

wat is de comorbiditeit van eating disorder?

A
  • vaak gepaard met depressie
  • Anorexia en Bulimia gaan vaak gepaard met Obsessive Compulsion Disorder
  • Anorexia (Binge-Purge) en Bulimia gaan vaak samen met substance abuse disorder
  • Anorexia (restrictive) gaat vaak samen met persoonlijkheidstoornissen in het ‘‘angstig-vermijdende’’ cluster
  • Anorexia (Binge-Purge) & Bulimia gaat vaak samen met persoonlijheidstoornissen: dramatisch en emotioneel(Borderline)
  • Binge Eating Disorder gaat vaak samen met angststoornissen (65%), stemmingstoornissen (46%) en substance abuse disorder (23%)
21
Q

wat zijn de DSM-V criteria van anorexia nervosa?

A
  • Intense angst om aan te komen/dik te worden of vertonen blijvend gedrag
  • verstoring in de manier waarop patienten het lichaamsgewicht of hun figuur zien. Zijn niet in staat om de ernst van hun huidige lichaamsgewicht in te zien
  • Een beperkte voedselinname vergeleken met wat hij/zij nodig heeft dat leidt tot een significant laag lichaamsgewicht.
22
Q

Wat zijn de DSM-V criteria voor bulimia

A
  • Terugkerende periodes van eetbuien, waarin een persoon meer voedsel eet dan normaal binnen een korte periode. Gedurende deze eetbui heeft de persoon geen controle over de hoeveelheid die hij/zij eet.
  • terugkerend ongepast gedrag om gewichtstoename te voorkomen (overmatig sporten, laxeermiddelen, overgeven)
  • Eetbuien en compensatiegedrag komen minimaal 1 keer per week voor, voor een periode van 3 maanden
  • Zelfbeeld sterk beinvloed door figuur/gewicht
23
Q

wat zijn de DSM-V criteria voor Binge Eating Disorder

A

-Terugkerende periodes van eetbuien, waarin een persoon meer voedsel eet dan normaal binnen een korte periode. Gedurende deze eetbui heeft de persoon geen controle over de hoeveelheid die hij/zij eet.
-Eetbuien komen minimaal 1 keer per week voor, voor een periode van 3 maanden
- Opvallende disstress door de eetbuien

24
Q

welke 2 typen bulimia zijn er ?

A

Purging type disorder : Persoon gebruikt medicatie om lichaam te zuiveren van het voedsel
non-purging type disorder : Persoon gebruikt geen medicatie om lichaam te zuiveren maar doet aan overmatig sporten of vasten om gewicht te controleren.

25
Q

beschrijf de mogelijke oorzaken van Eating Disorders - biologisch

A

Eating disorder zijn gelinkt aan de regulatie van serotonine.

26
Q

Beschrijf mogelijke oorzaken van Eating Disorder - Het Brein

A
  • Schade aan de frontale cortex en temporale cortex kan bijdragen aan de ontwikkeling van anorexia nervosa of bulimia.
  • ## de Hypothalamus is belangrijk in de regulatie van eetgedrag. Serotonine wordt naar de hypthalamus gestuurd, dus dit kan een link hebben.
27
Q

Beschrijf de mogelijke oorzaken van Eating Disorder - overige factoren.

A
  • het westerse ideaalbeeld dat je slank moet zijn
  • vrouw zijn verhoogt je kans op eating disorder
  • Homoseksueel zijn verhoogt de kans op eating disorder
  • perfectionistische kenmerken hebben verhoogt de kans op eating disorder
  • Problemen binnen de familie kan ook de kans op eating disorders verhogen
28
Q

Benoem de mogelijke behandelingen voor eating disorders - anorexia

A

Antipsychotica - tegen het verstoorde zelfbeeld
Familie therapie - Maudsley Model
1. Re-feeding phase
2. Negotiations for new patterns of relationships
3. Termination Phase
CBT - Veranderen van gedrag en onbruikbare gedachtepatronen.

Voor anorexia is family treatment de meest succesvolle behandeling

29
Q

Benoem de mogelijke behandelingen voor eating disorders - Boulimia

A

antidepressiva - Serotonine

De meest effectieve behandeling voor bulimia is CBT.
Hierin leren ze normale eetpatronen aan en leren ze kleine porties vaker over de dag te eten. Daarnaast wordt gewerkt aan de negatieve/onbruikbare gedachtepatronen.