Practica 1-2 en extra Flashcards
Waar berust de ficol scheiding zich op?
Op dichtheidsverschil
Benoem de volgorde van de ficolscheiding van boven naar beneden.
- Plasma
- Lymfo’s, trombo’s, mono’s
- Ficol
- Granulo’s
- Rode bloedcellen
Op welke as staat de grootte en op welke de korreligheid?
Op de Y-as staat de korreligheid (SSC=sideward scatter) en op de X-as staat de grootte (FSC=forward scatter) van de cel.
Waar bevinden de cellen zich in de grafiek?
Links onder de ery’s en dan de lymfo’s meer omhoog en schuin naar rechts de mono’s en daarna ook de granulocyten. Deze zijn groot en heel korrelig en nemen ook veel ruimte in.
Benoem alle CD markers.
CD45 alle leukocyten zijn positief CD15 kleurt alle granulocyten
CD56 NK-cellen (CD3 neg) zijn positef CD3 kleurt alle T-cellen
CD4 T helper cellen
CD8 T supressor/cytotoxische T cellen. CD19 kleurt alle B-cellen
CD14 kleurt alle monocyten
Anafylaxie kan een allergische of een niet-allergische oorzaak hebben.
Is mastocytose een allergische of niet-allergische oorzaak van anafylaxie?
Niet-allergisch
(voorbeelden van allergische oorzaken zijn bijvoorbeeld pinda, wespengif, latex)
Wat is de oorzaak van een ‘drooping eyelid’?
Door autoantilichamen tegen de acetyl choline receptor gaat het ooglid hangen.
Welke cel heeft een grote invloed op de uitrijping van de verschillende T-celsubsets?
De dendritische cel
Welke voorwaarde is er om de diagnose MS te stellen?
Disseminatie in plaats en tijd. Dus ontstekingshaarden op verschillende plekken en tijden. En een andere ziekte is geen optie.
Welk celtype speelt een belangrijke rol in de pathogenese van Graves’ ophthalmopathie?
(Orbitale) fibroblast
Waar in de lymfeklier zijn de meeste T-cellen aanwezig?
In de paracortex
Mestcelactivatie kan verschillende ongewenste effecten hebben. Mestcellen hebben echter ook nuttige functies.
Noem drie functies van mestcellen.
- Afbraak van giffen
- Afweer tegen parasieten
- Wondgenezing
In de behandeling van chronisch spontane urticaria wordt omalizumab gebruikt.
Dit is een monoclonaal antilichaam, gericht tegen een mediator die een belangrijke rol speelt in de pathogenese van CSU.
Welke mediator is dit?
IgE
Bij welke 3 eisen heb je de ziekte van Behçet?
- Herhaalde orale aften, 3x per jaar
- Herhaalde genitale aften
- Huid of oogleasies
Welk celtype staat centraal in de pathogenese van chronisch spontane urticaria?
Mestcellen