Colleges 9-12 Flashcards

1
Q

Op welke 3 plekken in het CZS komen afweercellen voor?

A
  1. Endotheellaag van de bloed-hersenbarrière
  2. Epitheellaag van de bloed-CSF-barrière
  3. De grens tussen bloed en hersenvliezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zorgt voor een verhoogde kans op MS?

A

Infectie opgelopen van het Epstein Barr Virus (32x) en een HLA-2 mutatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de functie van anti-VLA?

A

Natalizumab bindt aan de VLA-4-moleculen op het oppervlak van bepaalde immuuncellen, met name T-cellen. Door deze binding wordt de migratie van bepaalde immuuncellen vanuit het bloed naar het centrale zenuwstelsel verminderd. Dit is relevant voor MS omdat de ontsteking bij MS wordt geassocieerd met de infiltratie van immuuncellen in het centrale zenuwstelsel, wat leidt tot schade aan de myelineschede en zenuwvezels.

Het zorgt dus voor blokkade van immuuncellen die door de bloed-hersenbarrière willen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontstaat een auto-immuunreactie?

A

Wanneer er zelfantigenen niet worden herkent ontstaat er weefselschade of een ontsteking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontstaat een auto-inflammatoire reactie?

A

Een auto-inflammatoire reactie ontstaat wanneer het immuunsysteem ongecontroleerd en abnormaal reageert op lichaamseigen weefsels zonder duidelijke externe prikkel, zoals een infectie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar zorgt AIRE voor?

A

Het zorgt ervoor dat er transcriptiefactoren in de thymus tot expressie komen. Het zorgt voor de selectie van B- en T-cellen. Wanneer het niet goed werkt ontsnappen er dus geen goede B- en T-cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg uit hoe je een NOD muis diabetes kan geven.

A

Door de NOD muis een FOXP3 mutatie in te spuiten gebeurd er het volgende: abnormale voorlopercellen - abnormale ophoping van DC-cellen in de pancreas - abnormale lymfocyten - diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke genetische factoren spelen een rol bij auto-immuunziekten?

A
  1. Meerdere genmutaties
  2. Genetische aanleg
  3. Afwijkend HLA-2 type
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke omgevingsfactoren spelen een rol bij auto-immuunziekten?

A
  1. Molecular mimicry
  2. Schade door UV-straling
  3. Hormonen (dus vaker bij vrouwen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem het klinisch beeld en de symptomen die voorkomen bij het Sjögren Syndroom.

A

Droge mond, droge ogen en vermoeidheid. Vaker bij jonge vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de oorzaak van het Sjögren Syndroom?

A

Het Sjögren Syndroom otnstaat door infiltratie van lymfocyten in de speekselklieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de relatie tussen IFN en het Sjögren Syndroom?

A

Bij het Sjögren Syndroom is er een verhoogd IFN type 1. Dit activeert T-cellen, macrofagen en het helem immuunssyteem. Het is hierdoor overactief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar hebben patienten met het Sjögren Syndroom meer kans op?

A

Lymfoon, nier- en longcomplicaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de gouden standaard om ANA te screenen?

A

Indirecte immunofluorescentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de voordelen van IIF screening op ANA?

A

Het is eenvoudig en goedkoop.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt een IIF test?

A

HEp2 cellen liggen op een plaat, antistoffen uit het serum worden erop gelegd en na het wassen met een fluoriscerende stof blijft het hangen bij de stukjes met ANA. Dit bekijk je onder een microscoop.

17
Q

Wat is de sensitiviteit en de specificiteit van IFF?

A

De sensitiviteit is hoog en de specificiteit is laag.

18
Q

Wat is de meest belangrijke genetische factor die van invloed is op het ontstaan van MS?

A

HLA klasse II