Politieke Besluitvorming Hoofdstuk 4 Flashcards
1
Q
Regering
A
ministers en staatshoofd
2
Q
Kabinet
A
ministers en staatssecretarissen
3
Q
Ministerraad
A
wekelijkse vergadering van ministers
4
Q
Taken van ministers
A
- beleidsvoorbereiding
- medewetgeving
- beleidsuitvoering
5
Q
Parlement
A
2e en 1ste kamer
6
Q
Taken van de 2e kamer
A
- controleren van de regering
- medewetgeving
- beleidsbepaling
7
Q
Formele middelen Tweede Kamer bij medewetgevende taak
A
- stemrecht
- recht van amendement
- recht van initiatief
- budgetrecht
8
Q
Formele middelen Tweede Kamer bij controlerende taak
A
- vragenrecht
- recht van interpellatie
- recht van motie
- recht van enquête
- budgetrecht
9
Q
Eerste kamer kenmerken:
A
- kamer van reflectie/laatste controle
- alleen aannemen en verwerpen van wetten
- recht om schriftelijke vragen te stellen
- recht van enquête
10
Q
Informele middelen van parlement en regering:
A
- lobbyen
- overleg met ambtenaren of pressiegroepen of belangengroepen
- gebruiken van massamedia
- druk uitoefenen op politieke partijen waar ministers lid van zijn
11
Q
Bestuurslagen Provincie
A
- Provinciale staten
- Gedeputeerde staten en commissaris van de Koning
12
Q
Bestuurslagen Gemeente
A
- Gemeenteraad
- College van Burgemeesters en Wethouders en de burgemeester