Politiek H1-10 Flashcards
Politiek
Het proces waarbij beslissingen worden genomen over hoe een land wordt bestuurd en maatschappelijke problemen worden aangepakt.
Politici
Mensen die actief zijn in de politiek, zoals ministers, parlementariërs en wethouders.
Politieke besluitvorming
Het proces waarin politieke organen beslissingen nemen over wetten en beleid.
Ambtenaren
Medewerkers van de overheid die zorgen voor de uitvoering van beleid en ondersteuning van politici
Overheid
Het geheel van instellingen en mensen die een land, provincie of gemeente besturen.
Overheidsbeleid
De plannen en maatregelen die de overheid maakt om maatschappelijke problemen op te lossen.
Politieke niveaus
De verschillende lagen waarop politiek wordt bedreven, zoals lokaal, regionaal en nationaal. Ook: gemeente, provincie en landelijk.
Algemeen belang
Wat in het voordeel is van de samenleving als geheel.
Kenmerken van maatschappelijke problemen
Problemen die veel mensen raken, verschillende meningen oproepen, door de overheid moeten worden opgelost en media-aandacht krijgen.
Waarden
Idealen en principes die mensen belangrijk vinden, zoals vrijheid, rechtvaardigheid en solidariteit.
Belang
Iets wat waardevol is voor een persoon of groep.
Belangentegenstelling
Situaties waarin verschillende groepen of individuen tegengestelde belangen hebben.
machtsmiddelen
Middelen waarmee iemand invloed kan uitoefenen, zoals geld, kennis of functie.
Kenmerken van een rechtsstaat
Basisprincipes zoals grondrechten, een onafhankelijke rechtspraak en het legaliteitsbeginsel.
Trias politica in Nederland
De scheiding van machten in wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
Kenmerken parlementaire democratie:
Kenmerken zoals vrije verkiezingen, parlementaire controle en rechten voor minderheden.
Legaliteitsbeginsel
Het principe dat wetten voor iedereen gelden en dat de overheid zich aan de wet moet houden.
Dictatuur
Een regeringsvorm waarin één persoon of een kleine groep alle macht heeft.
Actief kiesrecht
Het recht om te stemmen bij verkiezingen.
Passief kiesrecht
Het recht om jezelf verkiesbaar te stellen bij verkiezingen.
Evenredige vertegenwoordiging:
Een systeem waarbij het aantal zetels evenredig is aan het aantal behaalde stemmen.
Meerderheidsstelsel:
Een systeem waarbij de meerderheid van de stemmen nodig is om zetels te winnen.
politieke partij
Een organisatie die deelneemt aan verkiezingen en beleid wil realiseren.
lijsttrekker
De lijstaanvoerder van een politieke partij tijdens verkiezingen.
Wat doen politieke partijen?
Het vertegenwoordigen van burgers, het opstellen van beleid en het controleren van de regering.
Progressief
Het streven naar vernieuwing en vooruitgang.
Conservatief
Het behouden van tradities en bestaande waarden.
Links
Streven naar gelijkheid, solidariteit en een actieve rol van de overheid.
Rechts
Streven naar individuele vrijheid, eigen verantwoordelijkheid en een beperkte rol van de overheid.
Politieke stromingen
Groepen van politieke ideeën, zoals liberalisme of socialisme, die de politiek vormgeven.
Liberalisme
Een stroming die vrijheid, marktwerking en individuele verantwoordelijkheid benadrukt.
Sociaaldemocratie
Een stroming die streeft naar sociale gelijkheid en bescherming van kwetsbaren.
Christen-democratie
Een stroming die traditionele normen en waarden combineert met geloof.
Nationalisme
Een stroming die streeft naar behoud van nationale soevereiniteit en cultuur.
Ecologische stroming
Een stroming die gericht is op duurzaamheid en bescherming van het milieu.
Extremistische
Stromingen met extreme opvattingen die vaak buiten de democratische kaders vallen.
Populisme
Een stroming die zich richt op het aanspreken van de ‘gewone burger’ tegenover de elite.
Kabinet
De ministers en staatssecretarissen die het dagelijks bestuur vormen.
Regering
De koning en de ministers samen.
Coalitie
Een samenwerkingsverband van politieke partijen die samen regeren.
Kabinetsformatie
Het proces waarin na verkiezingen een kabinet wordt gevormd.
Verloop van de kabinetsformatie:
De stappen die worden doorlopen om een nieuw kabinet te vormen.
Prinsjesdag
De dag waarop de koning de troonrede voorleest en het nieuwe begrotingsjaar start.
constitutionele monarchie
Een regeringsvorm waarbij de macht van de koning door de grondwet is beperkt.
Ministeriële verantwoordelijkheid
Het principe dat ministers verantwoordelijk zijn voor de daden van de koning.
Staatshoofd belangrijke taken
Taken zoals wetten ondertekenen, staatsbezoeken afleggen en de eenheid van het land symboliseren.
Beëdigen
De beëdiging van nieuwe ministers en staatssecretarissen.
Symbolische
Het vervullen van een symbolische functie door het staatshoofd.
Ceremoniële
Het uitvoeren van ceremoniële taken, zoals openingen en onderscheidingen.
Representatieve
Het vertegenwoordigen van Nederland op internationaal niveau.
parlement
De volksvertegenwoordiging die wetten maakt en het beleid controleert.
Tweede Kamer
De kamer die wetsvoorstellen kan indienen, wijzigen en goedkeuren.
Eerste Kamer
De kamer die wetsvoorstellen alleen kan goed- of afkeuren.
Fractie
Groepen van Kamerleden van dezelfde politieke partij.
coalitiepartijen
Partijen die onderdeel zijn van de regerende coalitie.
Oppositiepartijen
Partijen die niet deelnemen aan de coalitie en de regering controleren.
taken van het parlement
Het maken van wetten en controleren van de regering.
Wetgevende taak (rechten die daarbij horen)
Het recht om wetsvoorstellen in te dienen.
Controlerende taak (rechten die daarbij horen)
Controleren van de regering.
Recht van initiatief.
Het recht om wetsvoorstellen in te dienen.
Recht van amendement.
Het recht om wetsvoorstellen te wijzigen.
Recht van interpellatie.
Het recht om ministers ter verantwoording te roepen.
Recht van Enquete.
Het recht om onderzoek te doen naar het handelen van de regering.
Budgetrecht.
Het recht om de begroting goed te keuren of af te wijzen.
Recht van motie.
Het recht om een uitspraak te doen over het beleid van een minister of de regering.
- Fasen van besluitvorming
Fase 1: wens komt op politieke agenda
Fase 2: bedenken van oplossingen
Fase 3: besluit nemen
Fase 4: uitvoeren van het besluit
Terugkoppeling
- Pressiegroepen
Groepen die bepaalde belangen nastreven en die de politieke
besluitvorming proberen te beïnvloeden.
- Machtsmiddelen
- Kennis
- Grootte van de groep
- Geld
- Formele, wettelijke mogelijkheden.
- Toegang tot de media.
- Toegang tot politici.
- Een aansprekende leider.
- Zitting hebben in een bestuur of adviesorgaan.
- Vijf functies van de media
- Agendafunctie.
- Informatieve functie.
- Meningsvormende functie.
- Controlerende functie.
- Spreekbuisfunctie.
- Onderdelen provinciebestuur
- de Provinciale Staten;
- de Gedeputeerde Staten;
- de commissaris van de Koning.
- Taken provinciebestuur
Ruimtelijke ordening
Mileu natuur klimaat
Wegen en infra
- Onderdelen Gemeentebestuur
Burgemeesters en wethouders
Gemeenteraad
- Doelen EU
Vrede, veiligheid, welvaart, handel
- Taken EU
Zelfde munt, buitenlandbeleid, milieu en klimaatbeleid, open grenzen, handel enzovoorts
- Onderdelen EU
De Raad van Ministers
Het Europees Parlement
De Europese Commissie
- Kritiek op EU
- Er is weinig democratische controle door de burgers.
- Veel mensen vinden de politieke besluitvorming ingewikkeld.
- Door de groei van de Europese Unie is de invloed van Nederland verminderd