Plasmaproteïnen Flashcards

1
Q

Plasmaproteinen

A

Plasmaproteinen worden gemaakt in de lever en in de plasmacellen in het beenmerg en het perifeer bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neutrofielen

A

Neutrofiele granulocyten zijn verantwoordelijk voor de eerste afweer tegen bacteriële infectie en andere ontstekingsreacties. Activiteit van neutrofiele granulocyten en hun afsterven is de bron van pusvorming.

50-70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eosinofielen

A

Eosinofiele granulocyten bestrijden voornamelijk parasitaire infecties en een verhoging van de eosinofielen is dan ook een indicatie van een infectie met een parasiet of voor een IgE gemedieerde immuunreactie.

2-5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Basofielen

A

Basofielen zijn de hoofdverantwoordelijken voor allergische- en antigeenrespons door het vrijmaken van histaminen die ontsteking veroorzaken.

<1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lymfocyten

A

Lymfocyten zijn onder andere de T-lymfocyten (waaronder T-helpercellen en de cytotoxische T-cellen,, de naturalkillercellen en de plasmacellen (die in feite geactiveerde B-lymfocyten zijn)). Ze spelen een rol bij de specifieke immuunrespons.

de B-lymfocyten synthetiseren antistoffen

20-40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Monocyten / macrofagen

A

Monocyten hebben evenals neutrofielen een fagocytotische functie maar leven veel langer waarmee ze een geheugenfunctie vervullen; ze presenteren pathogenen aan de T-cellen opdat deze opnieuw herkend en vernietigd kunnen worden. Ook in de reactie op antilichamen spelen monocyten een rol.

Monocyten worden ook wel macrofagen genoemd als ze vanuit het bloed naar andere weefsels gemigreerd zijn.

3-6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dendritische cel

A

Is afgeleid van de monocyten. Functioneert vooral als antigen presenterende cel.

vooral aanwezig in de huid en slijmvliezen

GEEN PLASMAPROTEINE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bloedserum

A

volbloed -RBC en fibrinogenen

Monsterafname zonder aditief met eventuele separator

Bloed coaguleerd waardoor het serum kan efgescheiden worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bloedplasma

A

Volbloed -RBC

Monstername met anticoagulans

kan terug in volbloed veranderen door het monter terug te mengen

LET OP : mogelijk verhoogde kaliumwaarden als RBC in hemolyse gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly