Enzymologie Flashcards

1
Q

Enzymen

A

Functie : bio-katalisator

Mechanisme: Een enzym verlaagt de benodige hoeveelheid activeringsenergie voor het substraat om een overgangstatus te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Peptidebindingen

A

Een peptidebinding is een chemische binding tussen een carboxylgroep (-COOH) en een aminogroep (-NH2). Hierdoor kunnen twee of meer aminozuren zich verbinden.

  • In voeding worden ze verteerd in de omgeving van het maag-darm kanaal door pancreatische enzymen.
  • > katalyse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Katalytische enzymactiviteit

A

enzymactiviteit wordt omschreven als de

snelheid van een katalytische reactie onder

goed gedefinieerde omstandigheden (temperatuur,

pH, buffer). Reactiesnelheid = V

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

active side

A

substraatbindend deel , vaak afgeschemd door hydrofobische eigenschappen

Substraatspecifiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Induced fit model

A

De driedimensionale vorm van het enzym verandert onder invloed van de substraatbinding

Dynamische complementariteit
tussen substraat en enzym

Voorbeel = hexokinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

“Sleutel-slot” model

A

Optimale complenmentariteit bestaat reeds voor de binding van het substraat

Statische complementariteit tussen substraat en enzym

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Co-factor

A

Hulpstoffen die nodig zijn om de reactie te laten plaatsvinden

Vaak organische stoffen of metaal (meestal covalent) gebonden metaal ionen

Vb NADH, Zink Magenesium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Co-enzym

A

zij vormen samen met het eiwitgedeelte (= apo-enzym) het functioneel intacte enzym (= holo-enzym) vormen.

co-enzymen zijn vaak via niet-covalente binding aan peptideketen van het enzymgebonden ; vb nicotinamide adenine dinucleotide (NADH)

Co-enzymen zijn altijd organische molecullen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Site-directed mutagenesis

A

Techniek om mechanisme van katalyse te bedstuderen

Door (punt)mutatie in het coderend gen vervangt men specifiek één aminozuur in het enzym door een ander aminozuur

De invloed van deze mutatie op de katalitische efficientie wordt nagegaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fundamentele concepten van

enzymatische werking (3)

A
  1. Slechts enkele aminozuren in het enzym zijn kritisch voor de katalyse en deze aminozuurresidu’s liggen niet noodzakelijk naast elkaar in de primaire structuur van het enzym
  2. Substraatspecificiteit wordt veroorzaakt door bindingssite(s) in de active site van het enzym die een sterische en fysisch-chemische complementariteit vertonen tov het substraat
  3. De reactie wordt versneld doordat het enzym een zodanigeomgeving biedt dat de thermodynamisch meest ongunstige toestand van het substraat (transition state) wordt gestabiliseerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Irreversibele enzym-inhibitie

A

Inhibitor bindt covalent aan doelwitenzym

Katalytische eigenschappen van het enzym definitief uitgeschakeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Competitieve reversibele enzym inhibitie

A

Inhibitor bezet active site van het enzym

Treedt in competitiemet het substraat

  • Katalytische efficiëntie van enzym blijft gelijk
  • Affiniteit van substraat voor enzym daalt

Bekijk dia ENZ/24

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Niet-competitieve reversibele enzym inhibitie

A

Inhibitor bindt op andere plaats dan active site

  • Katalytische efficiëntie van enzym daalt
  • Affiniteit van substraat voor enzym blijft gelijk

bekijk die ENZ/25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

extra dias uit cursus

A

Enz/6
Enz18-48

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly