Plaque index Flashcards
1
Q
Plaque index staat afgekort voor
A
PI
2
Q
Waarom gebruiken we de plaque index?
A
- om een objectief beeld te vormen over de evolutie van de plaque controle door de patiënt
- Voor de patiënt is het belangrijk om de gekleurde plaque te zien en te weten hoe hij zich verder kan verbeteren
- onmiddellijk na de opname de patiënt laten meekijken en indien nodig, nieuwe instructies geven
3
Q
plaquescore dient als
A
- hulpmiddel om de hoeveelheid plaque vast te stellen
- kwaliteit van de zelfzorg in beeld te brengen
4
Q
verband tussen de mondgezondheid en het niveau van zelfzorg
A
- cariësactiviteit
- gingivitis
5
Q
Geef de verschillende soorten indexen
A
- Silness en loë
- Quigley en Hein index (wetenschappelijk onderzoek)
- de gemodificeerde navy index
- de vereenvoudigde plaque index
6
Q
Gemodificeerde navy plaque index
A
- Orban 1972
alle tandoppervlaktes, vestibulair en oraal ingewreven tot aan het tandvlees - Plaque gekleurd met een wattenstaafje gedrenkt in erythrosine 4%
- enkel de ramfjord elementen worden geëvalueerd (16,36,41,21,44,24)
- toch worden alle tanden gekleurd om de patiënt te informeren over zijn plaquecontrole
7
Q
Gemodificeerde navy plaque index (score)
A
0= geen plaque 1= plaque, maar niet in contact met gingiva 2= plaque strikt vestibulair of palataal, in contact met gingiva 3= plaque approximaal in contact met de gingiva
8
Q
Hoe bereken je de gemodificeerde navy plaque index
A
Het totaal aantal scores delen door het aantal gebruikte vakjes (namelijk 6x8=48)
9
Q
Wanneer is mondhygiëne van de patiënt goed? (navy index)
A
als de PI minder of gelijk aan 0.6 is
10
Q
Wat bestraf de navy index vooral?
A
de approximale plaque
11
Q
Silness en loë index
A
- 1972
- plaque wordt niet verkleurd, voornamelijk dikte van plaque wordt onderzocht
- wetenschappelijk onderzoek naar mondspoelingen, tandenborstels en tandpasta
12
Q
Silness en loë index: scores
A
0= geen plaque 1= geen plaque met het blote oog te zien, maar wanneer je met de sonde over het tandopp schraapt (vooral t.h.v. gingivale rand) vertoont deze wel plaque 2= plaque met het blote oog zichtbaar 3= dikke lagen plaque
13
Q
Quigley en Hein index
A
- index meer gericht op de coronale uitbreiding van de plaque
- uitgebreidheid van plaque op vestibulaire en linguale/palatale tandoppervlakken na aanbrengen van plaqueverkleuring
- geen verschillende meetplaatsen op de tand, er wordt enkel vestibulair en palataal/linguaal 1 score toegekend
- vooral voor wetenschappelijk onderzoek
- gemodificeerd door Turkesky in 1970
14
Q
Quigley en Hein index: scores
A
0= geen plaque 1= vlekken plaque t.h.v gingivale rand 2= duidelijk doorlopende band van plaque t.h.v. de gingivale rand, max 1mm breed 3= doorlopende band van plaque t.h.v. de gingivale rand die zich uitstrekt tot 1/3 van het tandoppervlak 4= doorlopende band van plaque vanaf de gingivale rand die zich uitstrekt tot 2/3 van het tandoppervlak 5= doorlopende band van plaque vanaf de gingivale rand over meer dan 2/3 van het tandoppervlak
15
Q
Huidige plaque index (vereenvoudigde plaque index)
A
- aan- of afwezigheid van plaque nagaan t.h.v de gingivale rand
- per tand 6 meetplaatsen
