Les 1: interdentale reiniging Flashcards

1
Q

Waarom moeten we interdentaal reinigen?

A
  • om approximale vlakken plaquevrij te houden. de haren van de tandenborstel kunnen de approximale vlakken en de interdentale papil niet goed bereiken
  • dit zijn predilectieplaatsen voor gingivitis of cariës
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geef verschillende methoden van interdentaal reinigen.

A
  • tanddraad of tandzijde
  • interdentaal borsteltje
  • tandenstoker
  • verbandgaas of schoenveter
  • single- tufted borsteltje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef methode voor volledig aanwezige papil

A

tanddraad of tandenstoker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef methode voor gedeeltelijk aanwezige papil

A

tanddraad, tandenstoker of interdentaal borsteltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef methode voor afwezige papil

A

interdentaal borsteltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef methode voor diasteem of eindvlak

A

gaas of single- tufted borsteltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef methode voor furcaties

A

single- tufted borsteltje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tandenstoker: toepassing

A
  • voor gedeeltelijk/ volledig aanwezige papil
  • gemaakt van diverse soorten zacht hout
  • dikke of dunne
  • soms doordrenkt met fluoride
  • vorm is aangepast aan interdentale ruimte: driehoekig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voordeel van tandenstokers

A
  • met 1 hand te gebruiken
  • eenvoudig in gebruik
  • geaccepteerd door de maatschappij
  • lezen, file..
  • vanaf buccaal makkelijk onder het contactpunt aan te brengen tegen het approximaal oppervlak aan te duwen: reinigende beweging
  • dient om plaque te verwijderen!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nadeel van tandenstokers

A

moeilijk om linguaal mee te poetsen/ aan te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Flossdraad: toepassing

A
  • te gebruiken bij gebitselementen waarvan de interdentale ruimte te smal is
  • te verkrijgen in verschillende diktes
  • soms met therapeutische toevoegingen bv. fluoride
  • met of zonder waslaag (waxed floss)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nadeel van flossen

A
  • sterke motivatie nodig
  • tijdsrovend
  • moeilijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

interdentaal borsteltje: toepassing

A
  • makkelijk in gebruik
  • gebruiken bij een grotere interdentale ruimte
  • borsteltje verwijdert het best tandplaque
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gebruik van single- tufted tandenborstel

A
  • distaal van laatste molaar
  • bij toegankelijke furcaties
  • Bij te grote interdentale ruimtes
  • bij erupterende verstandskiezen
  • crowding
  • orthodontische banden
  • bij patiënt met kokhalsreflex bij het poetsen van de achterste linguale vlakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gaasverband en schoenveters: toepassing

A
  • bij diastemen
  • bij patiënten met edentate regio’s en vrijstaande elementen
  • bij distale vlakken van de laatste molaar
  • bij implantaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tongreiniging: toepassing

A
  • betere smaaksensatie
  • halitose
  • geen invloed op vermindering plaque
  • geen invloed op het ontstaan van gingivitis
  • vermindering van de hoeveelheid zwavelproducten