Parodontale status Flashcards

1
Q

Geen bloeding of tandsteen, pocket minder dan 3

A

DPSI 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bloeding, pocket minder dan 3

A

DPSI 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bloeding, tandsteen en/of overhangende restauratie, pocket minder dan 3

A

DPSI 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geen recessie, pocket 4-5

A

DPSI 3-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Recessie op meetplaats, pocket 4-5

A

DPSI 3+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pocket 6+

A

DPSI 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

na dpsi van 3+ volgt een parodontaal onderzoekt, waar kijken we naar?

A
  • aanhechtingsverlies
  • furcatieproblemen
  • pocketdiepten
  • ethiologische en predisponerende factoren
  • ontsteking
  • mobiliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar worden de resultaten genoteerd van een parodontaal onderzoek?

A

in een parodontium status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de 3 verschillende plaque- indexen

A
  • de silness loë index (1964)
  • de turesky- modificatie (1970) van de plaque index van Quigley en Hein (1962)
  • de vereenvoudigde plaque index
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Als pockets regelmatig bloeden bij sonderen heeft men kans op

A

verdere parodontale afbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Pocketdiepte is

A

de afstand van de rand van de gingiva tot aan de bodem van de pocket

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pocket is

A

de meest coronaalwaarts gelegen intacte bindweefselvezels, vastgehecht aan het wortelcement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sulcus is

A
  • de afstand tussen de rand van de gingiva en het vrije oppervlak van het aanhechtingsepitheel, en alleen in histologische zin te gebruiken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Furcatie graad 1

A

een licht toegankelijke furcatie: de sonde kan in horizontale zin tot 2mm binnendringen in de furcatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Furcatie graad 2a/b

A

2a: matig toegankelijke furcatie: de sonde kan in horizontale zin tot 4mm binnendringen
2b: diep toegankelijke furcatie: de sonde kan in horizontale zin meer dan 4 mm binnendringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Furcatie graad 3

A
  • doorgankelijke furcatie: de parodontale afbraak is al zo vergevorderd dat de hele sonde doorheen de furcatie kan
17
Q

door wat wordt de mobiliteit geclassificeerd?

A

door Miller

18
Q

Waarom wordt mobiliteit bekeken?

A

omdat beweeglijke elementen een slechtere prognose en een grotere kans op toenemend aanhechtingsverlies hebben na een parodontale behandeling

19
Q

graden van mobiliteit

A
  • graad 0: fysiologische mobiliteit: het element kan, in horizontale zin, 0.1-0.2mm in de tandkas bewogen worden
  • graad 1: verhoogde mobiliteit: het element kan tot 1mm, in horizontale zin bewogen worden in de tandkas
  • graad 2: duidelijk verhoogde mobiliteit: het element kan meer dan 1 mm in horizontale zin bewogen worden
  • graad 3: ernstige mobiliteit van het element zowel in horizontale als verticale zin met als gevolg verlies van functie
20
Q

Plaats op de status om eventuele bijzonderheden te noteren

A
  • klinisch onderzoek

- röntgenologisch onderzoek

21
Q

prognosebepaling classificatie door

A

kwok en caton

22
Q

classificatie door Kwok en Caton: goed

A

goed: de parodontale status van het element kan worden gestabiliseerd door middel van parodontale behandeling/ nazorg. indien deze situatie wordt bereikt, is het onwaarschijnlijk dat er in de toekomst parodontale afbraak zal optreden

23
Q

classificatie door Kwok en Caton: twijfelachtig

A

de parodontale status van een element wordt beïnvloed door lokale of systemische factoren die wel of niet onder controle zijn. kan gestabiliseerd worden met parodontale behandeling/nazorg als deze factoren onder controle zijn. als dit niet het geval is, kan er verdere parodontale afbraak optreden

24
Q

classificatie door Kwok en Caton: ongunstig

A

de parodontale status van een element wordt beïnvloed door lokale of systemische factoren die niet onder controle zijn te brengen. Het is waarschijnlijk dat na parodontale behandeling/nazorg er nog steeds verdere parodontale afbraak zal optreden

25
Q

classificatie door Kwok en Caton: hopeloos

A

het element moet geëxtraheerd worden