Planten - Plantensoortenlijst (niet compleet_gebaseerd op pp))

Question 1

Welke plant is dit?

Answer 1

Gele plomp
Nuphar lutea

Groeiwijze: Dikke vlezige wortelstokken.
Hoogte: 0.60 – 2.00m.
Bloeitijd: Mei - augustus.
Standplaats: Vrij diepe, luwe wateren.

Question 2

Welke plant is dit?

BLAD: Veerdelig samengesteld met eironde blaadjes.
STENGEL: Kantig, gevuld.
BLOEM: Kruisbloemig, kroon wit, helmknoppen roodpaars,
(vrucht) hauwtje 2 tot 4 cm lang.

Answer 2

Bittere veldkers
Cardamine amara

GROEIWIJZE: Kruipend met uitlopers.
HOOGTE: 0.15 – 0.50m.
BLOEITIJD: Mei – juni.
STANDPLAATS: In brongebieden, aan waterkanten en in grienden.
BIJZ.HEDEN: Plant met bittere smaak.

Question 3

Welke plant is dit?

Answer 3

Gele lis
Iris pseudacorus

Groeiwijze: Kruipende wortelstok.
Hoogte: 0.40 – 1.20m.
Bloeitijd: Mei – juli.
Standplaats: Aan waterkanten, in moerassen en broekbossen.

Question 4

Welke plant is dit?

Answer 4

Holpijp
Equisetum fluviatile

GROEIWIJZE: Buisvormige wortelstok.
HOOGTE: 0.30 -1.00m.
BLOEITIJD: Mei – juli.
STANDPLAATS: Pionier in ondiep water. Goede kwel indicator.

Question 5

Welke plant is dit?

Answer 5

Grote lisdode
Typha latifolia

Groeiwijze: Dikke, sponzige wortelstokken.
Hoogte: 1.00 – 2.50m.
Bloeitijd: Juni – juli.
Standplaats: Luwe plekken in ondiep water en verlandingsvegetaties.

Question 6

Welke plant is dit?

Answer 6

Grote waterweegbree
Alisma plantago-aquatica

Groeiwijze: Wortelrozet.
Hoogte: 0.30 – 1.20m.
Bloeitijd: Juni – september.
Standplaats: Oever-pionier in ondiep of droogvallend water.

Question 7

Welke plant is dit?

BLAD: Langwerpig, enkelvoudig en gaafrandig. Bladen zijn aanliggend behaard en staan verspreid.
STENGEL: De stengelbasis is afstaand behaard.
BLOEM: Vijftallige blauwe bloemen, tot 8mm in doorsnee. Kroonbladen met elkaar vergroeid.

Answer 7

Moerasvergeet-mij-nietje
Myosotis scorpioides subsp. scorpioides

GROEIWIJZE: Kruipend met wortelstokken en bovengrondse uitlopers.
HOOGTE: 0.15 – 1.00m.
BLOEITIJD: Mei – augustus.
STANDPLAATS: Oevers, moerassen en natte graslanden.

Question 8

Welke plant is dit?

Answer 8

Rietgras
Phalaris arundinacea

GROEIWIJZE: Dikke kruipende wortelstok.
HOOGTE: 0.50 – 2.00m.
BLOEITIJD: Juni – juli.
STANDPLAATS: Vaak op plekken met een sterk wisselend peil.

Question 9

Welke plant is dit?

Answer 9

Wolfspoot
Lycopus europaeus

GROEIWIJZE: Lange uitlopers.
HOOGTE: 0.30 – 0.90m.
BLOEITIJD: Juni – augustus.
STANDPLAATS: Langs waterkanten en in moerassen. Vaak als pionier, ook in relatief voedselarm milieu.

Question 10

Welke plant is dit?

Answer 10

Grote egelskop
Sparganium erectum

Groeiwijze: Kruipende wortelstok.
Hoogte: 0.30 – 1.80m.
Bloeitijd: Juni – september.
Standplaats: Luwe oeverzones, tot een diepte van 1 meter.

Question 11

Welke plant is dit?

Answer 11

Pijlkruid
Sagittaria sagittifolia

GROEIWIJZE: Lange dikke uitlopers.
HOOGTE: 0.30 – 0.90m.
BLOEITIJD: Juni – september.
STANDPLAATS: Wateren tot een diepte van 1 meter.

Question 12

Welke plant is dit?

BLAD: Lijnvormig en driehoekig. Bladen doorgaans met draaiingen in de bovenste helft van het blad.
STENGEL: Forse bloeistengels zijn rond, met rode tint, zonder bladen.
BLOEM: Schermvormige bloeiwijze, stralen echter ongelijk van lengte. Bloemkroon roze.

Answer 12

Zwanenbloem
Butomus umbellatus

GROEIWIJZE: Kruipende wortelstok.
HOOGTE: 0.30 – 1.50m.
BLOEITIJD: Juni – september.
STANDPLAATS: Oeverplant in ondiep water.
BIJZ. HEDEN: Beschermd.

Question 13

Welke plant is dit?

Answer 13

Riet
Phragmites australis

GROEIWIJZE: Ver kruipende wortelstokken en zeer lange bovengrondse stengeluitlopers.
HOOGTE: 1.00 – 3.00m.
BLOEITIJD: Juli – oktober.
STANDPLAATS: Zowel als landplant, als ook in water tot een diepte van 1 meter.

Question 14

Welke plant is dit?

Answer 14

Oeverzegge
Carex riparia

GROEIWIJZE: Lange, dikke, kruipende wortelstok.
HOOGTE: 0.60 – 1.20m.
BLOEITIJD: Mei – juni.
STANDPLAATS: Waterkanten en moerassen, het meest in kleigebieden.

Question 15

Welke plant is dit?

Answer 15

Watermunt
Mentha aquatica

GROEIWIJZE: Lange uitlopers.
HOOGTE: 0.30 – 0.90m.
BLOEITIJD: Juli – september.
STANDPLAATS: Aan waterkanten en in moerassen. Veelvuldig in duinvalleien.

Question 16

Welke plant is dit?

Answer 16

Gewone dophei
Erica tetralix

GROEIWIJZE: Kruipende dwergheester.
HOOGTE: 0.10 – 0.60m.
BLOEITIJD: Juni – september.
STANDPLAATS: Op vochtige tot natte zure bodem, op heiden in hoogveen, schraalland en lichte bossen.

Question 17

Welke plant is dit?

Answer 17

Grote weegbree
Plantago major subsp. major

GROEIWIJZE: Rozetplant.
HOOGTE: 0.10 – 0.50m.
BLOEITIJD: Mei – november.
STANDPLAATS: Sterk betreden of bereden plekken (tredplant).

Question 18

Welke plant is dit?

BLAD: Blad aan bovenzijde sterk geribd door niet uitspringende nerven.
STENGEL: Stengel aan de voet liggend, op de knopen wortelend, geknikt opstijgend. Tongetje 2 tot 5 mm.
BLOEMEN: Kleine sigaarvormige bloeiaar met uitstekende kafnaalden.

Answer 18

Geknikte vossenstaart
Alopecurus geniculatus

GROEIWIJZE: Matten vormend.
HOOGTE: 0.15 – 0.60
BLOEITIJD: Mei - oktober
STANDPLAATS: Weilanden die in de winter en of het voorjaar drassig zijn of onder water staan.

Question 19

Welke plant is dit?

Answer 19

Ruige zegge
Carex hirta

GROEIWIJZE: Kruipend.
HOOGTE: 0.30 – 1.00m.
BLOEITIJD: Mei – juli.
STANDPLAATS: Allerlei ruderale plaatsen.
BIJZ. HEDEN: Algemeenste zeggesoort.

Question 20

Welke plant is dit?

Answer 20

Gewoon biggenkruid
Hypochaeris radicata

GROEIWIJZE: Rozetplant.
HOOGTE: 0.15 – 0.80m.
BLOEITIJD: Juni – september.
STANDPLAATS: Arme tot matig voedselrijke zandige bodem.

Question 21

Welke plant is dit?

BLAD: Rozetbladen rondachtig, gekarteld en lang gesteeld. De onderste stengelbladen zijn langwerpig, de bovenste stengelbladen zijn grasachtig.
STENGEL: Dun en sterk vertakt.
BLOEMEN: Blauw, klokvormig, knikkend.

Answer 21

Grasklokje
Campanula rotundifolia

GROEIWIJZE: Zodevormend.
HOOGTE: 0.15 – 0.60m.
BLOEITIJD: Juni – september.
STANDPLAATS: Vooral in schrale bermen, ook op kalkrijk substraat, en beschaduwde plaatsen

Question 22

Welke plant is dit?

BLAD: Veervormig gedeeld met gaafrandige, afgeronde zijslippen.
STENGEL: Stijf en kantig.
BLOEM: Grote roodpaarse hoofdjes met stralende randbloemen. 4 cm in doorsnede. Omwindselbladen met donkere kamvormige top.

Answer 22

Grote centauri
Centaurea scabiosa

GROEIWIJZE: Pollen.
HOOGTE: 0.30 – 1.20m.
BLOEITIJD: Juni – september.
STANDPLAATS: Droge, kalkrijke grazige hellingen. Ook in ruigten.
BIJZ. HEDEN: Rode lijst soort.

Question 23

Welke plant is dit?

BLAD: Onderste bladschede dicht bezet met lange haren. Jongste spruit samengevouwen.
STENGEL: Stengels met korte uitlopers.
BLOEM: Losse pluim. Ieder aartje met 2 lange kafnaalden (verschil met glanshaver)

Answer 23

Zachte haver
Avenula pubescens

GROEIWIJZE: Losse pollen.
HOOGTE: 0.30 – 0.90m.
BLOEITIJD: April – mei.
STANDPLAATS: Droge, matig voedselrijke, kalkhoudende grond.
BIJZ.HEDEN: Lijkt op glanshaver maar bloeit eerder dan deze.

Question 24

Welke plant is dit?

Answer 24

Gestreepte witbol
Holcus lanatus

Groeiwijze: In pollen.
Hoogte: 0.30 – 0.90m.
Bloeitijd: Mei – september.
Standplaats: In graslanden en bossen, het meest talrijk in hooilanden op kalkarme bodem.

Question 25

Welke plant is dit? ## Footnote Blad: Aan beide zijden met lange beharing (zonder klierharen) vrijwel zittend, in paren. Stengel: Rond, behaard, vaak met rode tint. Bloem: Vijftallig, klein. Kroonbladeren ongeveer even lang als de kelkbladen. Kroonbladen wit, ingesneden. Doosvrucht, hoornvormig.

Answer 25

Gewone hoornbloem *Cerastium fontanum subsp. vulgare* ## Footnote Groeiwijze: Kruipend. Hoogte: 0.05 – 0.45m. Bloeitijd: April – november. Bodem: Op grazige grond.

Question 26

Welke plant is dit?

Answer 26

Pinksterbloem *Cardamine pratensis* ## Footnote LEVENSDUUR: Kleine rozetten. HOOGTE: 0.15 – 0.50m. BLOEITIJD: April – juni. STANDPLAATS: Weinig intensief gebruikte vochtige, hooi- en weilanden. Ook veel in gazons.

Question 27

Welke plant is dit?

Answer 27

Rode klaver *Trifolium pratense* ## Footnote GROEIWIJZE: Penwortel (geen uitlopers). HOOGTE: 0.15 – 0.80m. BLOEITIJD: Mei – oktober. STANDPLAATS: Graslanden en bermen, vooral in hooilandvegetaties.

Question 28

Welke plant is dit?

Answer 28

Scherpe boterbloem *Ranunculus acris* ## Footnote GROEIWIJZE: Korte wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 0.90m. BLOEITIJD: April – oktober. STANDPLAATS: Vochtige, voedselrijke grazige grond. Verdraagt vrij zware bemesting en beweiding.

Question 29

Welke plant is dit?

Answer 29

Veldzuring *Rumex acetosa* ## Footnote GROEIWIJZE: Tweehuizig, plant zonder uitlopers. HOOGTE: 0.50 – 1.00m. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: Droge tot zeer vochtige hooilanden en bermen.

Question 30

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Blauwgroen, vlak met fijne driehoekige top, 3 mm breed. STENGEL: Stomp driekantig, stijf rechtop. BLOEM: Bloeiwijze met 1 mannelijk aartje en daaronder op enige afstand 2 rechtopstaande, vrij losbloemige vrouwelijke aartjes.

Answer 30

Blauwe zegge *Carex panicea* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met lange ondergrondse uitlopers. HOOGTE: 0.05 – 0.70m. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Vochtige tot natte hooilanden en heiden.

Question 31

Welke plant is dit?

Answer 31

Dotterbloem *Caltha palustris* ## Footnote Groeiwijze: Bladrozet, pollen. Hoogte: 0.15 – 0.50m. Bloeitijd: April en mei, soms ook weer in augustus en september. Standplaats: Broekbossen, drassige graslanden, oevers en moerassen. Bijz. heden: Vroegst bloeiende moerasplant.

Question 32

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Wortelbladen spatelvormig, tegenoverstaand. Stengelbladen lijnvormig. Vaak rood aangelopen. STENGEL: Behaard BLOEM: Rose, kroonbladen vier-spletig.

Answer 32

Echte koekoeksbloem *Silene flos-cuculi* ## Footnote GROEIWIJZE: Zodenvormend HOOGTE: 0.30 – 0.80m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: In natte, matig voedselrijke graslanden, vooral op venige bodem.

Question 33

Welke plant is dit?

Answer 33

Moerasrolklaver *Lotus pedunculatus* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met ondergrondse uitlopers. HOOGTE: 0.30 – 1.00m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Natte hooilanden en langs waterkanten.

Question 34

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf grasgroen, tot 15 mm breed, met duidelijke driekantige top. STENGEL: Stomp, driekantig. BLOEM: Forse, rijkbloemige, pluimvormige tot 2 dm grote bloeiwijze.

Answer 34

Bosbies *Scirpus sylvaticus* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend. HOOGTE: 0.25 – 0.90m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: In graslanden en loofbossen, op kwelplekken en langs oevers. BIJZ.HEDEN: Zeer goede kwelindicator.

Question 35

Welke plant is dit?

Answer 35

Kropaar *Dactylis glomerata* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte pollen. LENGTE: 0.30 – 0.90m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: Ruige graslanden en bermen, ook op omgewerkte grond en op beschaduwde plekken.

Question 36

Welke plant is dit?

Answer 36

Grote vossenstaart *Alopecurus pratensis* ## Footnote Groeiwijze: Pollen Hoogte: 0.30 – 1.20m. Bloeitijd: April – juni en soms ook van augustus tot de herfst. Standplaats: In graslanden en lichte loofbossen. Vooral op klei of sterk bemeste zandgrond. Bijz. heden: Het eerst bloeiende graslandgras in april.

Question 37

Welke plant is dit?

Answer 37

Gele morgenster *Tragopogon pratensis* ## Footnote Groeiwijze: Tweejarig met forse penwortel. Hoogte: 0.20 – 0.90m. Bloeitijd: Mei – juli. Standplaats: Vooral op bermen en dijken. Bijz. heden: Plant bevat melksap.

Question 38

Welke plant is dit?

Answer 38

Glanshaver *Arrhenatherum elatius* ## Footnote Groeiwijze: Losse pollen. Hoogte: 0.50 – 1.50m. Bloeitijd: Mei – september. Standplaats: Op bermen, dijken en in hooilanden. Voedselrijke, relatief droge grond.

Question 39

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf geribd tot 3 mm breed. Tongetje afgeknot, kort, onderzijde glanzend. Jongste spruit samengevouwen. STENGEL: Onbehaard. BLOEM: Aarpluim met aartjes in 2 rijen (zigzagstructuur).

Answer 39

Kamgras *Cynisurus cristatus* ## Footnote GROEIWIJZE: Kleine dichte pollen. HOOGTE: 0.20 – 0.60m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: Op vochtige, matig voedselrijke gronden in weilanden.

Question 40

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Samengesteld, afgebroken geveerd, met gezaagde deelblaadjes. STENGEL: Zacht behaard met lange en korte haren, klierharen ontbreken. BLOEM: Kleine gele bloemen, verenigd in een lange smalle tros.

Answer 40

Gewone agrimonie *Agrimonia eupatoria* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipende wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 1.20m. BLOEITIJD: Juni – september. STANDPLAATS: Op licht beschaduwde, kalkhoudende plekken in struweel, op dijken en in bermen.

Question 41

Welke plant is dit?

Answer 41

Gladde witbol *Holcus mollis* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met lange wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 0.90m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: In bossen, houtwallen, aan waterkanten, in zandige graslanden en akkers op zure bodem.

Question 42

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Langwerpig, puntig, gaafrandig en ongesteeld in kruisgewijs overstaande bladstand. STENGEL: Zijtakken wijd afstaand en boogvormig. BLOEM: 2-lippige gele bloemen in paren, naar 1 zijde gekeerd.

Answer 42

Hengel *Melampyrum pratense* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarige halfparasiet. Woekerd op boomwortels, vooral eik en berk HOOGTE: 0.15 – 0.50m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: In lichte, zure loofbossen en beschaduwde bermen.

Question 43

Welke plant is dit?

Answer 43

Struikhei *Calluna vulgaris* ## Footnote GROEIWIJZE: Dwergheester. HOOGTE: 0.20 – 1.00m. BLOEITIJD: Juli – september. STANDPLAATS: Vochtige tot droge zure grond. In heiden, schraallanden en lichte bossen.

Question 44

Welke plant is dit?

Answer 44

Heermoes *Equisetum arvense* ## Footnote GROEIWIJZE: Lange wortelstokken. HOOGTE: 0.10 – 0.80m. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Open, omgewerkte grond. BIJZ. HEDEN: Zeer lastig onkruid (onuitroeibaar).

Question 45

Welke plant is dit?

Answer 45

Vogelmuur *Stellaria media* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarig, plakkaten vormend. HOOGTE: 0.10 – 0.40m. BLOEITIJD: Januari – december. STANDPLAATS: Geroerde grond. BIJZ. HEDEN: In alle maanden van het jaar bloeiend aan te treffen. De generaties kunnen elkaar binnen enkele weken opvolgen.

Question 46

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Onderste bladen liervormig. STENGEL: Ruw behaard. BLOEM: Heldergele kruisbloem.

Answer 46

Herik *Sinapis arvensis* ## Footnote GROEIWIJZE: Zomerannuel, eenjarig. HOOGTE: 0.30 – 0.80m. BLOEITIJD: Mei – september. STANDPLAATS: Kenmerkend voor kleigronden. Tevens op voedselrijke zandgrond. BIJZ.HEDEN: Bijenplant.

Question 47

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Plant ijl bebladerd. Blad veerdelig met grof ingesneden slippen. STENGEL: Alleen aan de voet vertakt, ruig behaard BLOEM: Kroonbladeren fel rood, met zwarte vlek aan de voet. Dekseltje van vruchtdoos met 8 of meer stralen.

Answer 47

Grote klaproos *Papaver rhoeas* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarig. HOOGTE: 0.20 – 0.60m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Omgewerkte kleihoudende grond. BIJZ. HEDEN: Zeer lange kiemkracht.

Question 48

Welke plant is dit?

Answer 48

Paarse dovenetel *Lamium purpureum* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarig. HOOGTE: 0.10 – 0.30m. BLOEITIJD: Maart – oktober. STANDPLAATS: Vooral in (moes) tuinen.

Question 49

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Grijsgroen, spinragachtig behaard. Onderste bladen diep ingesneden. Bovenste bladen lijnvormig. STENGEL: Stijf, rechtop, sterk vertakt (smalle habitus). BLOEM: 3 cm, helderblauwe hoofdjes, met ongeveer 8 grote trompetvormige straalbloemen.

Answer 49

Korenbloem *Centaurea cyanus* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarig HOOGTE: 0.30 – 0.60m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Zandige graanakkers, ook veel uitgezaaid. BIJZ. HEDEN: Rode lijst soort.

Question 50

Welke plant is dit?

Answer 50

Canadese fijnstraal *Erigeron canadensis* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarig, rozetplant. HOOGTE: 0.15 – 1.50m. BLOEITIJD: Juli – september. STANDPLAATS: Gestoorde droge, zandige of stenige bodem.

Question 51

Welke plant is dit?

Answer 51

Kweek *Elymus repens* ## Footnote GROEIWIJZE: Lange, vertakkende wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 1.20m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Droge tot natte gestoorde bodem.

Question 52

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Stengelbladen, langwerpig 4 tot 7 mm. breed, met de grootste breedte op of boven het midden. STENGEL: Ronde stengel met melksap. BLOEM: Geelgroen schijnbloemen in een schermvormige bloeiwijze.

Answer 52

Heksenmelk *Euphorbia esula* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met lange wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 0.90m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Op vochtige tot droge grond, in bermen en uiterwaarden, langs dijken en spoorwegen en in de duinen.

Question 53

Welke plant is dit?

Answer 53

Echte valeriaan *Valeriana officinalis* ## Footnote Groeiwijze: Kruipend met zowel ondergrondse als bovengrondse uitlopers. Hoogte: 0.60 – 1.20m. Bloeitijd: Juni – september. Standplaats: Oevers, natte graslanden en bossen.

Question 54

Welke plant is dit?

Answer 54

Kleefkruid *Galium aparine* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarig. HOOGTE: 0.50 – 2.00m. BLOEITIJD: Juni – oktober. STANDPLAATS: Zeer voedselrijke omgewerkte grond, op halfbeschaduwde plaatsen. Ook in oeverruigten.

Question 55

Welke plant is dit?

Answer 55

Wilgenroosje *Chamerion angustifolium* ## Footnote GROEIWIJZE: Sterk kruipend wortelstelsel. HOOGTE: 0.30 – 1.50m. BLOEITIJD: Juli – september. STANDPLAATS: Op omgewerkte zandige bodem, aan bosranden maar ook stedelijke gebieden.

Question 56

Welke plant is dit?

Answer 56

Eenstijlige meidoorn *Crataegus monogyna* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik of lage boom. HOOGTE: 2.00 – 5.00m. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: Op alle niet te arme bodems, in hagen, struwelen en bossen.

Question 57

Welke plant is dit?

Answer 57

Gewone vlier *Sambucus nigra* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik. HOOGTE: 3.00 – 6.00m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: Bossen en struwelen, vaak op stikstofrijke, gestoorde grond.

Question 58

Welke plant is dit?

Answer 58

Sleedoorn *Prunus spinosa* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik. HOOGTE: 1.50 – 3.00m. BLOEITIJD: Maart – mei. STANDPLAATS: Vrij droge, niet te zware, minerale grond. In hagen, struwelen en bossen.

Question 59

Welke plant is dit?

Answer 59

Zwarte els *Alnus glutinosa* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: Tot 24 meter. BLOEITIJD: Februari – april. STANDPLAATS: In moerasbossen en langs waterkanten.

Question 60

Welke plant is dit?

Answer 60

Zachte berk *Betula pubescens* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: Tot 20 meter. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Op natte tot vochtige, zure bodem. Overwegend in moerassen, hoogvenen en duinvalleien.

Question 61

Welke plant is dit?

Answer 61

Grove den *Pinus sylvestris* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: Tot 40 meter. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: Heide- stuifzand en hoogveengebieden. BIJZ. HEDEN: Levert grenenhout.

Question 62

Welke plant is dit?

Answer 62

Ruwe berk *Betula pendula* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: Tot 30 meter. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Pionier op droge zandgrond, veel in heidevelden.

Question 63

Welke plant is dit?

Answer 63

Wintereik *Quercus petrea* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom HOOGTE: Tot 30 meter. BLOEITIJD: Mei. STANDPLAATS: In bossen op tamelijk voedselarme grond, vooral in heuvelgebieden.

Question 64

Welke plant is dit?

Answer 64

Tamme kastanje *Castanea sativa* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: 15 tot 30 meter. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: In loofbossen, op zwak zure, matig voedselrijke grond. Vooral in heuvelgebieden

Question 65

'Welke plant is dit?

Answer 65

Wilde lijsterbes *Sorbus aucuparia* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik of kleine boom. HOOGTE: 3 tot 20 meter. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: In alle bostypen op kalkarme niet te natte bodem.

Question 66

Welke plant is dit?

Answer 66

Beuk *Fagus sylvatica* ## Footnote GROEIWIJZE: Hoge boom. HOOGTE: 24 tot 40 meter BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Alle matige, voedselrijke loofbossen. BIJZ. HEDEN: Pas vanaf het 50ste jaar begint de vruchtzetting goed op gang te komen.

Question 67

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Langwerpig – lancetvormig tot 6 cm breed. Steel even lang als de bladschijf. Blad met sterke uiengeur. STENGEL: Bloeistengel zonder blad, min of meer driekantig. BLOEM: Zuiver witte, stervormige bloemen in een scherm of half bolvormige bloeiwijze.

Answer 67

Daslook *Allium ursinum* ## Footnote GROEIWIJZE: Bolgewas HOOGTE: 0.20 – 0.40m. BLOEITIJD: April – juni. STANDPLAATS: Loofbossen op kalkrijke bodem, vooral in hellingbossen. Tevens als stinzenplant.

Question 68

Welke plant is dit?

Answer 68

Es *Fraxinus excelsior* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: Tot 40 meter. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Vrij vochtige tot natte bossen, vooral op klei.

Question 69

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Spies- of pijlvormig, glanzend, lang gesteeld, al of niet met zwarte vlekken. STENGEL: Bloeistengel relatief kort BLOEM: Bloeikolf deels omgeven door een groot groenwit schutblad. Aan de kolf worden rode bessen gevormd (het blad is dan reeds afgestorven).

Answer 69

Gevlekte aronskelk *Arum maculatum* ## Footnote GROEIWIJZE: Knolgewas. HOOGTE: 0.15 – 0.45m. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: In vochtige, rijke bossen met een goede strooisel vertering.

Question 70

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Langwerpig, spits en stijf, ongesteeld, kruisgewijs tegenoverstaand. STENGEL: Vierkant, stijf en ruw. BLOEM: Kroonbladen wit, 10 tot 25 mm lang, tot het midden ingesneden.

Answer 70

Grote muur *Stellaria holostea* ## Footnote GROEIWIJZE: Bodembedekker. HOOGTE: 0.15 – 0.50m. BLOEITIJD: April – juni. STANDPLAATS: Humeuze, lichte bossen en beschaduwde bermen.

Question 71

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Spatelvormig, zwak gegolfd tot gaafrandig, glanzend. STENGEL: Vierkant. BLOEM: Paarsblauw, lipbloemig. Schutbladen tussen de schijnkransen met blauwe tint.

Answer 71

Kruipend zenegroen *Ajuga reptans* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met bovengrondse uitlopers. HOOGTE: 0.07 - 0.30m. BLOEITIJD: Eind april - juni STANDPLAATS: Op natte tot vochtige, matig voedselrijke grazige grond. Ook in loofbossen.

Question 72

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Boven het midden het breedst, ongedeeld en gaafrandig. Bladen kruisgewijs tegenoverstaand. STENGEL: Rond en zacht behaard. BLOEM: Bloemkroon, donkerroze. De kelkbladen zijn vergroeid tot een wat opgeblazen buis.

Answer 72

Dagkoekoeksbloem *Silene dioca* ## Footnote GROEIWIJZE: Tweehuizig, korte wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 0.90m. BLOEITIJD: Mei – oktober. STANDPLAATS: Op voedselrijke, humeuze zand- en veengrond op licht beschaduwde plekken.

Question 73

Welke plant is dit?

Answer 73

Gewone esdoorn *Acer pseudoplatanus* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom HOOGTE: Tot 30 meter BLOEITIJD: April - juni STANDPLAATS: In bossen op vochtige, voedselrijke bodem. Vaak op verstoorde bodem.

Question 74

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Smalle lijnvormige bladen met een witte middenstreep. STENGEL: Bloeistengels zonder blad. Als de bloeistengels verschijnen sterven de rozetbladen af. BLOEM: Stervormige witte bloemen in een schermvormige tros.

Answer 74

Gewone vogelmelk *Ornithogalum umbellatum* ## Footnote GROEIWIJZE: Bolgewas. HOOGTE: 0.10 – 0.30m. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: In graslanden, op dijken en in loofbossen. BIJZ. HEDEN: Beschermd

Question 75

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: 3 – 6 mm breed, grasgroen. STENGEL: Stomp driekantig. BLOEM: Bloeiwijze met 1 mannelijk topaartje en 3 of meer langgesteelde, ver uit elkaar staande, afhangende vrouwelijke aartjes.

Answer 75

Boszegge *Carex sylvatica* ## Footnote GROEIWIJZE: Pollen. HOOGTE: 0.30 – 1.00m. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: Vochtige loofbossen op neutrale tot basenrijke leem- en kleibodems

Question 76

Welke plant is dit?

Answer 76

Haagbeuk *Carpinus betulus* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: 6 tot 25 meter. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: In loofbossen, houtwallen en hakhout, op voedselrijke, vaak kalkrijke grond.

Question 77

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Kort gesteelde, langwerpige, leerachtige bladen, gaafrandig, onbehaard en tegenoverstaand. STENGEL: Niet bloeiende stengels kruipend en wortelend op de knopen. Bloeiende stengels rechtopstaand. BLOEM: Blauw, met 5- tallige, vergroeide kroon, 2 tot 3 cm in doorsnede.

Answer 77

Kleine maagedenpalm *Vinca minor* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend halfstruikje. HOOGTE: 0.15 – 0.30m. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Rijke bosbodems met goede strooiselvertering. BIJZ.HEDEN: Groenblijvend

Question 78

Welke plant is dit?

Answer 78

Adelaarsvaren *Pteridium aquilinum* ## Footnote GROEIWIJZE: Lange wortelstok HOOGTE: 0.85 – 3.00m. RIJPE SPOREN: Juli - augustus STANDPLAATS: Op droge, zure, humeuze grond in lichte bossen. Indicator voor oud bos.

Question 79

Welke plant is dit?

Answer 79

Akkerdistel *Cirsium arvense* ## Footnote HOOGTE: 0.60 – 1.50m. GROEIWIJZE: Ver kruipende wortelstokken. BLOEITIJD: Juni – september. STANDPLAATS: Humeuze, gestoorde bodem.

Question 80

Welke plant is dit?

Answer 80

Amerikaans krentenboompje *Amelanchier lamarckii* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik HOOGTE: 2 tot 12 meter. BLOEITIJD: April - mei STANDPLAATS: In lichte bossen en heide gebieden, op zure grond.

Question 81

Welke plant is dit?

Answer 81

Amerikaanse eik *Quercus rubra* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom HOOGTE: 10 tot 25 meter. BLOEITIJD: April - mei. STANDPLAATS: In bossen op zure tot vrij voedselrijke bodem.

Question 82

Welke plant is dit?

Answer 82

Amerikaanse vogelkers *Prunus serotina* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik soms kleine boom. HOOGTE: 12 meter BLOEITIJD: Mei-juni. STANDPLAATS: Op droge tot vrij vochtige, +- zure grond in bossen en struwelen.

Question 83

Welke plant is dit?

Answer 83

Blauwe bosbes *Vaccinium myrtillus* ## Footnote GROEIWIJZE: Dwergstruik, kruipend HOOGTE: 0.15 – 0.50, maar soms tot 150 cm. BLOEITIJD: April - juni, soms tot oktober. STANDPLAATS: Vochtige tot droge, zure grond. In lichte bossen, heidevelden en hoogveen.

Question 84

Welke plant is dit?

Answer 84

Bochtige smele *Avenella flexuosa* ## Footnote GROEIWIJZE: Pollen of losse zoden. HOOGTE: 0.30 – 0.70m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: Arme, zure, droge bossen en heidevelden.

Question 85

Welke plant is dit?

Answer 85

Brede stekelvaren *Dryopteris dilatata* ## Footnote GROEIWIJZE: Pollen HOOGTE: 0.30 – 1.20m. SPOREN: Juli – september. STANDPLAATS: In zure, matig voedselrijke bossen. Veel in naaldbossen.

Question 86

Welke plant is dit?

Answer 86

Douglasspar *Pseudotsuge menziesii* ## Footnote GROEIWIJZE: Naaldboom HOOGTE: Tot 40 m. BLOEITIJD: April. STANDPLAATS: Veel aangeplant. Volledig ingeburgerd.

Question 87

Welke plant is dit?

Answer 87

Duizendblad *Achillea millefolium* ## Footnote Groeiwijze: Kruipend. Hoogte: 0.15 – 0.70 cm Bloeitijd: Juni – oktober. Standplaats: Op matig voedselrijke, vochtige tot droge, grazige omgewerkte bodem. Ook op stenige plekken.

Question 88

Welke plant is dit?

Answer 88

Engels raaigras *Lolium perenne* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte pollen vormend. HOOGTE: 0.10 – 0.90m. BLOEITIJD: Juni – september. BODEM: Cultuurgraslanden en sterk betreden plaatsen. BIJZ.HEDEN: Het belangrijkste voedergras.

Question 89

Welke plant is dit?

Answer 89

Fluitenkruid *Anthriscus sylvestris* ## Footnote GROEIWIJZE: Penwortel HOOGTE: 0.60 – 1.50m. BLOEITIJD: Mei - juni STANDPLAATS: Zomen, struwelen, bermen en graslanden. Indicator voor voedselrijkdom. BIJZ. HEDEN: Eerst bloeiende schermbloem.

Question 90

Welke plant is dit?

Answer 90

Framboos *Rubus idaeus* ## Footnote GROEIWIJZE: Half- struikvormig HOOGTE: 0.60 – 1.50m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Op vochtige tot tamelijk natte grond. Op open plekken in bossen en langs struweel.

Question 91

Welke plant is dit?

Answer 91

Gewone berenklauw *Heracleum sphondylium* ## Footnote GROEIWIJZE: Rozetplant. HOOGTE: 0.90 – 1.50m. BLOEITIJD: Juni – september. STANDPLAATS: Zeer voedselrijke grond, in bermen, hooilanden en op matig beschaduwde plekken.

Question 92

Welke plant is dit?

Answer 92

Gewone ereprijs *Veronica chamaedrys* ## Footnote Groeiwijze: Kruipend. Hoogte: 0.10 – 0.40m. Bloeitijd: April – juni. Standplaats: In graslanden en bermen. Vooral ook als zoomplant en langs bospaden

Question 93

Welke plant is dit?

Answer 93

Gewone veldbies *Luzula campestris* ## Footnote GROEIWIJZE: Zodevormend. HOOGTE: 0.05 – 0.20m. BLOEITIJD: Maart – mei. STANDPLAATS: Indicator van droog schraalland. BIJZ. HEDEN: Het vroegst bloeiend schijngras

Question 94

Welke plant is dit?

Answer 94

Gewoon reukgras *Anthoxanthum odoratum* ## Footnote Groeiwijze: Losse pollen. Hoogte: 0.10 – 0.80m. Bloeitijd: April – juni. Standplaats: Droge tot natte, matig rijke graslanden en lichte bossen. Bijz. heden: Cumarine geur

Question 95

Welke plant is dit?

Answer 95

Grote kattenstaart *Lythrum salicaria* ## Footnote Groeiwijze: Overblijvend, zonder wortelstokken of uitlopers. Hoogte: 0.60 – 1.20m. Bloeitijd: Juni - september. Standplaats: Waterkanten, moerassen en natte ruigten.

Question 96

Welke plant is dit?

Answer 96

Hazelaar *Corylus avellana* ## Footnote GROEIWIJZE: Struik. HOOGTE: Tot 7 meter. BLOEITIJD: Januari – april. STANDPLAATS: In loofbossen, houtwallen en hakhout, op vochtige vaak kalkhoudende bodem. Verdraagt veel schaduw.

Question 97

Welke plant is dit?

Answer 97

Heggenwikke *Vicia sepium* ## Footnote GROEIWIJZE: Klimmend, uitlopers. HOOGTE: 0.30 – 1.00m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: Op voedselrijke, kalkhoudende grond. In heggen, bosranden, in hooilanden en bermen.

Question 98

Welke plant is dit?

Answer 98

Hopklaver *Medicago lupulina* ## Footnote GROEIWIJZE: In matten groeiend. HOOGTE: 0.07 – 0.50m. BLOEITIJD: April- oktober. STANDPLAATS: Graslanden en bermen op voedselrijke grond, ook op stenige plekken.

Question 99

Welke plant is dit?

Answer 99

Jakobskruiskruid *Jacobaea vulgaris* ## Footnote GROEIWIJZE: Tweejarig. HOOGTE: 0.30 – 1.50m. BLOEITIJD: Juni – oktober. STANDPLAATS: Op open tot grazige, tamelijk droge zandige grond. BIJZ. HEDEN: Giftig voor vee!

Question 100

Welke plant is dit?

Answer 100

Klein springzaad *Imaptiens parviflora* ## Footnote GROEIWIJZE: Zomerannuel, eenjarig. HOOGTE: 0.20 – 0.60m. BLOEITIJD: Juni – oktober. STANDPLAATS: Op min of meer vochtige, beschaduwde plaatsen in bossen en op omgewerkte grond.

Question 101

Welke plant is dit?

Answer 101

Kraailook *Allium vineala* ## Footnote GROEIWIJZE: Bolgewas. HOOGTE: 0.30 – 0.70m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Op grazige, vaak licht beschaduwde plaatsen.

Question 102

Welke plant is dit?

Answer 102

Kruipende boterbloem *Ranunculus repens* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met lange, op de knopen wortelende, bovengrondse uitlopers. HOOGTE: 0.10 - 0.50m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Vochtige tot natte, grazige of beschaduwde grond.

Question 103

Welke plant is dit?

Answer 103

Penningkruid *Lysimachia nummulana* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend. HOOGTE: 0.10 – 0.50. BLOEITIJD: Mei – november. STANDPLAATS: Waterkanten, op grasgrond en in loofbossen.

Question 104

Welke plant is dit?

Answer 104

Pijpenstrootje *Molinia caerulea* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte pollen. HOOGTE: 0.30 – 1.20m. BLOEITIJD: Juli – september. STANDPLAATS: In natte zure bossen, heidevelden, laagveenmoerassen en schraallanden. Verdraagt langdurige inundatie.

Question 105

Welke plant is dit?

Answer 105

Pitrus *Juncus effusus* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte pollen vormend. HOOGTE: 0.20 – 1.40m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Op kalkarme tot zeer zure grond, met doorgaans een sterk wisselende waterstand.

Question 106

Welke plant is dit?

Answer 106

Ratelpopulier *Populus tremula* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: 6 tot soms 25 meter, maar meestal lager. BLOEITIJD: Maart – april. STANDPLAATS: Aan bosranden en op kapvlakten, op matig voedselrijke, zandige bodems.

Question 107

Welke plant is dit?

Answer 107

Ridderzuring *Rumex obtusifolius* ## Footnote GROEIWIJZE: Lange vertakte penwortel. HOOGTE: 0.80 – 1.50m. BLOEITIJD: Juni – oktober. STANDPLAATS: Gestoorde bodem, op grazige of beschaduwde plekken.

Question 108

Welke plant is dit?

Answer 108

Schapenzuring *Rumex acetosella* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend, tweehuizig. HOOGTE: 0.10 – 0.60m. BLOEITIJD: Mei – september. STANDPLAATS: Schrale, zure zand- of veengrond, met enige stikstofverrijking.

Question 109

Welke plant is dit?

Answer 109

Smalle weegbree *Plantago lanceolata* ## Footnote GROEIWIJZE: Wortelrozetten HOOGTE: 0.10 – 0.80m. BLOEITIJD: Mei – september. STANDPLAATS: Op open of grazige grond. Bermen, dijken en graslanden. Vaak op plaatsen waar de bodem verstoord is.

Question 110

Welke plant is dit?

Answer 110

Wilde kamperfoelie *Lonicera periclymenum* ## Footnote GROEIWIJZE: Klimmend of kruipend. HOOGTE: 2 tot 6 meter. BLOEITIJD: Juni - augustus, soms tot oktober. STANDPLAATS: Zowel in droge als natte bossen, struwelen en moerassen.

Question 111

Welke plant is dit?

Answer 111

Witte klaver *Trifolium repens* ## Footnote GROEIWIJZE: Aan de oppervlakte van het substraat kruipend. HOOGTE: 0.05 – 0.25m. BLOEITIJD: Mei – oktober. STANDPLAATS: Intensief beweid, gemaaid of betreden grasland. Ook in meer natuurlijke graslanden met wisselende grondwaterstanden.

Question 112

Welke plant is dit?

Answer 112

Zomereik *Quercus robur* ## Footnote GROEIWIJZE: Boom. HOOGTE: 15 tot 30 meter. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: In alle bostypen. Op arme droge standplaatsen als kreupelhout.

Question 113

Welke plant is dit?

Answer 113

Zwarte braam *Rubus sectie Rubus* ## Footnote GROEIWIJZE: Struikvormig. HOOGTE: 0.50 – 1.50m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: In heggen, ruigten en alle bostypen. BIJZ. HEDEN: Het soortbegrip bij bramen is niet duidelijk door de manier van voortplanten. Alleen het genetisch materiaal van de moederplant wordt overgenomen.

Question 114

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Vlakke blaadjes tot 3 mm. Breed, in kransen van 3. Niet krullend ! STENGEL: Brosse stengels groeien hoofdzakelijk in verticale richting. BLOEM: Zeer klein. Lang gesteeld en op het wateroppervlak drijvend.

Answer 114

Brede waterpest *Elodea canadensis* ## Footnote GROEIWIJZE: Ondergedoken. Tweehuizig. HOOGTE: 0.30 – 3.00m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: Helder, (matig) voedselrijk zoet water. BIJZ.HEDEN: In Nederland zijn uitsluitend vrouwelijke planten waargenomen.

Question 115

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Lijnvormig, stijf, met gestekelde rand, tot 50 cm lang. Bladen gebundeld in een rozet. STENGEL: Uitlopers waaraan nieuwe planten tot ontwikkeling komen. BLOEM: Wit, 3-tallig. Mannelijke 3 tot 6 bijeen. Vrouwelijke alleenstaand.

Answer 115

Krabbenscheer *Stratiotes aloides* ## Footnote GROEIWIJZE: Half ondergedoken tot ondergedoken. LENGTE: 0.15 – 0.40m. BLOEITIJD: Mei - juli. STANDPLAATS: Luwe wateren, vooral in laagveengebieden.

Question 116

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: (Zeer) dun buisvormig met dwarsschotten. STENGEL: Dunne stengeltjes met min of meer knolvormig verdikte voet, vaak wortelend op de knopen. BLOEM: Bloeiwijze ijl vertakt.

Answer 116

Knolrus *Juncus bulbosus* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte polletjes, ook vlottend of vrij in water zwevend. HOOGTE: 0.05 – 0.20m BLOEITIJD: Juni – herfst. STANDPLAATS: Natte, zure, voedselarme omstandigheden. BIJZ.HEDEN: Kan zowel als landplant en als echte waterplant optreden. Plant zeer variabel, vaak rood aangelopen.

Question 117

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Rondachtig met wigvormige voet, gekarteld en spaarzaam behaard. STENGEL: Sterk vertakt en vierkantig. BLOEM: Bloemen en schutbladen groenachtig geel, in één plat vlak.

Answer 117

Paarbladig goudveil *Chrysosplenium oppositifolium* ## Footnote GROEIWIJZE: Plakkaten vormend met dunne uitlopers. HOOGTE: 0.05 – 0.15m. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: In beekjes en bronbossen, in heuvelgebieden. BIJZ.HEDEN:

Question 118

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladen enkel geveerd, onregelmatig gezaagd. Onderste bladen met horizontaal gekantelde zijblaadjes en een lange bladsteel. STENGEL: Buisvormig, gestreept, sterk vertakt. BLOEM: 10 tot 20 stralige schermen, merendeels tegenover de bladen ingeplant. Omwindsels en omwindseltjes talrijk, deel drietoppig.

Answer 118

Kleine watereppe *Berula erecta* ## Footnote GROEIWIJZE: Ondergrondse uitlopers. HOOGTE: 0.30 – 0.60m. BLOEITIJD: Juli – september. STANDPLAATS: Aan oevers, in sloten en beken.

Question 119

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: 2 tot 12 bladen met duidelijke maar korte bladschijf. STENGEL: Dikke, gladde, rolronde stengels. BLOEM: Bloeiwijze ontspringt zijdelings aan stengelknop.

Answer 119

Mattenbies *Schoenoplectus lacustris* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met harde, brosse wortelstokken. HOOGTE: 0.80 – 3.50m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: In plassen, rivieren en kanalen.

Question 120

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf 5 tot 10 mm, overhangend. STENGEL: Scherp, driehoekig, ruw. BLOEM: Onderste schutblad reikt voorbij de bloeiwijze. Stijl met 2 stempels.

Answer 120

Scherpe zegge *Carex acuta* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipende wortelstokken. HOOGTE: 0.50 -1.50m. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: Oever- en moerasplant. Vooral in het winterbed van rivieren en beken.

Question 121

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Rozetbladen langwerpig met wigvormige voet en lange bladsteel. STENGEL: Liggende tot opstijgende holle stengels, die op de knopen wortelen. BLOEM: Kleiner dan andere boterbloemen, tot 1,5 cm in doorsnede.

Answer 121

Egelboterbloem *Ranunculus flammula* ## Footnote GROEIWIJZE: Overblijvend, bovengrondse uitlopers. HOOGTE: 0.10 – 0.50m. BLOEITIJD: Juni – oktober. STANDPLAATS: Drassige graslanden, sloten, vennen, broekbossen en duinvalleien.

Question 122

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Schildvormig, cirkelrond met de aanhechting in het midden van de bladschijf. STENGEL: Kruipende, vertakte stengels op de knopen wortelend. BLOEM: Onopvallende bloeiwijze op draad dunne steel.

Answer 122

Gewone waternavel *Hydrocotyle vulgaris* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend. HOOGTE: 0.05 – 0.15m. BLOEITIJD: juli – herfst. STANDPLAATS: Aan de oeverzone van voedselarme wateren en moerassen.

Question 123

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Blauwgroen, 3 tot 7-tallig geveerd. STENGEL: Boogvormig opgericht. BLOEM: Gehele bloem donkerbruin-roodachtig met opvallend grote kelk. Kroonblaadjes toegespitst. Vrucht aardbeiachtig.

Answer 123

Wateraardbei *Comarum palustre* ## Footnote GROEIWIJZE: Houtige wortelstokken en kruipend. HOOGTE: 0.15 – 0.90m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: In ondiep water van vennen, vaak in kwelsituaties.

Question 124

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Fris grasgroen, gootvormig, 2 tot 3 mm breed. STENGEL: Stomp driekantig, stijf en glad. BLOEM: Bloeiwijze met 1 mannelijke en 2 tot 4 eironde zittende vrouwelijke aartjes. Onderste vrouwelijke aartje wel gesteeld en veel lager geplaatst.

Answer 124

Dwergzegge *Carex oederi* ## Footnote GROEIWIJZE: Polletjes. HOOGTE: 0.05 – 0.30m. BLOEITIJD: mei - juli, maar vaak ook tot in de herfst. STANDPLAATS: Pionier op open, vochtige tot drassige grond.

Question 125

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf tot 5 mm. breed, gootvormig, eindigend in een lange driekantige spitse top. STENGEL: Rolrond, onder de top stomp driekantig. BLOEM: Bloeiwijze met 3 tot 6, deels overhangende aartjes. Aarstelen glad en ongelijk van lengte. Vormt na de bloei opvallende witte pluizenbolletjes.

Answer 125

Veenpluis *Eriopherum angustifolium* ## Footnote GROEIWIJZE: Lange wortelstokken. HOOGTE: 0.30 – 0.60m BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Op natte zure grond in heiden, schraallanden, vennen en duinvalleien.

Question 126

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Varenachtig geveerd, met afwisselend grote en kleine deelblaadjes. Bladen zilverzijdeachtig behaard en scherp gezaagd. STENGEL: Vaak rood aangelopen. BLOEM: Schotelvormige bloemen, geel, vijftallig.

Answer 126

Zilverschoon *Potentilla anserina* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met lange uitlopers, op de knopen wortelend. HOOGTE: 0.05 – 0.45m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: Doorgaans op plaatsen met een verdichte bodem.

Question 127

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Stengel aan de voet omgeven door schede zonder bladschijf. STENGEL: In bundels vanuit de wortelstok,1-6 mm. BLOEM: Eindstandig aartje met meerdere bloemen.

Answer 127

Gewone waterbies *Eleocharis palustris* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipende wortelstok. HOOGTE: 0.10 – 0.60m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: Waterkanten, in vennen, moerassen en duinvalleien.

Question 128

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf, vlak, fijn geribd, 2 tot 5 mm breed. Tongetje spits en lang. Jongste spruit ingerold. STENGEL: Geknikt opstijgend. BLOEM: Pluim smal, min of meer samengetrokken. Kleine éénbloemige aartjes.

Answer 128

Fioringras *Agrostis stolonifera* ## Footnote GROEIWIJZE: In pollen, met lange bovengrondse uitlopers, op de knopen wortelend. Matten vormend. HOOGTE: tot 0.40m. BLOEITIJD: Juni – september. STANDPLAATS: Op grazige, natte grond. Ook vlottend in ondiep water. BIJZ.HEDEN: Plant variabel, vaak paars aangelopen.

Question 129

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: 5 - , deels 7 – tallig, handvormig samengesteld. STENGEL: Liggend, vaak rood aangelopen, op de knopen wortelend. BLOEM: Goudgeel, 5 – tallig, 2 cm doorsnede.

Answer 129

Vijfvingerkruid *Potentilla reptans* ## Footnote GROEIWIJZE: Lange bovengrondse uitlopers. HOOGTE: 0.05 – 0.15m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Op vochtige, voedselrijke grond in graslanden, duinvalleien, uiterwaarden, aan wegen en ook op stenige plaatsen. BIJZ.HEDEN:

Question 130

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Drietallig met gesteeld topblaadje. STENGEL: Aan de basis verhoud, behaard en bezet met stevige doorns in paren. BLOEM: Vlinderbloemig met grote roze bloemen in de bladoksel. Peul kort, tot 1cm.

Answer 130

Kattendoorn *Onosis spinosa subsp. spinosa* ## Footnote GROEIWIJZE: Half-struikvormig (takken overwinteren meestal niet). HOOGTE: 0.10 – 0.60m. BLOEITIJD: Juni – september. STANDPLAATS: Op vochtige, kalkhoudende, zandige bodem. Het meest in uiterwaarden en aan de rand van schorren en kwelders.

Question 131

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Rolrond, lijnvormig en vlezig, groen of roodachtig. STENGEL: Liggend en sterk vertakkend. BLOEM: Tuilvormige witte bloeiwijze.

Answer 131

Wit vetkruid *Sedum album* ## Footnote GROEIWIJZE: Plakkaten vormend. HOOGTE: 0.05 – 0.15m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: Op open, schrale, zandige of stenige bodem.

Question 132

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Dun, vlezig, lijnvormig tot 8 mm lang. STENGEL: Liggend en sterk vertakkend. BLOEM: Kleine stervormige gele bloemen.

Answer 132

Zacht vetrkuid *Sedum sexangulare* ## Footnote GROEIWIJZE: Plakkaten vormend. HOOGTE: 0.05 – 0.10m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: Open schrale, zandige of stenige bodem. Kalkminnend . BIJZ.HEDEN: Plant zonder scherpe smaak.

Question 133

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Smalle, lijnvormige blaadjes met omgerolde rand. In kransen van gemiddeld 8 blaadjes. STENGEL: Rolrond, met 4 zwakke ribben. BLOEM: Kleine, gele bloempjes, verenigd tot een dichte rijkbloemige pluim.

Answer 133

Geel walstro *Galium verum* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met ondergrondse uitlopers. HOOGTE: 0.10 – 0.80m. BLOEITIJD: Juni t/m september. STANDPLAATS: Op voedselarm zandige bodem, zowel op kalkarme als kalkrijke grond.

Question 134

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Lijnvormig 2 tot 3mm breed. (niet bloeiende zijstengels lijken op sparretakjes). STENGEL: Rond, met melksap. BLOEMEN: Geelgroene bloemen staan op schermen geplaatst. Schutbladen vaak opvallend rood, verkleurend.

Answer 134

Cipreswolfsmelk *Euphorbia cyparissias* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend. HOOGTE: 0.15 – 0.30m. BLOEITIJD: April - mei, soms ook later. STANDPLAATS: Op droge grazige zandgrond. Voornamelijk in het rivierengebied. Ook op stenige plaatsen.

Question 135

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Wortelbladen dubbel veerdelig, bleekgroen STENGEL: Stengel van de bloeiwijze stekelig met veerdelige stengelbladeren. BLOEM: Scherm met bolvormige bloemhoofdjes.

Answer 135

Kruisdistel *Eryngium campestre* ## Footnote GROEIWIJZE: Groeit op open plaatsen bolvormig uit. HOOGTE: 0.15 – 0.60m. BLOEITIJD: Juli- augustus. STANDPLAATS: Op vochtige tot droge, kalkhoudende grond op rivierduinen en grazige duinen.

Question 136

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladen samengesteld uit 2 tegenover elkaar staande lancetvormige deelblaadjes met daartussen een vertakte rank. STENGEL: Vierkant. BLOEM: Gele vlinderbloem in trosjes van 4 tot 12 bijeen.

Answer 136

Veldlathyrus *Lathyrus pratensis* ## Footnote GROEIWIJZE: Klimplant met ondergrondse uitlopers. HOOGTE: 0.30 - 1.20m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Vochtige voedselrijke hooilanden en bermen. Ook langs slootkanten en bosranden.

Question 137

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Zeer klein, vergroeid tot een krans die als een manchet de stengelleden omgeeft. STENGEL: Slank, 6 – of 7 – kantig, opgebouwd uit segmenten. Zijtakken in kransen. BLOEM: Sporenaar eindelings, soms ook aan enkele zijtakken.

Answer 137

Lidrus *Equisetum palustre* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend met relatief dikke wortelstokken. HOOGTE: 0.20 – 0.60m. BLOEITIJD: Mei – juni. STANDPLAATS: Op natte voedselrijke standplaatsen (soms op drogere plekken). BIJZ.HEDEN: Kan meters diep wortelen.

Question 138

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf ontbreekt. STENGEL: Rolrond met duidelijke ruwe ribben. BLOEM: Bloeiwijze in een compacte kluwen, zijdelings uittredend uit de bovenste helft van de halm.

Answer 138

Biezenknoppen *Juncus conglomeratus* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte pollen. HOOGTE: 0.20 – 1.00m. BLOEITIJD: Mei – juni (bloeit 3 tot 4 weken eerder dan pitrus). STANDPLAATS: Op natte zure grond in schraallanden, duinvalleien en op heidepaden

Question 139

Welke plant is dit? ## Footnote Blad: Smal driehoekig, zittende, kruisgewijze bladstand. De zijnerven lopen opvallend evenwijdig. Stengel: Vierkant, met zwarte lijntjes. Bovenste zijtakken wijd afstaand. Bloem: De bloemen, met een gele 2 slippige kroon en een relatief grote opgeblazen kelk, staan tegenover elkaar.

Answer 139

Grote ratelaar *Rhinanthus angustifolius* ## Footnote Groeiwijze: Eenjarige halfparasiet (woekerend op grassen). Hoogte: 0.10 – 0.80m. Bloeitijd: Mei – oktober. Standplaats: Onbemeste vochtige graslanden.

Question 140

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Alle bladen lancetvormig, met duidelijke schede, omhoog gericht, parallelnervig, al of niet gevlekt. Vlekken ringvormig. STENGEL: Stevige stengel, is in het bovenste deel hol. BLOEM: Gespoorde, roze tot paarsrode bloemen in een dichte aar.

Answer 140

Rietorchis *Dactylorhiza praetermissa* ## Footnote GROEIWIJZE: Knolgewas. HOOGTE: 0.15 – 1.20m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Natte graslanden, rietlanden, zandplaten en opgespoten terreinen.

Question 141

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Drietallig. Deelblaadjes met iets hartvormige top. Topblaadje is kort gesteeld. STENGEL: Rond (bij hopklaver vierkant). BLOEM: Kleine, gele, bolvormige hoofdjes, 10-15 bloemig.

Answer 141

Kleine klaver *Trifolium dubium* ## Footnote LEVENSDUUR: Eenjarig LENGTE: 0.05 – 0.30m. BLOEITIJD: Mei – september. STANDPLAATS: Op matig droge, weinig bemeste grond. Vooral in lage niet te dichte grasmat

Question 142

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Spatelvormig in een wortelrozet, tot 5 cm lang, gekarteld en behaard. STENGEL: Aanliggend behaard, onbebladerd. BLOEM: Hoofdje 1 tot 3 cm in doorsnede. Buisbloemen geel, straalbloemen wit.

Answer 142

Madeliefje *Bellis perennis* ## Footnote GROEIWIJZE: Rozetplant. HOOGTE: 0.05 – 0.15m. BLOEITIJD: Bijna het gehele jaar. STANDPLAATS: Op betreden, beweide of frequent gemaaide grasgrond.

Question 143

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Lancetvormig, zittend met uitspringende zijnerven. STENGEL: Redelijk vertakt, dicht bebladerd. BLOEM: Klein, roomwit met vergroeide kroon.

Answer 143

Glad parelzaad *Lithospermum officinale* ## Footnote GROEIWIJZE: Penwortel. HOOGTE: 0.30 – 1.00m. BLOEITIJD: Mei – juli. STANDPLAATS: Kalkrijke duinstruwelen.

Question 144

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf met opvallend contrast tussen doffe blauwgrijze bovenzijde en glanzig groene onderkant. Tongetje bestaat uit een kraagje van korte haren. Jongste spruit is samengevouwen. STENGEL: Schuin of liggend. BLOEM: Samengetrokken, armbloemige pluim.

Answer 144

Tandjesgras *Danthonia decumbens* ## Footnote GROEIWIJZE: Dichte pollen. HOOGTE: 0.15 – 0.60m. BLOEITIJD: Juni – juli. STANDPLAATS: Droge tot natte, voedselarme bodem. In graslanden en heiden. Veel langs paden.

Question 145

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: 3 tot 5-tallig, met diepe tanding. STENGEL: Tengere liggende tot opstijgende stengels. BLOEM: Kleine 4-tallige gele bloemen op draaddunne steeltjes.

Answer 145

Tormentil *Potentilla erecta* ## Footnote GROEIWIJZE: Forse ondergrondse wortelstokken. HOOGTE: 0.15 – 0.50m. BLOEITIJD: Juni – augustus. STANDPLAATS: Schrale, droge tot natte, zowel op zure als kalkrijke bodems.

Question 146

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Smal, vlak, 1,5 mm tot 3 mm breed. STENGEL: Scherp driekantig, slap, boogvormig neerliggend. BLOEM: Compacte bloeiwijze met 1 mannelijk aartje en 2 tot 3 bolvormige vrouwelijke aartjes dicht opeen.

Answer 146

Pilzegge *Carex pilulifera* ## Footnote BLAD: Smal, vlak, 1,5 mm tot 3 mm breed. STENGEL: Scherp driekantig, slap, boogvormig neerliggend. BLOEM: Compacte bloeiwijze met 1 mannelijk aartje en 2 tot 3 bolvormige vrouwelijke aartjes dicht opeen.

Question 147

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Langwerpig, met sterk omgerolde randen. STENGEL: Liggend met opstijgende, dicht bebladerde takken. BLOEM: Onopvallend, dicht opeen in de bladoksels. Bessen zwart.

Answer 147

Kraaihei *Empetrum nigrum* ## Footnote GROEIWIJZE: Tweehuizige dwergheester. HOOGTE: 0.15 – 0.45m. BLOEITIJD: April – mei. STANDPLAATS: Groeit op zure zand – en veengrond, vooral op noordhellingen en in valleien. Ook in naaldbossen in hoogveen en veenmosrietland.

Question 148

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Dubbel geveerd, met deels langgesteelde en drietoppige deelblaadjes. Kaal en slap. STENGEL: Zeer broos BLOEMEN: Tweelippige bloemen in goudgele, rechtopstaande trossen.

Answer 148

Gele helmbloem *Pseudofumaria lutea* ## Footnote GROEIWIJZE: Pollen. HOOGTE: 0,15-0,30m. BLOEITIJD: Mei – oktober. STANDPLAATS: Beschaduwde oude muren en andere stenige plaatsen, kalkminnend.

Question 149

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Kleine, lang gesteelde, handvormige gelobde blaadjes met 5 of 7 lobben. Onderzijde met paarse tint. STENGEL: Slap en rood aangelopen. BLOEM: Klein, met 2 lippige gespoorde kroon. Lila met gele vlek op de onderlip.

Answer 149

Muurleeuwenbek *Cymbalaria muralis* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend en klimmend rotsplantje. HOOGTE: 0.15 – 0.60m. BLOEITIJD: Mei – september. STANDPLAATS: Op oude muren en andere stenige plaatsen. Warmteminnend.

Question 150

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Tot 5 cm met spitse top en wigvormige voet, behaard, gaafrandig, in verspreide bladstand. STENGEL: Sterk vertakt. BLOEMEN: Kluwens van kleine groene bloemen in de bladoksels.

Answer 150

Klein glaskruid *Parietaria judaica* ## Footnote GROEIWIJZE: Pollen met uitlopers. HOOGTE: 0.10 – 0.60m. BLOEITIJD: Mei – oktober. STANDPLAATS: Oude muren en steenglooiingen langs rivieren. BIJZ. HEDEN: Beschermd.

Question 151

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Bladschijf is enkelvoudig, gaafrandig, tongvormig leerachtig en glanzend lichtgroen. STENGEL: Rizoom BLOEM: Sporenhoopjes langs de zijnerven op onderzijde blad.

Answer 151

Tongvaren *Asplenium scolopendrium* ## Footnote GROEIWIJZE: Bladen in bundels op korte wortelstok. HOOGTE: 0.15 – 0.60m. BLOEITIJD: juli – augustus. STANDPLAATS: Hoofdzakelijk op vochtige muren.

Question 152

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Samengesteld uit smalle, rolronde bladslippen. STENGEL: Kaal. BLOEM: Hoofdjes ongeveer 2 cm breed. Bloemcentrum gewelfd; aan het einde van de bloei buigen de witte straalbloemen naar beneden.

Answer 152

Echte kamille *Matricaria chamomilla* ## Footnote GROEIWIJZE: Zomerannuel, eenjarig. HOOGTE: 0.10 – 0.40m BLOEITIJD: Mei – oktober. STANDPLAATS: Op bouwland, vooral in graanakkers. Veel in wegranden. BIJZ.HEDEN: Gehele plant met typische zoete kamillegeur.

Question 153

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: In omtrek rond, gespleten. STENGEL: Bezet met uitsluitend korte haren. BLOEM: Violet, met 5 kleine ingesneden kroonbladen. Vrucht lang gesnaveld.

Answer 153

Kleine ooievaarsbek *Geranium pusillum* ## Footnote GROEIWIJZE: Eenjarige rozetplant. HOOGTE: 0.05 – 0.40m. BLOEITIJD: Mei – herfst. STANDPLAATS: Open, droge, min of meer verrijkte zand- en kleibodems .

Question 154

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Langwerpig, borstelig behaard, tot 50 cm lang. Blad langs de stengel aflopend. STENGEL: Dik, hol en vlezig. BLOEM: Buisvormige, knikkende bloemen in een schicht. Kleur; paars, violet, roze of wit.

Answer 154

Gewone smeerwortel *Symphytum officinale* ## Footnote GROEIWIJZE: Forse penwortel HOOGTE: 0.30 – 1.00m. BLOEITIJD: April - augustus STANDPLAATS: In oeverruigten op dijkhellingen, vnl. op klei.

Question 155

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Afnemend dubbelgeveerde bladen. Bladsegmenten zijn langwerpig met naar voren gerichte lobben. STENGEL: Geribde stengel alleen in de bovenste helft vertakt, kaal. Zijstengels stijf rechtop. BLOEM: Rechtop, in kleine dichte pluimen. Bloemdekbladen vallen snel af als de bloei begint. De gele, ver uitstekende meeldraden vallen sterk op.

Answer 155

Poelruit *Thalictrum flavum* ## Footnote GROEIWIJZE: Ondergrondse uitlopers HOOGTE: 0.45 – 0.90 BLOEITIJD: Juni - juli STANDPLAATS: Kenmerkend voor strooiselruigten. Het meest langs de rivieren.

Question 156

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Twee maal zo lang als breed, vrij stomp in kransen van 4, behaard. STENGEL: Onvertakte slappe stengels met lange afstaande haren. BLOEM: Geel, in schijnkransen in de bladoksels.

Answer 156

Kruisbladwalstro *Cruciata laevipes* ## Footnote GROEIWIJZE: Kruipend. HOOGTE: 0.15 – 0.45m. BLOEITIJD: April – juni. STANDPLAATS: Aan bosranden, in heggen, op dijktaluds en aan beekoevers.

Question 157

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Eirond tot driehoekig met scherpe en ongelijk gezaagde rand, kruisgewijs tegenoverstaand. STENGEL: Scherp vierkantig BLOEM: Helmvormig, bruin met geelgroen, in een losse eindstandige pluim.

Answer 157

Knopig helmkruid *Scrophularia nodosa* ## Footnote GROEIWIJZE: Korte wortelstokken HOOGTE: 0.30 – 1.20m. BLOEITIJD: Juni – september. STANDPLAATS: In humeuze voedselrijke bossen, vooral op lichte plekken, kapvlakten en beschaduwde bermen. Ook langs oevers.

Question 158

Welke plant is dit? ## Footnote BLAD: Eirond met spitse top, tegenoverstaand, kaal en gaafrandig STENGEL: Liggend, op de knopen wortelend. BLOEM: Kleine, gele, 5 – tallige bloemen met draaddunne stengels, ontspringen in de bladoksels.

Answer 158

Boswederik *Lysimachia nemorum* ## Footnote GROEIWIJZE: Matten vormend. HOOGTE: 0.10 – 0.20m. BLOEITIJD: Mei – augustus. STANDPLAATS: Op natte plaatsen in loofbossen, vooral in brongebieden.