Phrases Flashcards
Ik weet dat ik me nergens zorgen om hoef te maken
I know I have nothing to worry about
I know I have nothing to worry about
Ik weet dat ik me nergens zorgen om hoef te maken
Neem me niet kwalijk
Excuse me
Excuse me
Neem me niet kwalijk
I need to reach her
Ik moet haar zien te bereiken
Ik moet haar zien te bereiken
I need to reach her
Pas kort
Only recently
Only recently
Pas kort
Het kan me niet schelen
I don’t care (strong)
I don’t care
Het kan me niet schelen
Plotseling
Suddenly
Suddenly
Plotseling
Ik snap het
I get it
I get it
Ik snap het
What’s happening?
Wat is er aan de hand?
Wat is er aan de hand?
What’s happening?
Ik neem een beslissing
I make a decision
I make a decision
Ik neem een beslissing
Zacht weer
Mild weather
Mild weather
Zacht weer
Last weekend
Afgelopen weekend
Afgelopen weekend
Last weekend
Rustig aan
Take is easy
Take it easy
Rustig aan
Ik denk het wel
I think so
I think so
Ik denk het wel
Alsof
As if
As if
Alsof
Kijk om zich heen
Look around
Look around
Kijk om zich heen
Ik haal … tevoorschijn
I get out the…
I get out the…
Ik haal … tevoorschijn
Voetje voor voetje
Step by step
Step-by-step
Voetje voor voetje
Ik ga niet akkoord
I do not agree
I do not agree
Ik ga niet akkoord
Het warm/koud hebben
To feel warm/cold
To feel warm/cold
Het warm/koud hebben
De telefoon staat uit
The telephone is off
The telephone is off
De telefoon staat uit
Ik heb behoefte aan…
I am in need of…
I am in need of…
Ik heb behoefte aan…
ik ben van gedachten veranderd
I have changed my mind
I have changed my mind
ik ben van gedachten veranderd
Tegen die tijd…
By that time…
By that time…
Tegen die tijd…
Net zo (…) als (…)
Just as (…) as (…)
Just as (…) as (…)
Net zo (…) als (…)
Even (…) als (…)
As (…) as (…)
As (…) as (…)
Even (…) als (…)
I am sure / certain
Ik weet het zeker
Ik weet het zeker
I am sure / certain
Vooruitgang boeken
To make progress
To make progress
Vooruitgang boeken
Hoe staat het met…
How is…
How is…
Hoe staat het met
You are right
Je hebt gelijk
Je hebt gelijk
You are right
Al gauw
Soon
Mijn dag zit erop
My day is over
My day is over
Mijn dag zit erop
In beweging
In motion
In motion
In beweging
Op de één of andere manier
One way or another
One way or another
Op de één of andere manier
Hij was van plan…
He intended…
He intended…
Hij was van plan
Ga je gang
Go ahead
Go ahead
Ga je gang
Ik weet niet waar je het over hebt
I don’t know what you’re talking about
I don’t know what you’re talking about
Ik weet niet waar je het over hebt
In mijn eentje
On my own
On my own
In mijn eentje
Hoe dan ook…
In any case…
In any case…
Hoe dan ook…
Steek een hand op
Raise a hand
Raise a hand
Steek een hand op
Kortom
In short…
In short…
Kortom
Ik ben zo terug
I’ll be right back
I’ll be right back
Ik ben zo terug
Door middel van…
By means of…
By means of…
Door middel van…
Je bent gewond geraakt
You are hurt
You are hurt
Je bent gewond geraakt
Van pas komen
To come in handy
To come in handy
Van pas komen
He is used to it
Hij is er aan gewend
Hij is er aan gewend
He is used to it
Zo te zien
It seems like
It seems like
Zo te zien
Tegen de tijd…
By that time…
By that time…
Tegen de tijd
Het was niet te harden
It was unbearabke
In de loop van…
In the course of…
In the course of…
In de loop van…