Personen- en familierecht Flashcards

1
Q

Aanverwantschap

A

Aanverwanten zijn bloedverwanten van de echtgenoot of echtgenoten van bloedverwanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anticipatieve inbreng

A

context: personen- en familierecht

Dit is een beding in een koopcontract van een onroerend goed. Indien niet-gehuwden samen een onroerend goed kopen zijn zij elk voor de helft eigenaar. Als zij later trouwen zal het onroerend goed volledig deel uitmaken van het gemeenschappelijk vermogen, zonder dat een huwelijkscontract moet afgesloten worden.

Voordelen zijn

1) er moeten geen extra kosten gemaakt worden om het onroerend goed in GV in te brengen
2) de LLE heeft een uitgebreider erfrecht op GV dan op EV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bloedverwantschap

A

Bloedverwanten zijn personen die van elkaar of van een gemeenschappelijke voorouder afstammen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Daden van beschikking

A

Daden van beschikking zorgen ervoor dat een goed uit het vermogen verdwijnt: verkoop, verhuur > 9 jaar, wegschenken, hypothekeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De staat van een persoon

A

De staat van een persoon is het geheel van hoedanigheden en kenmerken die iemand onderscheidt van een ander en die de juridische toestand in een familie en breder in de maatschappij bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Familiaal vermogensrecht

A

Het Familiaal vermogensrecht regelt de vermogensrechtelijke vragen die rijzen in familieverband. Het gaat vooral over huwelijksvermogensrecht (nl. wie is eigenaar van welk goed) en erfrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Familierecht

A

Het Familierecht regelt de rechten die men kan uitoefenen met betrekking op het leven in familieverband (recht om te huwen, te scheiden, ouder-kindrelatie, adoptie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Handelingsbekwaamheid

A

Handelingsbekwaamheid is de mogelijkheid om de rechten en plichten die men heeft (genotsbekwaamheid of rechtsbekwaamheid) ook effectief uit te oefenen. Meerderjarigen hebben volledige handelingsbekwaamheid, minderjarigen zijn beperkt handelingsbekwaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoofdelijke aansprakelijkheid

A

Indien er meerdere schuldenaars zijn, zal de schuldeiser één van hen kunnen uitkiezen om de volledig som te betalen. Dit is de uitzondering op het principe van gedeelde aansprakelijkheid: daarbij moet de schuldeiser de verschillende schuldenaars elk voor een deel van de schuld aansprakelijk stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Orgaantheorie

A

Een rechtspersoon moet vertegenwoordigd worden in het handelsverkeer door zijn organen. Voor een handelsvennootschap kan dit zijn de algemene vergadering van aandeelhouders/vennoten, de raad van bestuur of zaakvoerder en de commissaris.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Personenrecht

A

Het Personenrecht behandelt de persoonlijkheidsrechten die men kan doen gelden op de fysieke, psychische en morele integriteit van zijn lichaam en persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rechterlijke billijkheidscorrectie

A

Context: echtscheiding bij huwelijkscontract scheiding van goederen. Indien een koppel dat gehuwd is met scheiding van goederen, uit de echt scheidt, dan houden de partners hun eigen vermogen, met hun respectievelijke aangroei. Indien in het huwelijkscontract geen verrekenbeding is voorzien én de omstandigheden zijn tijdens het huwelijk ongunstig gewijzigd, dan kan de rechter alsnog om een financiële compensatie te krijgen voor het nadeel dat hij/zij geleden heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rechtshandeling

A

Een rechtshandeling is een handeling die men stelt waaraan juridische gevolgen verbonden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rechtspersoonlijkheid

A

Rechtspersoonlijkheid is het geheel van rechten en plichten dat een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft. Bij een natuurlijk persoon is deze volledig, nl. alle rechten en plichten die er bestaan. Een rechtspersoon heeft slechts rechtspersoonlijkheid in functie van het statutair doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Retroactieve rechtspersoonlijkheid

A

Rechtspersoonlijkheid start voor een natuurlijke persoon in principe bij de geboorte maar in functie van erfrecht kan de rechtspersoonlijkheid vroeger starten. Zo kan een ongeboren kind erven op voorwaarde dat het levensvatbaar wordt geboren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Verrekenbeding

A

Een koppel dat gehuwd is met scheiding van goederen kan een verrekenbeding in hun huwelijkscontract opnemen. In principe zal bij echtscheiding elke partner zijn eigen vermogen houden, samen met de aangroei ervan tijdens het huwelijk. Een verrekenbeding zorgt ervoor dat er toch een verrekening tussen de 2 eigen vermogens zal plaatsvinden. Op die manier kan een eigen vermogen dat niet of weinig is aangegroeid tijdens het huwelijk toch na echtscheiding toegenomen zijn.

17
Q

Wettelijk medehuurderschap

A

Toepassing bij gehuwden en wettelijke samenwonenden. Het recht op huur van de gezinswoning (= voornaamste woning) hoort gezamenlijk toe aan beide partners, ook al heeft maar één van beiden het huurcontract gesloten.