Personen

Question 1

Alfred Binet

Answer 1

‘Maker’ IQ testen (om te kunnen achterhalen welke kinderen extra hulp/speciaal onderwijs nodig hebben).

Question 2

Charles Spearman

Answer 2

Begin 20e eeuw hoge correlaties gevonden tussen cognitieve vaardigheden; onderliggende factor g (general intelligence). Als je goed ben in één cognitieve vaardigheid heb je al snel de aanleg om dat ook te zijn bij andere cognitieve vaardigheden.

Question 3

Howard Gardner

Answer 3

Theorie met 8 verschillende intelligenties waarvan 1 dominant. Intelligentie kan je ontwikkelen en is meer dan alleen logica/mathematisch/linguïstisch.

Question 4

Herman Ebinghaus

Answer 4

Vond bewustzijn d.m.v. introspectie onderzoeken niet zo belangrijk als de capaciteit en limiet van het geheugen. Vormde de basis van geheugen van wat we nu weten.

Question 5

Wilhelm Wundt

Answer 5

Grondlegger psychologische wetenschap. Keek eerst nar perceptie van de mens, deed onderzoek naar bewustzijn (+introspectie methode).

Question 6

Freud

Answer 6

Sommige fysieke problemen worden veroorzaakt door onbewuste mentale conflicten (psychoanalyse).

Question 7

David Weschler

Answer 7

Verbeteraar van IQ testen op vlak van; verbale en non-verbale tests, prestatie minder schoolervaring afhankelijk en aparte scores per subtest.

Question 8

Raymond Catell

Answer 8

Zag in de midden 20e eeuw twee soorten g. Namelijk de vloeiende en gekristalliseerde intelligentie.

Question 9

Robert Sternberg

Answer 9

Vormde het triarchische model. Afstemmen van analytische, creatieve en praktische vaardigheden.

Question 10

Skinner & Watson

Answer 10

Hoe wordt gedrag aangeleerd? Verklaarde gedrag uit leerprincipes en observatie van de relatie tussen prikkels uit de omgeving en reacties in gedrag (behaviorisme).

Question 11

James

Answer 11

Kritiek op Freud, functies van bewustzijn is om keuzes te maken. Observeerde dierlijk- en natuurlijk gedrag.