Periode 4 37 Tm 39 Flashcards
Theft
Diefstal
Precaution
Voorzorgsmaatregel
Trace
Spoor
To trace
Opsporen
Clue
Aanwijzing
To hide (hid-hidden)
Verbergen
To conceal
Verbergen
Scent
Reukspoor
To pursue
Achtervolgen
To divide
Verdelen
To stab
Steken
To blackmail
Chanteren
To rape
Verkrachten
Rape
Verkrachting
Rapist
Verkrachter
To deny
Ontkennen
Denial
Ontkenning
Victim
Slachtoffer
To describe
Beschrijven
Description
Beschrijving
Accurate
Nauwkeurig
To bribe
Omkopen
Bribe
Smeergeld
To stalk
Stalken
To smash
Stukslaan
Bar
Staaf
To rob
Beroven
Disguised
Vermomd
Shoplifter
Winkeldief
Shoplifting
Winkeldiefstal
Juvenile
Jeugd-
Accomplice
Medeplichtige
Notorious
Berucht
To accuse (of)/ to charge (with)
Beschuldigen (van)
Accusation/charge
Beschuldiging
Fraud
Fraude
Involved in
Betrokken bij
File
Dossier
To reveal/to disclose
Onthullen
Revelation
Onthulling
To mug
Met geweld beroven
Ransom
Losgeld
Drug trafficking
Drugshandel