Pedagogiek, ontwikkeling (h3,4,17) Flashcards

1
Q

Wat is rijping?

A

Het natuurlijke proces waarin een baby uitgroeit tot een volwassene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg Animistisch denken van peuters uit:

A

Peuters kennen leven toe aan levenloze voorwerpen. Bijvoorbeeld een knuffel, of een stoel waaraan een teen is gestoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de fases van seksuele ontwikkeling van baby tot volwassene en leg uit:

A

Orale fase: Ervaart lust bij de mond tijdens het voeden en verkent de wereld met de mond.
Anale fase: Lust bij het loslaten van de ontlasting, valt samen met de zindelijkheid en het krijgen van controle over de sluitspier.
Fallistische fase: Zelfontdekking en interesse in het verschil tussen jongens en meisjes. Willen zien en voelen bij anderen en zichzelf.
Latentiefase: Meer kennis willen vergaren, weten waar baby’s vandaan komen en hoe het lichaam werkt.
Genitale fase: Ontwikkeling van de geslachtsdrift.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de fases van de empathieontwikkeling en leg uit:

A

Egocentrische empathie: Een kind probeert zich in te leven maar doet dit vanuit de eigen belevingswereld.
Ingeleefde empathie: Een kind probeert te begrijpen wat iemand voelt. En begrijpt dat de oplossing voor diegene niet per se de oplossing is die je zelf graag had gehad.
Persoonlijke empathie: Een kind kan zich inleven in gevoelens en situaties van een ander kind. Ook zonder deze zelf ervaren te hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is Gehechtheidsgedrag:

A

Specifiek gedrag van een jonge baby om aandacht te krijgen van een volwassene.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de fase’s van de lachontwikkeling van een baby en leg uit:

A

Endogene lach: Onbewuste lach
Gestimuleerde lach: lach door externe prikkels (6-8 weken)
Sociale lach: Proberen contact te maken met een ander, actief reageren op een ander. (10 weken)
Exclusieve lach: Lach bestemd voor iemand die ze herkennen en vertrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten reflexen heeft een baby?

A

Zuigreflex: zuigende bewegingen van de mond op prikkels van buitenaf.
Zoekreflex: De baby gaat automatisch zoeken naar voedsel als je over de wang strijkt.
Mororeflex: Snelle sluit en spreidbeweging van armen, benen, vingers en mond van de baby als hoofd en romp plotseling zakken.
Loopreflex: Loopbewegingen als de voeten van de baby een vlakke ondergrond raken.
Grijpreflex: Samenknijpen van de hand of voet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is objectpermanentie?

A

Een kind beseft dat een voorwerp blijft bestaan als het uit het zicht is. En gaat het zoeken. Dit ontwikkelt zich rond 8-12 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is het kruisen van de middenlijn belangrijk bij het leren schrijven?

A

Een kind moet links beginnen op het papier en rechts eindigen. Een kind wat daar moeite mee heeft kan nog niet starten met schrijfonderwijs. De linker en rechter hersenhelft werken dan nog niet voldoende samen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Leg nature vs. nurture uit.

A

Nature verwijst naar erfelijke eigenschappen die van invloed zijn op de ontwikkeling van een kind. Nurture naar de omgevingsfactoren. Vroeger stonden wetenschappers tegenover elkaar, nu weten we dat beide erg belangrijk zijn bij de ontwikkeling van een kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem de fasen van veilige hechting (cirkel van veiligheid):

A

Ontdekking: nieuwe situatie
Spanning: door het nieuwe
Troost zoeken: terug naar het bekende
Veiligheid: Rust gevonden hebben en klaar voor een nieuwe ontdekking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly