Lean and creative Flashcards

1
Q

Wat is JIT

A

Jit staat voor Just In Time en richt zich op voorraadbeheersing. Leveren van producten/diensten precies op het juiste moment en precies wat er nodig is. Zo min mogelijk voorraad behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is Jidoka

A

Jidoka staat voor het automatisch inbouwen van kwaliteit. Machine’s zelf de kwaliteitscontrole laten doen en laten stoppen als de kwaliteit onvoldoende is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf Kanban

A

Betekent ‘‘signaleren met kaartjes’’ Visuele communicatie van een product.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klantwaarde

A

De waarde van een product wordt door de klant bepaald. Startpunt van Lean denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waardestroom

A

Wordt gevormd door verschillende acties die nodig zijn om een product of dienst te realiseren. Waarde stroomt door het proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderscheid in 3 vormen van waarde

A

Activiteiten die waarde toevoegen
Activiteiten die niet door de klant als waardevermeerderend beschouwd worden maar wel noodzakelijk zijn
Activiteiten die geen waarde toevoegen voor de klant of organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent flow?

A

Continue beweging van producten of diensten. Samenhang van het proces is het uitgangspunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is pull?

A

Waar de flow verbonden wordt met de vraag van de klant, de klant trekt producten/diensten aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar richt perfectie zich op binnen flow?

A

De producten en diensten worden geleverd aan de klant:
- volgens de klantspecificaties
- op het juiste moment
- tegen de juiste prijs
- met minimum aan verspillingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Denktechniek analogieen

A

Vergelijk een onderwerp met een totaal ander onderwerp en bekijk in hoeverre je toch overeenkomsten kan vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Denktechniek bloemassociatie

A

Mindmap met rondjes ipv stokjes idk…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Negatief brainstormen

A

Draai het probleem om en maak het erger, draai daarna de manieren om het erger te maken om in een oplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De superheld

A

Hoe zou een superheld dit probleem aanpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Denken in metaforen

A

Vraagstukken naar een totaal andere context brengen om tot een oplossing te komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schaven

A

Kijken of er door een verandering een bestaand probleem opgelost kan worden.
- Substitueren
- Combineren
- Herschikken
- Aanpassen
- Vergroten/verkleinen
-Elimineren
- Nieuwe toepassing geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Zes denkhoeden

A

Witte hoed: nuchtere feiten en cijfers
Rood: gevoel en intuitie
zwart: negatief/pessimistisch
geel: positief/optimistisch
groen: creatief
blauw: beschouwend/controlerend

17
Q

5x waarom

A

5 keer een waarom vraag stellen

18
Q

5S

A

Seiri - Scheiden
Seiton: Sorteren
Seiso: Schoonmaken
Seiketsu: Standaardiseren
Shitsuke: Standhouden

Een makkelijke en gestructureerde manier om een veilige, schone en efficiente werkplek of werkomgeving te creeeren

19
Q

A3 methode

A

Een manier voor het oplossen van problemen. een strak sjabloon dwingt je om het probleem en de weg naar de oplossing helder en beknopt te formuleren

20
Q

PDCA

A

Plan
Do
Check
Act

21
Q

ICE-model

A

Intent, Content, Extent.
Voorkomt onnodig vergaderen.

22
Q

Kaizen

A

Voortdurende verbeteringen van een complete waardestrom of een individueel proces om meer waarde te creeeren met minder verspillingen

23
Q

Kano model

A

Drie soorten features
wow feature
performance feature
basic feature

Kano model laat de relatie zien tussen vernieuwingen/verbeteringen en de reactie van de gebruiker hierop

24
Q

Pareto analyse

A

Wordt ook wel de 80/20 regel genoemd. Maakt duidelijk wat de belangrijkste oorzaken van een probleem zijn

25
Value stream mapping
Hulpmiddel om de stroom van materiaal en informatie door een proces te zien en beggrijpen. Maakt onderscheid tussen activiteiten, waardevol, noodzakelijk, waardeloos
26
Muda Mura Mudi
Soorten verspilling: Muda: Downtime (Defecten en fouten, overproductie, wachten en levertijden, niet benut talent, transport, inventaris, motion, excessief bewerken mura: Variatie in het proces, onbalans in de flow Muri: overbelasting van mens en machine