Ontwikkelingsgericht werken Flashcards
Noem 3 spelvaardigheden
Oefenen
Informatie verwerken
Anderen ontdekken
Regisseren
Imiteren/identificeren
Onderzoeken/experimenteren
Fantaseren
Noem de fasen van spelontwikkeling en leg uit
- Parallel spelen, geen interactie tijdens het spelen
- Toekijkend spel: Kijken naar ander spel maar niet meedoen
- Associatief spel, speelgoed gaan delen maar niet samen spelen
- Cooperatief spel, spelen met een gezamenlijk doel
Wat zijn de kenmerken van de sensomotorische fase van spel.
Baby. Zintuigen en bewegen bepalen het spel. Manipulerend spel, handelen en effect van handelen oefenen.
Wat zijn de kenmerken van de pre- operationele fase van spel.
Peuter. Functioneel spel, weten wat de functie van voorwerpen is en hier zonder structuur mee spelen. Associatief spel, niet doelgericht maar ingegeven door toevallige gebeurtenissen.
Wat zijn de kenmerken van de concreet operationele fase van spel.
Kleuter. Niet alleen gevoelsmatig meer maar ook rationeel, de informatie van het spel moet kloppen.
Wat zijn de kenmerken van de formeel-operationele fase van spel
11+ Begrijpen van perspectief van anderen, meer spelregels begrijpen en aanpassen aan de groep.
Noem 4 soorten spel
Constructiespel
Regelspel
Fantasiespel
Rollenspel
Receptief spel
Experimenteerspel
Oefenspel
Wat kunnen doelen zijn van activiteiten op de kinderopvang?
Bevorderen van de ontwikkeling
Positieve interacties bevorderen
Betrekken van kinderen bij de groep
Ontspanning
Dagprogramma interessanter maken
Uitbereiden van interessegebieden
Wat is het belang van vrij spel?
Sociale competenties oefenen
materialen op eigen manier gebruiken
Eigen variatie bepalen in spel
Eigen tijd indelen
Beschrijf in het kort de zone van naaste en actuele ontwikkeling
De zone van naaste ontwikkeling is iets wat een kind nog niet kan en hulp bij nodig heeft. De zone van actuele ontwikkeling is wat het kind op dat moment kan. Door vanuit de zone van actuele ontwikkeling steeds de zone van naaste ontwikkeling op te zoeken bevorder je de ontwikkeling van een kind effectief.
Beschrijf de drie taalfuncties:
Communicatief en sociaal, interactie tussen mensen.
Conseptualiserend/cognitief, betekenis geven aan zaken/orde scheppen met taal
Expressief, persoonlijk
Wat is het verschil tussen receptieve en productieve woordenschat?
Bij receptieve woordenschat herken je een woord als het gezegd wordt, bij productieve woordenschat gebruik je het woord zelf ook.
Noem de mijlpalen en stadia van taal:
0-1 jaar
Voortalige periode:
- Vocaliseren door geluidjes te maken
- Vocaal spel met intonatie en toonhoogte
- Lettergrepen oefenen door brabbelen
- Nadoen van klanken met echolalie.
1-2.5 jaar
Vroegtalige periode:
- Eenwoordfase, met losse woordjes spreken
- Twee en meerwoordfase, woorden gaan combineren
- Naamvraagperiode, wijzen en vragen om woorden.
2.5-5 jaar
Diffrentiatiefase:
- Echte zinnen gaan gebruiken
- Uitspraak van woorden verbeteren
- Inzicht in zinstructuur ontwikkelen
5-10 jaar
Voltooiingsfase:
- Ontwikkelen van taalbewustzijn
Hoe kan je taal stimuleren?
Voorlezen
Tv kijken
Games en Apps gebruiken
Spelletjes spelen
Wat is een integraal instellingsprogramma?
Een programma wat alle ontwikkelingsgebieden van een kind stimuleert, bijv Ben ik in beeld.